Sneaker schreef :
Ben benieuwd of er uberhaupt ZF'ers zijn die weten hoeveel twist hun grootzeil heeft .. Ik denk weinig. Want twist is wat de zeilontwerper in je zeil ontwerpt.
Laten we proberen dit onderwerp nu eens voor iedereen begrijpelijk uit te werken, en zonder emoties (wel emoticons)
Na een emailwisseling met Beauty is mij iig duidelijk geworden dat zeilmakers vermoedelijk een andere definitie van twist hanteren dan aerodynamici (en de meeste zeilers).
Het begint met Angle of Attack, AoA.
Die kun je op twee manieren definieren, lijkt het.
De standaard-definitie in de aerodynamica is dat het de hoek is tussen de gehele koorde in een zeil (van voorlijk tot en met achterlijk) en de aanstromende wind. Dat is zo voor windmolens, vliegtuigvleugels, en voor zeilen.
Dus de hoek tussen de blauwe windpijl en de stippellijn die de koorde toont.
De tweede definitie is kennelijk de hoek tussen wind en het intree-deel van het zeil.
In bovenstaande tekening is al duidelijk dat er dan evenveel AoA's zijn als er punten in het zeil langs de koorde zitten, oneindig veel dus. Van voor naar achter steeds een kleiner wordende hoek.
Dat is m.i. een onbruikbare definitie. Hoe ver ga je? Hoe lang neem je het stukje waar je de AoA tegnn meet? 1 cm? 10 cm? 10% van de koorde?
De juiste definitie lijkt me dus: de AoA is de hoek tussen wind en de hele koorde. Dat levert 1 getal op.
Wat ik twist noem is de verdraaiing (of niet) va de koordes van onder naar boven . Als ze allemaal evenwijdig lopen noem ik dat 0 twist. Beauty noemt dat negatieve twist. Ok, dat is alleen een kwestie van 'wat is het nulpunt', geen principieel verschil.
Plaatje en tekst uit Nort U, hét boek over trim:
Hier wordt twist meteen gekoppeld aan open of dicht achterlijk. Dat vind ik ook, veel twist komt doordat de giek omhoog kan, en daarvan gaat het achterlijk open. Dat gaat altijd samen. Veel twist en closed leech kan niet, geen twist en een open leech alleen bij een heel erg versleten achterlijk dat veel langer is dan de rest van het zeil. Da's niet relevant.
Boot A heeft de koordes evenwijdig, 0 twist, boot B heeft veel twist, ik schat, van onder naar boven, tegen de 90 graden. Dat komt allemaal door hoe er getrimd is, het is hetzelfde zeil. Kan op de Capolavoro ook:
- oude grootzeil, 0 twist:
zelfde zeil, andere koers, meer wind, meer dan 90 graden twist:
North schrijft ook: the sailmaker designs twist into the sail.
Dat zegt sneaker ook. En Beauty. Dat zal dus wel waar zijn.
Maar waar hebben we het dan over....
Ik kan een en hetzelfde zeil twisten van 0 tot meer dan 90 graden, de verdraaiing van de koorden van onder naar boven. Dat kan ik ook met een platte driehoek van papier waar geen zeilmaker aan te pas is gekomen.
Dus wat is dan die twist die de zeilmaker 'designs into the sail'...
Volgens Beauty gaat dat over de AoA vooraan, meteen bij de entry in het voorlijk.
Daar kun je door de bolling en plaats daarvan te varieeren over de hoogte van het zeil de lokale AoA beinvloeden. Wat meer bolling ergens geeft een grotere AoA, maar alleen in dat korte stukje, niet voor de hele koorde. En hoe dat ook ontworpen is, ik kan ALTIJD (met weinig wind) het achterlijk strak trekken en daarmee alle hele koorden evenwijdig maken (0 twist).
Dan blijft er alleen een variërende diepte over de hoogte over als de in het zeil ontworpen twist.
En dan noem ik dus geen twist maar bolling, diepte, camber, wat je maar wil,met een positie en een diepte.
Wat doet het zeilontwerp-programma met het getal dat de zeilmaker er als twist-getal in stopt, dat wil ik nu wel eens weten

Ik gok op het verplaatsen van de diepste plek langs de koorde (en de diepte ervan) over de hoogte van het zeil om op elke hoogte optimale lift te ontwikkelen. Korte koordes boven in meer wind stellen andere eisen dan lange koordes beneden in de luwte.