Zeilersforum.nl - Home
Disfrútalo!
- Geschreven door Charlotte
- Hits: 1669
Charlotte's belevenissen
Disfrútalo!
Voor het eerst voel ik me niet alleen thuis op de boot maar ook in het land waar we zijn. Ik wilde het graag geloven, het was al vaak verteld. Ook dat we er de tijd voor moesten nemen.
De Spaanse Ria’s. Ruim zes weken scharrelen we nu van stad naar baaitje, amper in havens liggend. Quelinda heeft hier in de afgelopen weken net zoveel mijlen afgelegd als tijdens de tweedaagse oversteek van Biskaje. We gaan op het tempo van de Siësta, met het nodige Spaanse temperament en ontdekken dat we liever langer op één plek zijn dan snelle stops maken.
Hier in Galicië wordt Quelinda ’s naam uitgesproken zoals het bedoeld is. Niet zoals de op zijn Brabants foeilelijk uitgesproken Klinda of zoals boven de rivieren, de klemtoom van Quelinda als in Kolére wordt gelegd. Nee, hier in Galicië is het sierlijk. Met de nadruk op de ‘i’ en een glimlach omdat betekenis en haar herkomst herkend worden en we ook voor het eerst zusje Northwind zien rondvaren. Het maakt ons trots.
De Noord Spaanse kust is prachtig. Zoals de grillig opgebouwde, dan weer schuin en strak gelaagde klifformatie van Playa de las Catedrales. Als een sprookje worden ze bij laagwater zichtbaar en kun je het strand bezoeken. Gemakkelijk met de trein vanuit indianenstadje Ribadeo. Een uitje op zich en dat doen we dan ook.
Blootvoets, in bikini schuifel ik door een laagje kraakhelder water tussen twee metershoge ranke kliffen door. Felle stralen zonlicht persen zich door de smalle ruimte. Zuigend zand brengt me uit balans. Ik grijp een stuk rots en stop even. Het gaat weer. Wat mooi hier. Geen zuchtje wind vanavond. Iets wat hier zomaar kan veranderen. Met enige huiver denk ik aan gisteren, toen we hier naartoe zeilden.
Schreeuwend door de harde wind
De gennaker stond machtig. Met wind waarbij Quelinda normaal niet vooruit te branden is, hadden we nu lekkere snelheid op het log. De roestige kustlijn was adembenemend. Ik keek toe hoe het water manipulatief in aquakleuren tegen rotsen klapte en verslagen terugkrabbelde.
Stilletjes trok de wind aan. De trui ging aan, mijn houding werd alerter. Hogere golven, van kopjes naar kragen. Nog net geen sprays. Tegelijk riepen we het. ‘Hij moet naar beneden, straks is het te laat.’
Aangelijnd op het voordek zette ik af tegen de voetrail om de slurf van de gennaker naar beneden te trekken. Het eerste stukje ging. En toen, vast. Geen beweging meer in te krijgen. En Paul maar roepen vanachter het roer. ‘Trekken Charlotte, trekken!’
‘Het gaat niet!’ Langzaam verloor ik kracht uit mijn armen. ‘Je moet me helpen, ik hou het niet. Ik hou het niet!’ Het nare raspende geknisper van het gevoelsmatig flinterdunne zeil liet duidelijk blijken nog steeds wind te grijpen. Ook samen lukte het ons niet. Ik zag Pauls gezicht vertrekken en naar zijn handen kijken.
‘Gaat het?’ Schreeuwde ik door de intussen harde wind heen.
‘Nee. Verbrand. Je moet terug naar achteren Charlotte! De schoot zit daar vast. Ik houd hier de treklijn vast.
‘Verbrand?’ Verschrikt was ik stil blijven staan waarop Paul directief reageerde dat er nu geen tijd voor getreuzel was. Vlug haalde ik alsnog de vastgeraakte schoot die eerder door zijn handen slipte, los. De winddruk nam meteen af en binnenhalen ging daarna probleemloos. Pauls handen verlichtten pas na flink koelen in de puts. Hij baalde van zichzelf en het feit dat hij geen handschoenen aan had.
