Zeilersforum.nl - Home
Gek verklaard!
- Geschreven door Dennis Schagen
- Hits: 9635
Er zijn van die momenten dat je als zeiler geconfronteerd wordt met een soort fundamentele kloof tussen jou en de nietzeilende wereld. Bijvoorbeeld als je gaat varen om ene familiefeest te ontlopen, als je een mooie zeiltocht hebt gemaakt terwijl de barbeque van de buren verregend is, of als je laat weten dat je best een dag zonder wifi kan. Situaties die gegarandeerd wenkbrauwen doen rijzen.
Of je doet wat Ger (Markiezin op het forum) en Henk hebben gedaan: je gaat wonen op je hobby. Dat roept zo mogelijk nog veel meer vragen op bij veel mensen, maar zeker ook bij zeilers! Variërend van 'waarom zou je' tot 'waar staat de vaatwasser', zijn er legio zaken waar je niet meteen zelf aan zou denken als je gaat wonen op een boot, maar waar anderen toch nieuwsgierig naar zijn. Of waar je in de praktijk toch hard tegenaan loopt.
Ger en Henk zijn dit project dus wel begonnen. Hun belevenissen waren al een tijdje online te volgen op hun blog, maar nu zijn de schrijfsels van Ger gebundeld en aangevuld met nieuw materiaal, in het boekje Gek verklaard! - Van woonhuis naar woonzeilboot.
Het boekje (104 pagina's) bevat 36 cursiefjes van de hand van Ger, verlucht met pentekeningen van Henk en Peter Rijneveld, en een woordenlijst met zeiljargon. Gers schrijfstijl is luchtig, begrijpelijk en met gevoel voor humor. Aan alles is te merken dat schrijven haar vak is. En hoewel het verhaal zich natuurlijk afspeelt in het leven van de auteur, is dit toch zeker meer dan een ego-document. Door de openhartige en beeldende manier waarop ze schrijft over vervelende maar ook heel praktische zaken, worden de obstakels en problemen identificeerbaar gemaakt.
Lezenswaardig? Jazeker.Een aanrader voor iedereen die met de gedachte speelt om op een boot te gaan wonen, of die mensen om zich heen heeft die op een boot dreigen te gaan wonen. Het zou zomaar die kloof een stukje kunnen dichten.
Gek verklaard! - Van woonhuis naar woonzeilboot
Ger Wouters 2013
ISBN 978-94-91924-00-2
€12,95 inclusief verzenden op http://www.gekverklaard.nl of bij L.J. Harri, Dekker Watersport, Observator Watersport en Teestie.
Twee maanden solo zeilen rond het Kanaal
- Geschreven door Patricva
- Hits: 12988
Twee maanden solo zeilen met een Contessa 35 langs de Engelse en Franse kust. Met Guernsy, Alderney, Dartmouth en natuurlijk de dolfijnen die anderhalf uur mee zwommen met de boot, als hoogtepunt. Het was een voorrecht om dit te kunnen doen. Het was heerlijk om een paar maanden te leven op een zeilboot. Zeilen is een vak en voor een kort tripje komt al heel wat bij kijken. Een verkeerde inschatting kan al fatale gevolgen hebben. Zo lag op een avond mijn reddingsvlot al klaar. Klaar om van boord te gaan.
Mijn droom was ooit een keer naar Griekenland te varen, Kos om precies te zijn. Een ambitieus plan waar veel voor moest wijken. Alles stond in het teken van vetrekken. Kos heb ik niet gehaald, bij lange na niet. Ik vind het te gevaarlijk op zee en de oversteek van Engeland naar Spanje al helemaal, zeker in je eentje. Het doel is niet gehaald, maar alle voorbereidingen waren geweldig! Nog nooit heb ik zoveel geleerd. En Kos, wie weet, maar niet alleen.
Voor degene die het leuk vinden heb ik een aantal korte verhaaltjes geschreven over mijn reis en wat ik zoal heb meegemaakt. En wat vooral mij opviel. Van een ijsblokjesmachine tot een bulderende havenmeester. Veel plezier met het lezen van een schipper in spé.
De kop is er af
34 knopen wind en dan ook nog een keer volle bak tegen. Het eerste stukje zeilen van Blankenberge naar Nieuwpoort viel niet mee. Windkracht zes tot zeven, met vlagen van windkracht 8. Flinke golven, maar de Contex blijft keurig in haar roer. Ik had van iemand een overlevingspak gekregen. Dat is een soort overal waarin je blijft drijven mocht je in het water terecht komen. Het pak voelt aan als een dikke warme slaapzak. Heerlijk warm, tot het begint te regenen. Het pak is zo lek als een vergiet. Zeiknat, tot op mijn sokken.
Gelukkig was Nieuwpoort al in het vizier. Dat beetje regen kon ik nog wel hebben, alleen vanaf land zag ik tot mijn grote schrik een ware regenhoos aankomen. Snel pakte ik mijn skibril. Met zoveel neerslag zie je echt geen hand meer voor ogen, laat staan mijn kompas, laat staan Nieuwpoort. Na twee uur stopte de regenhoos en met mijn skibril op loop ik de haven van Nieuwpoort binnen. Ik ben doorweekt en begin te bibberen van de kou. Op de pier van de haven staat een stel toe te kijken hoe ik binnen kom rollen. Er volgt een klein applaus en een paar duimen gaan de lucht in. Soppend leg ik de boot vast aan de steiger, pak snel wat droge kleren en loop snel richting de douches. Nu nog de code van de douche zien te bemachtigen. De kop is er af !
Je ne compris pas
Nieuwpoort. Een vreselijke haven dat totaal geen gezelligheid kent en ook nog eens koude douches heeft. Achteraf blijkt dat er bij de damesdouches wel warm water is…Maar goed, ik lig dan ook wel bij de Royaal Yachting Club Nieuwpoort. En de vriendelijke havenmeester gunt me een gratis overnachting nadat hij hoort hoe ik gisteravond binnen ben komen stuiteren.
