Twist schreef :
Ik volg JotM niet helemaal, maar volgens mij bedoelen jullie dit in versimpelde termen:
Bij een koersfout staat de vaan niet recht in de wind. Hierdoor ontwikkelt de wind een kracht op de vaan. Tot zover iedereen eens?
In Saeftinghe zijn model, slaat de vaan dan zover uit, dat er een evenwicht ontstaat tussen de kracht van de wind, en de zwaartekracht die de vaan rechtop wil houden. Nadeel: afhankelijk van windsterkte: meer wind is grotere uitslag van de vaan bij gelijke koersfout.
JotM zegt, nee de vaan krijgt nu een uitslag, dusdanig dat er een evenwicht ontstaat tussen de koersfout-kracht en de naloop-kracht. Hierdoor ontwikkeld de vaan een zeker uitslag die samenhangt met de koersfout. En niet (of in elk geval in mindere mate) met de windkracht.
Als een uitleg met moeilijk woorden en begrippen niet overkomt kun je ook proberen je het volgende experiment voor te stellen.
Stel je een vaan voor waarvan de as een hoek maakt van b.v. 15 ° met het horizontale vlak. De ene kant is rood, de andere kant groen.
Als je recht voor deze vaan staat en naar de voorkant kijkt, zie je een smal streepje groen en rood. Beide de halve breedte van het profiel.
Duw je nu de vaan om, dan zul je zien dat, naarmate de helling groter wordt, de ene kleur smaller en de andere breder wordt. Omdat de as scheef staat ga je immers steeds meer tegen de "onderkant" van de vaan kijken.
Zet de vaan weer rechtop en ga nu vanuit je plaats recht voor de vaan een stuk opzij. Je kijkt nu tegen de zijkant van de vaan.
Duw nu weer tegen de kant waar je tegenaan kijkt (doet de wind ook!!)
Je zult zien dat die kant/kleur steeds smaller wordt en de andere breder.
De beweging van de vaan stopt op de plaats waar je beide kleuren weer even breed ziet.
Hoever de vaan is uitgeslagen is afhankelijk van hoever je opzij bent gegaan (winddraaing) en hoe schuin de as van de vaan staat.