Onervarenheid met de gennaker en fors toenemende wind was dit keer als een pittig Spaans pepertje. Elke dag leren we bij. De omstandigheden zijn zo anders dan in het Hollandse. Er zijn windeffecten bij het ronden van kapen en het invaren van een Ria. Hoge rotsen en bergen vormen toegangspoorten met verrassingselementen. Valwinden van ruim 25 knopen en tunneleffecten heten je hartelijk welkom. Erna heerst vaak belonende windstilte op de allermooiste ankerplekken. Plaatsen waar warmte en eucalyptusgeur je tegemoetkomt, ketting over de bodem te volgen is en het dezelfde nacht plotsklaps kan spoken. In Nederland hadden we in soortgelijke omstandigheden allang een veilige haven verkozen. Waren we niet eens uitgevaren. Hier leren we ermee dealen.
Levensgevaarlijke delicatesse
Ik laat de met pokken bedekte rotspunt weer los. Voorzichtig steek ik mijn wijsvinger uit naar een klein krabbetje. Geschrokken trekt het zich terug in een donker spleetje. En wat zijn dat daar? Het lijken mosseltjes maar dan met scherpe, puntige en vuurrode, vlezige randen. Waarom zou moeder natuur dit zo bedacht hebben? Maakt het ze aantrekkelijk of juist giftig onbemind? Het raakt me dat ik hier ben op deze plek en dit mag meemaken.
Wanneer ik een week later de markt op loop, zie ik de raadselachtige mosseltjes opnieuw. Nu op grote schalen naast krabben, en inktvis. Te koop. Percebes staat er op het bijgelegde krijten bordje. De schelp is onderdanig geworden aan een vlezig uitziend pootje wat eraan vastzit. Het maakt me opnieuw nieuwsgierig en ik ga te rade. Eendenmosselen worden ze genoemd. 45 euro per kilo zijn ze hier minstens, terwijl een kilo garnalen of mosselen nog niet een kwart kost in Spanje. Ik begrijp het nu. Percebes worden met hand en steekijzer door Perceiberos van ruige rotspartijen geschraapt. Een levensgevaarlijke klus die alleen tijdens laagwater in kort tijdsbestek kan plaatsvinden. Elk jaar worden levens van de eendenmosseljagers opgeofferd voor deze in laurier gekookte delicatesse. Witte kruizen op onbereikbaar uitziende plekken die we tijdens kustwandelingen tegenkwamen vormen een eerbetoon aan deze heldhaftige mannen. Misschien zou ik ze moeten proeven, dan zou de cirkel van weer een unieke ervaring rond zijn. Voor mij is dit keer het verhaal genoeg. Zo geniet ik ook op zijn Spaans.
*Disfrútalo betekent: geniet ervan in het Spaans.
Charlotte's zeilwereld? Mooi! Niet altijd rozegeur en manenschijn.
Gewoon zoals het leven is. Elke maand deelt ze haar belevenissen
(zoals ze al deed in haar draadje en nu op de voorpagina)
In de zomer van 2022 is Charlotte samen met Paul en
SV Quelinda vertrokken voor een wereldreis.
Glow
- Geschreven door Lotus77
- Hits: 1899
Charlotte's belevenissen
Glow
Geschud aan mijn schouder. ‘Lief, het is tijd. Eén uur.’ De kou van zijn hand dringt door mijn T-shirt heen. Het is mijn eerste nachtwacht op deze tweedaagse oversteek door de Golf van Biskaje.
‘Voordat je je aankleedt, moet je eerst naar buiten komen.’
‘Wat is er dan?’ Vraag ik nieuwsgierig.
‘Ze zijn er nog. Weet niet of je dit ooit nog eens gaat zien. Schiet maar op. Vergeet je reddingsvest niet.’
Ik vlieg op, klim onhandig over het slingerzeil en klap de deken terug op bed zodat het warm blijft voor Paul. Eenmaal buiten, pakt hij mijn arm beet en trekt me naar de kuiprand. Het golft nog altijd behoorlijk. ‘Ga zitten!’ Uitgelaten wijst hij me op de zee.