Hier begint het Frans-Belgische gedeelte. Andere schippers kijken je aan of je gek bent of wat je hier in hemelsnaam komt doen. Zo kijken ze, en zo praten ze ook. Er is een stroomstoring. Mijn buurman heeft mijn stekker van de walstroom in het water laten vallen. Alles ligt eruit. Ik vraag aan andere schippers of ze ook problemen met de stroom hebben. Ik spreek ze aan in het Nederlands en in het Engels. Ze kijken me aan alsof ik gek ben. Nog even ga ik een discussie aan met een Walloniër die zelfs weigert Engels te verstaan. Ik vertel hem dat zelfs kinderen van twaalf jaar nog beter Engels spreken, of verstaan, maar het heeft weinig zin.
Aan boord hoor ik een Belg vloeken en tieren in het Frans, iets over ‘die stupide toeristen’. Gelukkig komt binnen no time de havenmeester aangespurt en lost het stroomprobleem op. De tierende ‘Fransman’ is nog steeds boos. Ik roep hem iets toe in het Nederlands en duik de kooi in. Tijd voor een middagdutje..
Hoog bezoek
Dan wordt er geklopt. “Goedemorgen. Douane. Wij komen voor een bootinspectie.” Een beetje versuft kom ik mijn kooi uit en dwarrel naar de kuip. Ik geef de man keurig een hand en ga hem voor richting de salon. Hij neemt gelijk plaats en opent zijn inspectiemap. Eindelijk een keertje controle, yes ! Je leest en hoort de meest afschuwelijke verhalen van medeschippers over een controle.
De hele boot binnenstebuiten, controle van de scheepspapieren tot achter de komma, bonnetjes voor het tanken met rode diesel, politie erbij, gigantische boetes, en honden die in alle hoeken en gaten komen snuffelen. Laat ze maar komen. Ik heb alles op orde.
Een beetje zenuwachting haal ik mijn administratie van de boot tevoorschijn en wacht ik met spanning op de lastige vragen die komen gaan. De man kijkt streng om zich heen begint met de eerste pagina van zijn dikke inspectierapport. “Heeft u één of twee masten,”vraagt de douanier mij streng kijkend toe. Even ben ik er stil van. “Ik zal even voor u kijken,” reageer ik stomverbaasd.
“Één mast,” antwoord ik met een onderdrukte glimlach.
De man vinkt aan op zijn paper en gromt, “Één mast.” “U heeft vast nog geen koffie gehad,” vraag ik maar voorzichtig... J
Vette mist, doorgaan of omdraaien
Vanaf Fécamp is het goed te doen. Een overtocht van 110 mile naar Swanage in Engeland.
Een trip van ongeveer 22 uur over het kanaal. Uitgaande van een snelheid van 5 knopen. De wind is Zuid-West vier. Perfect. Alles berekent, drift en stroming etc. Koers 295 tot 300 graden richting Dolpins Bay. Go. Zo rond 11.00 uur verlaat ik de haven van Fécamp. Met 7 knopen speed over ground richting Engeland. Maar na 35 mile ruimt opeens de wind naar het Westen. Eerst van windkracht 5, naar windkracht 6 en dan opeens naar windkracht 2. Dan is het windstil.
In de verte zie ik mist opkomen. Ik vaar er recht op af. Ik moet de traffic zone nog oversteken en het is pas 19.00 uur. Nog 15 uur varen, op de motor dan. Ik heb AIS, een geweldig systeem waar ik het beroepsverkeer op een beeldscherm perfect kan volgen. (www.marinetraffic.com) Op de plotter zie ik welke boten er bij mij in de buurt zijn, welke koers en met welke snelheid ze varen. En of ze op ramkoers zitten. AIS is verplicht bij de beroepsscheepvaart, maar pleziervaartuigen gebruiken ook steeds vaker AIS. Het voordeel is dat ze mij ook kunnen ‘zien’.
Veerboten op ramkoers
Maar de twijfel slaat toe. Vette mist met een zicht van nog geen mile. Op de plotter zie ik twee veerboten mijn kant op komen stormen. Verschrikt kijk ik om me heen. Ik zie niks. Alleen maar water en mist. Volgens de AIS zitten ze op 2 mile van me vandaan. Eentje achter me en eentje voor me. Ik zet de motor uit om het geluid van hun motoren ergens op te vangen, maar het geluid lijkt van alle kanten te komen. Ik draai de boot en geef vol gas en vaar snel de andere kant op. Weg van die ene veerboot. Uit de mist zie ik de veerboot naderen en draai nog verder van hem weg.
Op de plotter zie ik dat de veerboot zijn koers heeft aangepast. Hij gaat achterlangs. Nu de andere nog. Ik zet de motor even in zijn vrij. Inmiddels ben ik door de stroming al flink afgedreven.
Op de plotter zie ik dat de andere veerboot ook zijn koers heeft verlegt. Hij gaat zo voorlangs. Ook die ben ik kwijt. Ik draai de boot en zoek mijn koers weer op.
Dan zie ik op de plotter dat er nog zo’n dertig andere schepen in mijn vaarwater zitten. Een voor een kruipen ze over het beeldscherm, allemaal mijn kant op. Gekkenhuis, nee dit wordt te gevaarlijk. Mist, geen wind, veel te druk op het Kanaal en dan nog 15 uur varen. Binnen een minuut neem ik een besluit en draai ik om. Terug naar Fécamp.
Om 03.00 uur loop ik de haven van Fécamp aan. Door ‘toeval’ is het een uur voor laag water en kan ik net nog de haven binnenvaren. Op de dieptemeter lees ik dat ik nog 20 centimeter onder de kiel heb. Poeh, ik had niet later moeten aankomen ! Ik gooi de boot in een box en duik mijn kooi in.
De volgende dag komt de buurman naar me toe. Hij heeft me blijkbaar in de gaten gehouden via de AIS. “Goede keus dat je om bent gedraaid,”vertelt hij. “Je bent al de vierde die vannacht is teruggekomen. En ik hoorde dat er nog een aanvaring was op het Kanaal vannacht.”
