Kijk ook eens in de eerder teksten van dit onderwerp over gemiddelden, meetpunten en aannamen die we doen.
Laten we toch stellen dat alle getallen kloppen; wat zeggen die getallen dan?
Als we het gemiddelde nemen van een jaar dan waait het gemiddeld (iets) minder hard.
Maar kijk je per seizoen dan zijn de verschillen groter.
Niet alleen per meetpunt maar vooral per seizoen.
De oorzaak blijft gissen maar bebouwing kan er eentje zijn. In 1998 gebruikte het KNMI andere windmeters, het warmt op maar meer in de lente dan in de winter, etcetc.
Als voorbeeld meetpunt Noordzee over 26 jaar. Lekker makkelijk want geen bebouwing:
In de herfst waait het minder, in de zomer juist meer.
Gemiddeld genomen over een jaar (4 seizoenen) waait het iets minder hard. Maar niets is minder waar.
Het waait minder in de herfst en meer in de zomer. Dat is echt een andere conclusie.
Op het plaatje hieronder de trendlijn (dik gekleurd) links boven herfst, dan winter, dan lente en dan de zomer.
Kijk naar de trendlijnen, dik gedrukt. B (winter) en E (zomer) stijgen juist iets.
Het laatste plaatje toont het
gemiddelde van alle seizoenen. Iets dalende trend, en dat is bijna volledig op conto van de herfst.