‘Jee!’
‘Geweldig toch?’
‘Ja…’ Verwonderd staar ik naar de neongroene slingerbewegingen door het water. Links, rechts, ze komen overal vandaan. Soms drie evenwijdig aan elkaar, dan onder de romp schietend en weer terug naar voren. Dolfijnen hebben onze boot uitgekozen om te spelen en zeevonk maakt er één grote glow in the dark party van. Zoiets bijzonders heb ik nog nooit gezien! Zouden ze zelf ook zien hoe mooi dit is? Quelinda maakt het spektakel compleet met haar schuimende, oplichtende boeggolven. Het is prachtig. En dan zijn ze weg. Uitgespeeld.
In de afterparty fonkelt de sterrenhemel. Satellieten schieten voorbij en de Melkweg pakt zonder enige lichtvervuiling het volgende podium. Een nacht als deze mag uren duren.
Weg magie
Paul is duidelijk blij dat hij zijn kooi in kan deze tweede nacht. ‘De golven voel je niet aankomen. Ik zie geen barst.’
‘Als je straks wakker wordt, is het weer licht. Ga maar lekker slapen.’ Ik snap het meteen. Grauwe wolken hebben elke contour en glans van de zee afgenomen. Noordenwind schuurt langs mijn wang. Geen enkele andere boot te zien. Alleen Quelinda die stug de koerslijn met zes en een halve knoop volgt. De uitgeboomde fok oogt rustig als ik erop schijn en mezelf met voet en elleboog voor de zoveelste keer schrap zet. Zo’n anderhalf, twee meter hoog moeten ze zijn. Het slingeren gaat maar door. Weg is de magie van gisteren.
.
Het hoge woord is eruit
In Camaret-sur-Mer diende zich een mooi weergaatje aan. Allebei verlangden we ernaar de golf van Biskaje achter de rug hebben. De verhalen over deze beruchte zeeboezem die Frankrijk met Spanje verbindt, speelden onherroepelijk mee. Het noordwestelijke A Corun͂a of oostelijker gelegen Ria de Cedeira zou het worden. Maar die gierende Spaanse kaapwind met een dikke zes, moesten we dat wel willen? Het venijn van de oversteek zou weleens in de staart kunnen gaan zitten.
Het hoge woord kwam er de ochtend van vertrek uit. Ik durfde het niet aan. Te veel variabelen op een tocht waar ik geen ervaring mee had. Zelfs als Paul, die wel groen licht gaf, meer van dat alles had. Uitstellen wilden we ook niet. En dus besloten we de kaap verder van ons weg te houden en 150 mijl oostelijker, in Gijon te eindigen. Met wind uit het noorden en deining uit het westen werden we 52 uur lang heen en weer geschommeld. Ruim 300 mijl niets zonder vaste hand kunnen doen was nieuw.
Glansrijk geslaagd
Hoe kijken we erop terug? Gedachtes en onzekerheden uitspreken, durven afwijken van het initiële plan en kiezen voor veiligheid, dat houden we vast. Het wachtritme van tien uur ’s avonds tot tien uur ’s ochtends, drie uur op en drie uur af, werkte. Zonder goede zeekooi met slingerzeil en gestutte kussens was slapen nooit gelukt en het eeuwig gehamer op vaste plekken van onze spullen blijkt een uitkomst en must. Vooraf gemaakte nasi en pasta hielden de moraal hoog en ik dank op mijn blote knieën dat zeeziekte dit keer geen meester van me maakte. We hebben de oversteek getrotseerd, unieke momenten mogen ervaren en zijn glansrijk geslaagd.
Charlotte's zeilwereld? Mooi! Niet altijd rozegeur en manenschijn.
Gewoon zoals het leven is. Elke maand deelt ze haar belevenissen
(zoals ze al deed in haar draadje en nu op de voorpagina)
In de zomer van 2022 is Charlotte samen met Paul en
SV Quelinda vertrokken voor een wereldreis.