“De nieuwe zeiler”
Of ik even wil helpen om een zeilboot naar het tankstation te varen? Natuurlijk. Falk, een Duitser met lang haar en zo eind 30. Voor vijf jaar gaat hij, en zijn gezin varen. De zeilboot, van aluminium, heeft hij net gekocht en is slechts een week oud. Een Allure 39,9. Nog nooit heb ik zo'n lelijke boot gezien. Een soort drijvende spaceshuttle van meer dan 500.000 euro. In de haven van Cherbourg liggen er drie. Een ervan is van een beroemde Duitse artiest.
Vanmorgen zag ik werklui druk bezig aan boord bij Falk. Het gasfornuis is stuk. Iets met de thermische koppel. Hij wordt direct vervangen voor een andere 'nieuwe'. "Heb je een links of een rechtsdraaiende schroef,” vraag ik voor we de box willen uitvaren? "Geen idee,” antwoordt hij peinzend. "Wil jij aan het roer?”
Even later vaar ik de boot rustig naar het tankstation, meer rustig aan en beleg hem aan de steiger met de middenbolder. "Je hebt een linksdraaiende schroef,” leg ik hem uit. Ik maak een tekening met het verschil van aanmeren met een linkse en een rechtse schroef. Hij is er blij mee.
24 uur service
“De nieuwe zeiler” heeft geld en wil gemakkelijk varen, en met luxe. De Allure is modern. Binnen is er net zoveel licht als buiten. Geen ouderwets donkerbruin. Nee, alles is wit en helder. Net zoals Falk. Niks te maken met jarenlange ervaring of met spartaans en het traditioneel zeilen zoals de oude rotten het hebben moeten leren. Kennis is niet zo belangrijk. In september wil hij richting Spanje met zijn boot. Daarna de wereld rond.
In mijn enthousiasme vertel ik hem over de baai van Lulworth aan de Engelse kust en het gevaarlijk kolkende water bij Portland Bill. "Dus je vaart altijd met de stroming mee,?” vraagt hij verbaasd.
Aardige gozer die Falk, en ik weet zeker dat hij een geweldige reis gaat maken. Ik heb drie jaar nodig gehad om mijn boot een beetje te snappen, heb allerlei cursussen gedaan om het een beetje te begrijpen hoe het met de stroming en het weer zit, en hij vaart met zijn nieuwe allubak volgende maand gewoon naar Spanje. Dit is de nieuwe zeiler J
"Je ene staalkabel zit niet strak genoeg, hij zit zelfs een beetje los," vertel ik hem een beetje streng toekijkend. De stalen wanten zorgen ervoor dat de mast stevig vastzit. "Oh dat komt allemaal wel goed,”vertelt hij lachend. "Ik heb een wereldwijde dekking en een 24uurs service voor de boot. Als er problemen zijn met de Allure bel ik gewoon de verkoper. Dan is het is niet meer mijn probleem, maar het zijne. Het wordt allemaal geregeld, waar dan ook in de wereld. Al trek in een biertje?”
De Contex komt bijna los !
Van Fécamp naar Cherbourg is een flink stuk varen. 63 mile. De meeste zeilers zien er een beetje tegenop. Sommigen varen eerst naar Le Havre of Honfleur. Ik neem de gok en ga richting Barfleur. 15 mile voor Cherbourg. De haven valt volledig droog, maar buiten de haven is er een mooie plek om te ankeren. Vanaf Fécamp zeil ik nog even lang Étretat. Vier jaar geleden stond ik hier op het strand en droomde langzaam weg hoe het zou zijn om hier langs te varen met de Contex ! Étretat, bekend om zijn kiezelstrand en het grote gat in de rotswand die uit de zee pronkt. Het ziet er vanaf de zee schitterend uit ! Geweldig !
Rond 20.00 uur anker ik de boot naast de haveningang van Barfleur. Vanaf hier lijkt het bijna een spookstadje. Een blokvormige kerk steekt hoog uit boven het dorpje. De zee is kalm en het is windstil. Met een maaltijd in de kuip geniet van ik de rust en van de Franse vissers die nog voor het vallen van de duisternis hun netten controleren. Rond 22.00 uur ga ik de kooi in.
Opeens gaat de wingenerator draaien. Goed voor de accu’s. De boot blijft rustig en het anker ligt stevig. Toch voor de zekerheid maar het ankeralarm aangezet. Het gaat mis. Rond 23.00 begint het te waaien. Eerst 12 knopen, daarna 20 knopen. Noord-Oost. De boot komt in beweging. De wind en de golven komen recht van voren. De neus van de boot duikt in de golven en komt langzaam terug. Het anker houdt hem. Ik kruip naar het voordek en sla een duivelsklauw om de ankerketting en maak hem vast aan een kikker, om zo het bonken van de boot tegen te gaan, maar de boot lijkt wel los te komen. Snel kruip ik terug naar de kuip en ga naar binnen. Het is afwachten nu.
Ik probeer wat te slapen maar de boot slingert en stuitert alle kanten op. Waar ik ook ga liggen of ga zitten, slapen zit er niet meer in.
De wind is inmiddels toegenomen tot 26 knopen. Het anker doet gelukkig waarvoor hij bedoelt is, de boot vasthouden. Ik probeer eerst wat minder en daarna meer ketting te steken maar het heeft geen zin. Met de combinatie van harde wind en grote golven gaat de boot enorm tekeer. In de opbergkastjes verschuift van alles en nog wat. De kruidenpotjes knallen van voor naar achteren tegen de deurtjes. Een paar slaan er kapot.
Binnen moet ik mezelf goed vasthouden. Liggen is er niet bij. Zitten tegen de zijkant is zelfs niet meer te doen. 8 ton polyester wordt door elkaar geschud als een rubberbootje. Het is nu echt serieus. Inmiddels is het 04.30 uur en het wordt al een klein beetje licht. Ik kruip naar buiten en blijf laag in de kuip. Ik word bang. Echt bang, want naast me, op een paar meter van de boot, steken stevige rotspunten boven het water uit. Zowel links als rechts. Als de wind nu opeens draait of het anker laat los, is het gedaan.
Een harde klap
Opeens hoor ik een harde klap binnen. Snel ga ik naar beneden en kijk ik of we ergens water maken. What the fuck was dat? De mast misschien? Nee, alles lijkt in orde maar de angst slaat nu echt toe. Ik moet hier weg en wel nu. Snel realiseer ik me dat het laag water is. Dan heb ik dus zo volle bak stroming tegen. En dat betekent hier 4 a 5 knopen tegen ! De boot begint langzaam een beetje te draaien. Shit. Ik start de motor en leg het reddingsvlot klaar.
Snel schraap ik wat spullen bij elkaar. De koker met vuurpijlen, sigaretten, de Zippo en mijn handmarifoon. Ik wacht een minuut en geef gas. Het anker kan ik vanuit de kuip met de afstandbediening binnen halen. Meer gas. Het anker komt langzaam omhoog. Nog meer gas. De boot slingert nu alle kanten op. Vol gas. Langzaam pakt de schroef het woeste water vast en de boot kruipt naar voren. Het anker klapt tegen de boeg maar komt uiteindelijk goed op de rol te hangen. Bijna raak ik uit koers en ik weet nog net een rots te ontwijken. Meter voor meter ga ik vooruit.
Pas in de vaargeul is het gevaar voorbij. Na bijna een uur kom ik eindelijk in de vaargeul terecht. Safe. Poeh. Op naar Cherbourg waar ik pas zes uur later aankom…Dan herinner ik me de tekst in de Reeds Almanac over Barfleur. Shelter: Excellent, except in fresh NE/E winds when ent is difficult en berths uncomfortable. Safe to anchor outside harbour in off-shore winds. Beware cross currents..
Een ijsblokjesmachine
In de havens aan de Franse kust worden de zeilboten eigenlijk alleen maar groter. En er zijn opvallend veel zeilboten van het merk Bavaria. Daar is al veel over geschreven. Slechte kwaliteit, een massaproduct en keukenkastjes die niet meer dicht zouden gaan bij een stormachtig rondje.
Ik word uitgenodigd om maar eens een kijkje te nemen op een Bavaria. Helemaal geweldig ! Binnen een ruim, groot en rond bankstel, twee zitjes aan een soort barretje, en ik kan er staan, sterker nog, ik heb nog hoofdruimte over ! Het bed is twee bij drie meter, een geweldige douche en een drinkwatertank van 350 liter ! De eigenaar van de boot opent de bakskist en gaat naar binnen. Zelfs daar kan hij staan. Uit de bakskist komen twee vouwfietsen. Wat een ruimte. En ik maar “tobben” J
Maar er is meer.
Zo ligt er een Contest 55 uit Medemblik. Een gigantische bak. Een plaatje. De prijs van dit drijvende zeilpaleis gaat boven het miljoen. De schipper loopt in zijn vale rode broek wat doelloos te dralen op de steiger. Zijn vrouw, of zijn minnares J, ligt te zonnen in de kuip. Op haar hoofd draagt ze een Frans fruitig strohoedje. Ze is al flink bruin. Af en toe huppelt ze vanuit de kajuit naar beneden om wat ijsblokjes voor de witte wijn te halen. Het is ook warm hier.
In de salon hoor ik het gerammel van ijsblokjes. Ze hebben een ijsblokjesmachine aan boord.
Hij is aan het klagen. Geen wind, dan weer teveel, dan weer te weinig en dan weer uit de verkeerde hoek. Dan weer geen zon, dan weer veel te warm. Wat een ellende allemaal. Maar inderdaad als je een hydraulische loopplank op je boot hebt, heb je inderdaad alle reden om te klagen. Bijna wil ik nog vragen om een demonstratie van die geweldige hydraulische loopplank, maar gelukkig weet ik me in te houden. Ik ben er wel klaar mee en loop weg op mijn slippers, korte broek en handdoekje richting de douches. Daar ga ik toch eens over nadenken, een ijsblokjesmachine J
Alderney, een paradijs
Het is maar een klein stukje, Alderney. Een van de Kanaaleilanden. Hier gaat de stroming echt werken. Er zijn verhalen van zeilers die de stroom onderschatten en vervolgens de haveningang van het eiland niet halen. Sterker nog, ze worden door de stroming om het eiland heen gesmeten. Het log geeft 5 knopen aan, en af en toe zie ik wel wat draaikolken in het water ! Het valt gelukkig mee vandaag en met een beetje opsturen kom ik rond een uur of 18.00 in de havenmonding van Alderney. Hier is het leven simpel. Ankeren voor 5 pond of aan een meerboei, 20 pond. Geen water en geen elektriciteit. Ik besluit te ankeren. Even later komt de havenmeester langszij. “Good day sir, welcome in Alderney. How are you? Did you have a good trip”? Hij blijft een paar minuten langzij en vertelt relaxed over het reilen en zeilen hier in de havenmonding van dit paradijsje. Om 15.00 is het thee drinken in het clubhuis. Geen haast. Alle tijd voor een decent gesprekje.
Ik ben verbaasd, zelfs een beetje van slag. De eerste fatsoenlijke havenmeester die na weken varen vraagt of ik een goed reis heb gehad, en me welkom heet in de haven !
‘Hey you, come here, yes you there!
Ik was stiekem al gewend geraakt aan de onfatsoenlijke Franse havenmeesters die vanaf een rubberboot, in hun inspecteur Clouseau taaltje, schreeuwen: “Contex, did you fill the papers at the harbour office?”
Een keer was ik er echt klaar mee. Ik schreeuwde tegen een ‘havenmeester’ dat ie hier moest komen. “Hey you ! Come here you ! Now”! Ik vraag hem of hij nog even zijn tekst wil herhalen.
“Try again”. Hij krijgt een kop als een boei, verontschuldigt zich, en druipt af in zijn rubberbootje.
“En nog een mooie dag,” roep ik hem nog na.