Overspoeld
- Geschreven door Lotus77
- Hits: 2360
Charlotte's belevenissen
Overspoeld
Hoe kan ik klein schrijven als er na 500 mijl, zoveel onvergetelijke momenten zijn? Waar moet ik beginnen. Amper een maand weg uit Nederland en nooit zuidelijker gevaren dan Cadzand, is zelfs de Belgische blokkendozenkust, waar velen snel aan voorbij varen, mooi. Het is ook die aardige sluiswachter in Oostende die ons welkom heet. ‘Trekt uw chute maar aan in plaats van uw lifejacket! Ge gaat flink zakken!’ En dat de stootwillen er zo hoog hangen begrijpen we ineens. Gelukkig hebben de scherpe oesters langs de sluiswand Quelinda ’s romp niet beschadigd.
Op ruime koers hijsen we het Franse gastenvlaggetje en bereiken moeiteloos Boulogne-sur-Mer. De in mijn gedachte bebloemde boulevard blijkt een vervallen veergebouw, volgepoept meeuwenhotel en een rij vissersboten in een naar riool stinkende haven te zijn. Het gros van de steigers is weg. Sfeer ontbreekt. Wanneer we een memorabele Street art wandeling over de klif en door het oude centrum maken, wordt het ineens toch een kleurrijke stad.
Wit geknepen knokkels
En dan het slaperig klifstadje in het Normandische Saint-Valery-en-Caux. Wanneer we mikken op hoog tij, met stroom tegen en wind in de rug, zijn de flinke rollers in de smalle doorvaart allerminst om bij in te dutten. Paul is weliswaar in zijn element achter het roer en begint te filmen maar ik knijp mijn vingers wit aan de railing. ‘Wil je alsjeblieft de camera wegleggen en opletten?’ Eenmaal de drempel over en binnen, ligt het heerlijk rustig. De aanblik van de droogvallende zeegang is zeer bijzonder. Het is ook de plek waar vissers nog rechtstreeks aan de kade verkopen. Schol, hondshaai, vreemde schelpdieren, ik kijk mijn ogen uit en smul ‘s avonds van mosseltjes in Roquefortsaus terwijl Paul begint aan een pizza die ver buiten zijn bord reikt.
Of de tassencontrole in de supermarkt, ik blijk er verdacht uit te zien. De man voor en vrouw achter mij, krijgen het niet. Is het mijn rommelige knot, vlekkerig T-shirt en klusbroek? Of het eeuwig heen en weer gedrentel langs schappen? Hoe kunnen zij ook weten dat ik zo geniet van boodschappen doen in het buitenland. Het geeft niet dat ze me voor crimineel aanzien. Ik weet beter.
Ik zou willen dat je het ook kon ruiken. Dat ietwat zoete boterbrood van de bakker wat we eten tijdens de wandeling langs zee. Daarna langzaam afdalend naar de andere kant van het stadje is er geen haast meer. Nu al niet meer. Het militair kerkhof maakt indruk. Lange rijen met roos, kattenstaart en heester om en om tussen witte kruizen. Hartverscheurend jong gestorvenen. Soms zelfs alleen bij God bekend.
Greenwich passage
Op weg naar Saint-Vaast-la-Hougue genieten we van de weersveranderingen op zee en houden vistonnetjes ons scherp. De wind doet maar een dotje. Langzaam zeilen we westwaarts, wachtend op dat ene moment.
Gehaast en enthousiast duwt Paul het schermpje onder mijn neus. ‘Kijk dan! Zie je het! Kijk dan!’
‘Je drukt op de volumeknop, ik zie niks lief.’ Reageer ik lachend.
Bang het moment te missen, zet Paul snel de coördinaten terug op de marifoon. We tellen af zoals bij oudjaar tot de nul graden meridiaan, Greenwich passeert. We vieren ook dat we voor het eerst geen land meer zien. Misschien overdreven? Voor ons zijn het mijlpalen.