Hier gaat het anders. Het is hier een paradijs. Een schitterende baai waar een watertaxi je aan land brengt, en bij je boot. Zelfs tot 00.00. En de animatie van de pijprokende schipper is gratis. Heerlijk om hier een paar dagen te liggen en te genieten van de beleefdheid van de Engelsen. Zelfs de ober van het restaurant aan de haven is beleefd. Zo beleefd dat ik er zelfs bijna van ga blozen.
Het kolkende water
Voor het Engelse Weymouth ligt het legendarische en beruchte vaarwater van Portland. De Portland Race. Schepen zijn hier vergaan en verdwenen door de beruchte en gevaarlijke getijdenmaalstroom. Bij springtij en bij zwaar weer moet je hier dus echt niet zijn. Dan kolkt en bruist het water. Het water wil hier uit de zee, zo lijkt het wel. Gelukkig is het nu doodtij dus de zee houdt zich rustig en is vrijwel rimpelloos. De haven van Weymouth is druk en vol. Ik meer aan naast een oude Westerly. Vader en zoon helpen met de lijnen te beleggen. Het is 18.00 en het is weekend. De meeste Engelsen hangen hier aan de kade, spoelen flink wat bier weg en eten de fish and chips uit een soppig papier gevouwen muts.
Vast !
Één keer in je leven moet je er zijn geweest. De baai van Lulworth. Zo staat in de Vaarwijzer met tips voor de zeilende reiziger. Het was slecht een paar uur varen van Weymouth.
In de baai liggen vier boten voor anker. Het is rustig. Je zou niet zeggen dat dit Engeland is.
Ik gooi het anker uit en blijf uren om me heen kijken van de schoonheid hier. Het is er zo rustig dat ik in slaap val.
‘s Nachts gaat het omweren en waaien. De bliksemflitsen komen van alle kanten. De wind draait van alle kanten en neemt toe tot 16 knopen. Met de golven van achteren de wind van alle kanten weet de Contex niet hoe ze moet gaan liggen. Binnen is het hobbelen en schudden geblazen, maar langzaam weet ik in slaap te vallen.
Om 03.00 hoor ik een zwaar gebonk en geschuif. Godver. Ik lig vast. Ik hoor de kiel op de bodem klappen maken. Springtij, natuurlijk ! Snel start ik de motor en ligt het anker. Vol gas, geen beweging in te krijgen. De genua rolt uit. Door de wind in het zeil gaat de Contex scheef hangen en trekt zichzelf langzaam los. Ik vaar de boot een stuk verder van de kant en gooi het anker uit. De genua wordt ingehaald. Tien minuten later lig ik alweer in de kooi. “Goed gedaan jochie,” zeg ik met een glimlach tegen mezelf en val direct weer in slaap..
We zijn weer thuis…
“Hoe lang”? buldert de havenmeester van Bruinisse vanaf de steiger van zijn ivoren torentje. Ligplaatshouders en passanten kennen hem wel. Een grote kerel, beetje vadsig en altijd samen met zijn grote herdershond. Het gezicht van de grote haven van Bruinisse. En hij doet het blijkbaar goed. Woont in een riante villa in de haven, rijdt een zwarte en zware BWM cabriolet en aan de 1ste steiger ligt een groot motorjacht te pronken. Allemaal van de havenmeester.
“Elf meter”, roept de vrouw een beetje hopeloos tegen de havenmeester. Het is 22.00 uur en bijna donker. Het stel op de Standfast zien er moe uit. “D12”,schreeuwt de havenmeester en loopt snel weer terug naar zijn paleis. Ze draaien de boot en druipen in de schemer af richting de aangewezen box. “Een goede reis gehad”?, vraag ik aan de vrouw die op het voordek de landvasten klaarmaakt. De vrouw begint opeens te stralen en roept blij:”Ja, het was geweldig!”.
Ik besef me zojuist dat we weer terug zijn in Nederland, waar de fatsoenlijkheid soms ver te zoeken is. Welkom terug en back to reality J
Verslag 24-uursrace 2013
- Geschreven door Baasklusje
- Hits: 12241
De 24Uurs Race 2013: Alles volgens plan!
Deze keer hadden we ons voorgenomen om ons nergens meer door te laten verrassen. Dat was strategisch uitgangspunt nummer 1: geen risico’s nemen, varen op zeker. Gezien vorige uitslagen zou dat moeten betekenen dat we weer eens in de top-5 van de klasse (ORC3) zouden moeten komen.
Vooraf hebben we overigens lang getwijfeld over de klasse om in deel te nemen: ORC3, met spinaker, of de Zonder-Spinaker klasse. De ervaring leert dat je in de hele 24uurs misschien 5 mijl (van de 170) met spi vaart, dus zo goed als zonder….
Zo’n beetje op de laatst mogelijke dag ingeschreven, toch met spinaker in de ORC3.
Twee belangrijke redenen daarvoor waren:
- In de zonder-spi klasse varen een paar schepen mee met een voor hen heel erg gunstige rating; daar valt niet tegen te zeilen….
- De windverwachting op lange termijn: het was al weken (maanden!) mooi rustig weer, met een steady windje uit een hogedrukgebied, en er waren geen tekenen dat dat tijdens de 24uurs anders zou worden. Met minder wind kan je die spi vaker erop zetten, als het 5 a 6B waait gaat dat alleen op 150TWA of ruimer, en dat wil je niet varen, want je moet ook weer terug tenslotte.
Wel met inschrijven even goed getimed om een mooi nummer te krijgen: one-one-one, dat kan vast geen kwaad!
De strategie van ‘geen risico’ betekende op de eerste plaats dat we niet het zoute water op zouden gaan.
Het getij was zodanig dat je op zaterdagmiddag door Kornwerd terug door de sluis zou moeten, op een waarschijnlijk drukke dag (zaterdag, einde vakanties, mooi weer) waardoor je wel eens lang zou moeten kunnen wachten daar. Ook waren er veel rakken voor de wind of in de wind, met de te verwachten oostenwind: voor de wind van Kornwerd naar Den Helder met de stroom mee, te langzaam, en tenslotte kruisen vanaf de Vlieree tot Harlingen, wel met de stroom mee, maar toch….. Kruisen bij de Pollendam is leuk als je een HA-fokje hebt, maar voor ons, met de 130% genua (nodig voor de snelheid) is dat toch minder leuk, bij die Pollendam….
In totaal 12 mijl stroom-mee was er te verdienen (d.w.z. 12 mijl meer te varen dank zij 12 uur op zee varen). Dat hebben we bewust niet gedaan, wegens de daarbij behorende risico’s.
Niet het Wad op betekende meteen dat er op het IJsselmeer te weinig goede rakken zijn; we varen de hele tijd 7 kts (behalve bij windstilte) en dan zijn er 168 mijlen (7*24) op lekkere rakken nodig. Met de oostenwind die voorspeld was zijn die er niet, en is dus een stuk Markermeer nodig om geen rottige rakken te hoeven varen.
Daarmee is de strategie bijna compleet: alleen de keuze van de startplaats nog.
Een paar dingen zijn dan belangrijk
- Een korte afstand naar de verplichte eerste boei. Als de wind dan toch tegen zit duurt dat tenminste niet lang!
- Bij deze zwakkere oostenwind leek starten aan de oostwal (Lelystad, Urk, Lemmer, Staveren, Hindeloopen) niet zo gunstig omdat er rond starttijd (19:15u) wel eens een aanlandige windcomponent zou kunnen zijn (door het warme land) die de oostenwind zou kunnen verzwakken. Aan de westwal is dat effect omgekeerd: de local thermal wind (zeewind vanaf het IJssel/Markermeer) versterkt daar de gradiënt-oostenwind.
- Éen of twee maal door de Naviductsluis….. dus starten op Markermeer of IJsselmeer. De sluis (het Naviduct) is altijd goed voor een snelle schutting, en die levert je 1,5 mijl kado’tje op. Bij tweemaal schutten (starten op IJsselmeer) dus 3 mijl kado. Die keuze (IJssel of Markermeer starten, dus 2 of 1 sluis) wilden we zo lang mogelijk uitstellen.
Eigenlijk is er maar 1 startplaats die aan alle criteria voldoet: Enkhuizen (en dan Noord of Zuid).
Het eerste rak bij Noord-starten is dan naar de KG, iets meer dan 1,3 mijl lang. Aan de zuidkant gaat het naar de KG29-BR2, 0,5 mijl lang. Dat was nieuw dit jaar, vroeger was het eerste rak heel veel langer, en Enk-Z was daarmee vroeger niet zo’n gunstige startplaats. Nu wel dus, met zo’n lekker kort stukje!
Wij dus vrijdagmiddag uit Medemblik richting Enkhuizen, en daar eens gekeken hoe de wind erbij stond, 2 uurtjes voor de start. Niet zo best voor Enk-Noord, dat rakje van 1,3 mijl naar de KG was hoog aan de wind, of zelfs niet bezeild. Kan natuurlijk wel, maar dan geef je van de extra sluiswinst meteen weer de helft weg….. Door de sluis dus, en eerst maar eens rustig aan de pasta-maaltijd, hangend aan een dukdalf bij de oude sluis in het Krabbersgat.
Daar verscheen op de dijk een auto’tje, en een uitstappende man vroeg ons waar de KG27 en KG4 lagen, want hij moest de start regelen (vanaf de wal) maar zag die startlijn-boeien niet liggen.
We hebben hem even geholpen natuurlijk, en de boeien (die wij ook niet konden zien, achter die dijk, maar wel op de PC-kaart!) aangewezen.
De start was niet druk, maar wel een paar bekende boten die normaal hoog in de uitslagen kunnen staan: de Twaalf Twintig (Winner), de Zeehond (X45), de Negen Honderd (Winner 9.00).
Toch ga je dan meteen twijfelen: “zitten we niet helemaal op de foute plek, wat weten al die boten die hier niet zijn wel, wat wij niet weten”, dat soort dingen.
De start onder spi werd prima getimed, we gingen op de seconde nauwkeurig over de lijn, hoewel dat voor een 24uurs natuurlijk erg weinig verschil maakt…. Maar we kunnen het niet laten.
Na die halve mijl voor de wind naar de eerste boei een paar mooie rakken naar de EA1 en EA2, spi erop, TWA 120 en gáán, 14 kts wind, dik 7,5 kts snelheid met 100% performance op de meter. Zó hoort een 24uurs te gaan!
En dan wordt het langzaam donker, de flink grotere Twaalf Twintig is nog steeds niet van ons weggevaren, maar er komt een eind aan die 11 mijl spinakeren…..
In 2012 hebben we voor het eerst de windvoorspelling van de Noorse weerdienst gebruikt. Die gebruiken hetzelfde model (Hirlam) als het KNMI, maar ze zijn ook zo vriendelijk die data aan te bieden voor download. Het bleek in 2012 een prima voorspelling, stukken beter dan de GFS- en WRF-modellen van de guru en de finder…..
Dus ook dit jaar weer de Noorse Hirlam-gegevens gebruikt, af en toe aangevuld met de KNMI-voorspellingen. Die laatste Grib-files hebben 2 nadelen:
- Ze zijn alleen te bekijken met WinGPS Voyager, en dan alleen voor de positie waar je (toevallig) bent
- De updates zijn minder frekwent (om de 6 uur, lijkt het) dan de Noorse, die om de 3 uur beschikbaar komen.
Met een XS4all-dongeltje met sim-kaart erin aan de PC konden we onderweg steeds verse Noorse files van 13 Mb ophalen. Dat was nieuw. De verschillen die de nieuwere voorspelingen aangaven met de oudere waren minimaal: half knoopje windsnelheid anders, 5 graden wind anders, dat soort dingen. Logisch wel, met de weerssituatie, zonder fronten en troggen.
Onderweg heeft de PC (Tactictool) de hele reis de wind gemeten, elke seconde een logrecord, en achteraf weten we dus precies hoe hard het uit welke richting heeft gewaaid.
Dat ziet er zo uit:
Het eerste rakje (0,5 mijl dus) lag in de luwte van het Naviduct, dijk, bomen, dus minder wind, 9 kts.