Een passerende bui gunt ons een laatste beetje wind en dan valt het stil. Jan van Genten met hun lichtgele koppen en zwart gerande vleugels vliegen onverstoord langs. De zee wordt één grote olievlek. De motor gaat aan terwijl Bløf uit de speaker galmt. Zorgeloos voelt het. Terwijl ik zo vaak wakker heb gelegen voorafgaand aan vertrek.
Ankeren doen we allebei het liefst. Het geeft de vrijheid om weg te gaan wanneer we willen en voor het eerst zien we in de vissershaven van Saint-Vaast-la-Hougue wat er schuilgaat achter de vistonnetjes die we steeds proberen te ontwijken. Korven en netten die afdalen naar de zeebodem en vis, krab en kreeft in de val lokken. Dobberend tussen de vissersboten valt ons nog iets op. Geflipper ver weg. Paul staat op. ‘Ik ga een kijkje nemen, praatje maken.’ En daar gaat ie.
Ik kijk toe hoe hij de dinghy aanhaakt bij een RIB en gebarend begint te praten. Ik bewonder zijn initiatief, zijn lef, amper Franssprekend. Ik spreek beter Frans maar hier ben ik niet goed in.
‘En?’ Vraag ik later nieuwsgierig.
‘Die mannen duiken op één teug lucht naar twaalf meter diepte om spinkrabben te vangen. Met drie man doen ze er 25 in een paar uur.’ Respect.
Alderney steelt ons hart
Anker op en na een pitstop in Cherbourg varen we rond slack door de race naar Alderney. Zo kunnen we het nog voor de dreigende storm bezoeken. De Quarantainevlag lijkt overbodig en inklaren is na versneld opeten van onze piepers een papieren formaliteit die later ook toegang geeft tot Guernsey. Alderney, het is de plek waar we door de eigenaar van de watersportwinkel overgehaald worden om te blijven. Waar autosleutels op het contact blijven zitten en betekenisvolle mensen geëerd worden daar waar ze hebben gewoond. Het eiland waar iedereen in de zomer verliefd een huis koopt en ‘s winters verkoopt omdat het er angstaanjagend kan spoken.
We bewandelen roestbruine kustpaden met brem, varens en paarse middagsbloem en drinken cream tea in The Old Barn. Dit Britse Kanaaleiland, waar prachtige forten op elke uitstekende rots staan en waarvan de kleur grijsgrauw is op plekken waar bezetters vernietigende betonnen sporen achter hebben gelaten, steelt ons hart.
In een stilte voor de storm varen we op de motor door de beruchte Swinge en Little Russel naar Saint Peter Port, de hoofdstad van Guernsey. Er is een carnaval festival aan de gang. Een dinghyrace en touwtrekken op de kade zoals dat in Nederland nooit zou mogen. ‘Proost, op het avontuur!’ Met medevertrekkers drinken we tussen de Britten een pint op 80’s muziek. Genieten met grote G.
Intussen liggen we met lange dubbele lijnen, stukgetrokken doekjes en extra fenders aan de ponton. Kraken, snokken en klotsen, het gaat maar door. Snubbers gaan op ons wensenlijstje. We ontvluchten de gierende onrust, maken een wandeling door groene valleien met stenen muurtjes en bezoeken Broeder Déodats ziel en zaligheid. Het kleinste kapelletje ooit gezien, gemetseld met gedoneerde serviesscherven en schelpen. Het is om nooit te vergeten!
Voor de wind zeilen we zuidwaarts naar Noord-Bretagne. Het anker leggen we op de stromende Jaudy rivier in Treguier. Zal het houden? Het kasteel, omzoomd met hoge bomen en rotsige oever is de komende dagen onze achtertuin. Ik kijk naar de zeehond die telkens bij hoogtij langs zwemt en zijn glanzende grijze rug door het water laat glijden. Overspoeld met pareltjes worden we. Het houdt maar niet op.
Charlotte's zeilwereld? Mooi! Niet altijd rozegeur en manenschijn.
Gewoon zoals het leven is. Elke maand deelt ze haar belevenissen
(zoals ze al deed in haar draadje en nu op de voorpagina)
In de zomer van 2022 is Charlotte samen met Paul en
SV Quelinda vertrokken voor een wereldreis.