De piek is 18 kts, rond 08:00u zaterdagochtend, precies op het moment dat die piek voorspeld was. Toen zaten we natuurlijk ook vlak bij Breezanddijk, het Wad, en daar wil het vaak wat meer waaien.
In zijn algemeenheid een lekkere 4B dus, vlaagje 5B af en toe.
De windrichting was bij de start wat ONO, meer noordelijk dan verwacht, maar dat kan een land-effect van Enkhuizen, de Flevopolder of Noordholland zijn geweest.
Verder klopt deze meting heel goed met de voorspelling, zowel in windsnelheid als ook in windrichting.
Het afnemen van de wind aan het eind van de zaterdag was ook voorspeld, voor ons reden om niet te ver weg van de finish te gaan zo tegen het einde.
Al met al zitten er toch hele forse windshifts in die 24 uur: van 65 graden bij de start, gedurende een paar uur rond de 70 graden, vervolgens ruimend naar de ZuidOost tegen de ochtend (zelfs voorbij de 120 graden, even) en dan weer terug naar Oost.
En wij willen natuurlijk tussen de 80 en 110 TWA varen, dus een shift van 10 a 20 graden is soms al erg vervelend, of, als je het goed uitkiest, erg prettig!
Onze route leidde na wat rakjes op het Markermeer rond middernacht naar het Naviduct, omdat de echt lekkere rakjes op het Markermeer op waren gevaren.
Mijlen verdienen in de sluis…. Hoewel niet zoveel als gehoopt.
Dit is de snelheid van de sluispassage. Vol gas tussen de boeien door, de wachtbox in, met een paar andere schepen. Toch even wachten voor de sluis opengaat, en dan voor niets liggen wachten tot de deur weer opengaat.
De totale tijd op de motor is 27 minuten (de 1625 seconden) en de afstand in die tijd is 1,73 mijl echt plus 3,37 mijl sluiscompensatie, dus we ‘varen’ 5,1 mijl in een half uur (ok, 27 minuten),.
Normaal varen we 7,0 kts (gemiddeld), dus 3,5 mijl in een half uur. Sluiswinst: 5,1-3,5 is 1,6 mijl. Da’s aan de lage kant, een echt snelle passage was het niet. Maar elke mijl is er een!
De route die we gevaren hebben ziet er als volgt uit:
Lekkere lange einden naar het noorden: SportB, stukkie terug, VF7, stukkie terug, weer de SportB, en dan vanaf rakje 22 het eindspel, in kortere stukjes terug naar Medemblik.
Het ging lekker, dat is ook goed te zien in de polar die RAK bijhoudt onderweg, met daarin gekleurde balletjes voor elk afgelegd rak, groen als je hard genoeg ding, rood als het te langzaam was.
Meestal dus keurig op de te varen snelheid: allemaal groene balletjes, maar 4 rode (te langzame rakken):
- Rak 1, de start. Andere boten, wat zwakke wind in de luwte. Het is niet erg omdat dat rak is maar 0,5 mijl lang.
- Rak 8, de sluis. RAK2013 houdt geen rekening met de sluiscompensatie, dus het ziet er langzaam uit, maar het is dat niet!
- Rak 21: van de SportB naar de LC1, met een TWA van 60 graden. Iets hoger aan de wind dan wenselijk, en dat stuurt lastiger en gaat zomaar iets te langzaam. De reden was een kleine (10 graden) winddraai, daarover later meer.
- Rak 25: het voorlaatste rak naar de finish (SportC-WV19). Daar had de spi erop gekund, maar we wisten al dat we ca 10 minuten te vroeg (dus om 19:05 ipv 19:15) gingen finishen, geen haast meer…..)
Verder liggen alle rakken mooi in het goede, snelle gebied van de polar: vrijwel alles tussen 60 TWA en 130 TWA. De uitzonderingen zijn rak1 (startrak, kort maar onvermijdelijk), 8, de sluis, en 24, maar ja, op een gegeven moment moet je richting Medemblik…
Om een beetje goed te eindigen moet je twee onafhankelijke dingen goed doen:
- Je moet alleen rakken kiezen waarop je boot snel vaart (rond de 90 TWA dus)
- En die rakken moet je dan ook zo hard mogelijk varen, de polar-maxima halen, dus een performance van rond de 100% sturen
Dit plaatje laat in blauwe kolommen de bootsnelheid per rak zien (linker as) , en de rode lijn geeft van elk rak de TWA aan (rechter as).
Een paar dingen springen eruit:
- Startrak, bijna voor de wind, en dus langzaam. Niet erg, want kort.
- 6 goede rakken op het Markermeer, de eerste 2 erg snel, met spi.
- Naar de KG. Dat is door de sluis, en nog zonder compensatie. Ook niet erg!
- Na de sluis via de LC1 naar de SportB. Dat is bijna 18 mijl, dik 2 uur varen, een lang stuk dus. Het ziet er goed uit, TWA 110 en 130, snelheid boven de 7 kts, en toch hebben we daar flink wat laten liggen. Daarover later meer…..
- Van SportB naar KRA, iets van 6,7 kts. De reden is dat de TWA rond de 60 ligt, iets te hoog om echt hard te gaan.
- Dan komen er 7 hele mooie rakken: naar de VFA-KRA-VF7-VFA-VF7-KRA-SportB: alles 7,5 kts, allemaal 90 a 100 TWA.
- Van de SportB naar de LC1 is te hoog: 50 TWA, bijna aan de wind! En meteen 6,5 kts ipv 7,5 kts. De reden volgt later…
- Het laatste stukje is wat langzamer: de laatste 4 rakken. De wind nam ook al wat af en zat flink onder de 14 kts, zie eerdere grafiek van de wind.
De vraag is natuurlijk niet alleen of we hard gingen, maar vooral of we hard GENOEG gingen voor de gegeven windhoek (TWA) en windsnelheid op elk rak.
Dat kun je alleen aan de snelheid niet zien, daarvoor heb je ook de performance ten opzichte van de polar nodig. De beste rakken kiezen is één ding, ze zo hard mogelijk varen is een tweede….
En die performance weten we ook, dank zij Tactictool, elke seconde een logrecord. Het is even doorploeteren in Excel, 24 uur maal 3600 seconden is 86400 regels…..maar dan heb je ook wat!
Dat geeft inzichten, nietwaar?
- Het startrak dat zo langzaam leek (zie eerdere grafiek) is qua performance het beste van allemaal, 102%. Voor de geringe wind, waardoor we langzaam gingen, hebben we dat korte stukje prima gedaan. Qua absolute snelheid geen goed rak, qua ‘uitvoering’ wel een prima rak.
- De 2 spirakken erna (EA1 en EA2) zitten ook op 100%, en waren ook echt absoluut snel (7,5 kts), dus beide zijn goed gekozen én goed gevaren.
- Het uitstapje naar de SportG (TWA105, performance 93) had wat sneller gekund. Had de spi erop gekund? Wind was 14 kts, schijnbare wind 70 graden… niet leuk.
- Terug van de EA2 via EA1 naar de sluis is wat hoger (TWA tegen de 80) en met 94% kan het erdoor.
- En dan… vanaf de KG naar de LC en door naar de SportB. Zoals gezegd, 18 mijl, ruim 2 uur, maar wel van 01:00 tot 03:20u, dus midden in de nacht. De TWA’s zijn bijna 110 en bijna 130, dus zeker dat laatste stuk had de kleine spi erop gekund, hoewel de wind inmiddels gemiddeld al 16 kts was. De Performance laat dat ook zien: we varen die 2 uur lang iets van 92%. Dat lange stuk is in performance het slechtste rak van de hele race (op de finishrakjes na, maar daar was de haast er al uit). Alleen aan de snelheid kan je dat niet zien, die ligt beide rakken ruim boven de 7 kts…..
- De 7 mooie rakken in de buurt van de VF boeien hadden we al gezien in de snelheid en TWA; nu blijkt ook dat de performance daar op een hele mooie 96% zit, en dat is een lange tijd: van 06:00u tot bijna 15:00u!
- Dan gaat het even mis: van SportB naar LC1 is een TWA van 50 graden, en een performance van 93%. Bij de snelheid (boven) hadden we al gezien dat we daar nog maar net 6,5 kts voeren… de reden volgt later!
- De laatste 2 rakken zijn langzaam, met 89%. De spi had er misschien op gekund (12 kts wind), maar we hadden toch tijd over…
Hieronder dan nog even de ware wind over de grond, en onze TWA per rak.
De wind ruimt flink in de eerste helft: van 65 graden naar 120 graden, dus van noordoost naar zuidoost. (bruine lijn, rechter as).
Ondanks dat ruimen varen wij toch de hele tijd lekker rond de 90 TWA, behalve het startrak en door de sluis, beide onvermijdelijk. (blauwe lijn, linker as).
Het gaat even mis op het rak van SportB naar LC1: de wind draait kort daarvoor van 95 naar 115 graden, en daardoor wordt ons geplande rak naar de LC1 ineens een beetje aan de wind: 60 TWA. Eigenlijk hadden we zelfs naar de VFB gewild ipv de LC1, dus nog iets oostelijker, maar plotseling niet bezeild. Gelukkig (of gepland?) konden we terugvallen op dit wel bezeilde rak naar de LC1…. Ik zeg: gepland!
Uit de vele logrecords heb ik ook nog wat statistische correlaties berekend, gewoon omdat het kan, en om te zien of er nog wat uit te leren valt. Daar komt uit:
SOG en TWA: -0,02
Geen verband. Niet zo gek: halve wind is snel, hoger en lager is langzamer, dus geen correlatie tussen SOG en TWA
TWA en AWA: 0,98.
Logisch, de bootsnelheid is vrijwel constant, dus de invloed daarvan op de schijnbare wind ook.
SOG en TWS: 0,73
Als het harder waait varen we ook wat harder… nee maar!
TWS en AWS: 0,69
Als de echte wind toeneemt doet de schijnbare dat ook, maar niet altijd natuurlijk: ruim en voor de wind is dat effect kleiner, dus geen 0,99 correlatie.
Performance en TWA: 0,51
Ook logisch: op hoge koersen (aan de wind) is het lastig 100% te varen, en op echt ruime koersen had af en toe de spi erop gemoeten, dus een slap verband, die 0,51
Performance en AWA: 0,51
Identiek aan TWA…
De laatste twee:
Performance en TWS: 0,00
Dat is mooi! De performance-meting is volstrekt onafhankelijk van de ware windsnelheid. Dat is wat je verwacht als de polar en de windmeting kloppen.
Performance en AWS: -0,31
AWS is natuurlijk het hoogste op hoge koersen, en dan is het lastig de snelheid er de hele tijd goed in te houden. De negatieve correlatie bevestigt dat!
Al met al geven deze correlaties bevestiging van eerdere conclusies (nog vaker de spi, minder die hoge rakken nemen) en blijkt ook dat de windmetingen (TWS, TWA) en de polar prima betrouwbaar zijn.
De hamvraag is natuurlijk: was het goed genoeg?
Met de 4e plaats in de ORC3 zijn we zeer tevreden:
- De gekozen risicovrije strategie is goed uitgevoerd
- Vrijwel geen fouten gemaakt in de uitvoering van de strategie
- Zeer dicht achter de nrs 1,2 en 3 geëindigd: 0,8 % (1,4 mijl op 170) achter de 1e plaats, en nog veel minder achter 2 en 3. Die hebben alle 3 gegokt op het Wad, hard gewerkt om de 12 mijl stroomvoordeel weer te verliezen, en geen pech gehad bij de sluis…….
Volgend jaar 0,81% hogere performance sturen, dat is toch niet teveel gevraagd?
Dank aan Michel, Willem, Vernon, Arent, Koko en Albert voor hun inspanningen!
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Boot: Spirit 36 S
Zeilen: North 2013, Soft Norlam, 130% genua, grootzeil. Kleine spi, 90 m2.
Software: WinGPS Voyager, RAK2013, Tactictool, ZyGrib