OK Erik,
Wanneer een verzekeringmij uitbetaalt, betekent dat dat er geen sprake is van een konstruktiefout door de werf, maar van schade door een ongeluk. Ik heb apart op dit verhaal gereageerd omdat het de essentie raakt van deze diskussie.
Wat de techniek betreft, ik kan zo’n beetje alles weerleggen wat je zegt, want veel van jouw beweringen kloppen niet. Nog een keer dan maar, dan is voor mij de tijd om:
1.
Het kielbouten door (holle) wrangen verhaal is onmogelijk.
In de eerste plaats zitten bij een moderne kiel de kielbouten zo dicht bij elkaar, dat de wrangen op onmogelijk dichte afstand van elkaar zouden moeten komen.
De door jou gepropageerde toepassing van afstandsbussen met een “plaatje” aan de bovenkant van de wrang is een konstruktieve no no. Het laminaat van de romp is ter plekke onregelmatig. Als de afstandsbus maar even boven de bovenkant van de wrang uisteekt, raakt jouw “plaatje” de wrang niet en worden er totaal geen krachten overgebracht op de wrang. Komt de bus beneden het niveau van de wrang, dan kraak je de holle wrang wanneer je de kielmoer met het juiste moment aantrekt.
2.
Dit zou een diskussie met FEITEN worden, geen fantasieen en fabels. Daarom wat foto’s van de kielbouten van een Bavaria en de wrangen die de krachten van de wielbout van de romp overnemen. De wrangen zijn onderdeel van een grid, dat dus ook in lengterichting loopt en daar versterking geeft.
De achterkant van de kiel loopt voorbij de achterste wrang, zodat de opwaardse kracht bij onderwater aanvaring goed door de romp en wrang wordt opgevangen.
De dikte van het laminaat ter plaatse van de kielbouten is moeilijk aan te geven, maar waar de transducer op de foto is geinstalleerd was het laminaat 25 mm, ter plekke van de kielbouten zal het ong. 15 mm dikker zijn. Bij bestudering van het uitgezaagde materiaal blijkt het glas regelmatig en goed verzadigd te zijn, zonder luchtbellen en laagvorming (zoals een tijdje terug in het HR schandaal te zien was). Zoals te zien is, zijn alle kielbouten dicht bij wrangen geplaatst, en is de verbinding van wrangen aan romp substantieel.
3.
Bouten worden alleen op trek belast, niet op een “kantelmoment” (bedoel je buiging?). Voor berekening van de laterale krachten moet er uitgegaan worden van het koppel waarvan het scharnierpunt ligt op het punt van de kiel-flensrand. Voorbeeld ter verduidelijking: Bij horizontale kiel worden de zowel de ‘bovenste’ als de 'onderste' bouten op trek belast omdat het vaste scharnierpunt (de flensrand) onder de "onderste" bouten ligt en niet tussen de twee rijen bouten in. De onderste bouten doen weinig, maar worden zeker niet naar binnen gedrukt zoals je beweert, want ze zijn ook nog voorgespannen.
Probeer maar twee platte planken die op elkaar zijn gespijkerd van elkaar los te trekken aan een uiteinde. De verst afgelegen spijkers worden dan ook niet in het hout gedrukt.
Belasting op buiging zou alleen optreden wanneer het material om de bouten heen zo elastisch zou zijn dat het vervormt. Dat is niet het geval zoals duidelijk moge zijn.
4.
De grote krachten die op de kielbevestiging werken kunnen het rompmateriaal samendrukken. Dit is maar in zeer geringe mate, maar controle van kielbout aanhaalmoment is zeker geen overbodigheid zoals jij beweert. We hebben het hier over een kunsttof romp. Bij staal ligt het anders, maar dan is de kiel doorgaans aan de romp gelast.
5.
Het maakt wel degelijk uit waar de kiel een onderwater object raakt. Als je met de voorkant van de kiel tegen een vast obstakel op de bodem vaart, wordt het gewicht van de kiel niet weggenomen. Elke leek kan dat begrijpen.
6.
Wanneer de kiel halverwege een obstakel raakt, bijv. een container die net onder de oppervlakte drijft, dan resulteert dat in totaal andere krachten. Met name is dan de schuifbelasting op de kielbevestiging (niet op de bouten) veel groter.
7.
Je bewering dat een onderwater aanvaring slechts resulteert in een kantelmoment is onjuist. Krachten veroorzaakt door enertia laten zich niet zomaar van richting veranderen. Basis natuurwet. Daar zijn geen verwijzingen naar ISO standards voor nodig. Newton heeft wat dat betreft alles al een hele tijd geleden geformuleerd.
8.
Ik wil niet een diskussie loden kiel versus gietijzer hier beginnen, maar kielen worden vaak geheel in lood gegoten. Er zijn allerlei manieren om de kiel te verstevigen. Toepassing van legering is een manier om de materiaaleigenschappen te verbeteren en draadeinden kunnen dan rechtstreeks in het kielmateriaal worden getapt.
9.
Loden kielen kunnen door de materiaalkarakteristieken beter een schokbelasting absorberen dan gietijzer, dus jouw bewering dat het kielmateriaal allemaal niets uitmaakt is onjuist.
10.
Wantputtingen. Ik weet niet waar je met je verhaal hierover naartoe wilt. Ik ga me bijna afvragen of je wel bekend bent met hoe de wantputtingen bij Bavarias zijn uitgevoerd. Daarom nog maar een foto.
Zoals je ziet een zeer substantiele verankering aan de romp. Van belang is ook de verbinding aan het massieve deel van het laminaat, niet alleen aan het sandwich deel van de romp. Verder is te zien dat de bank door inlamineren een integraal onderdeel vormt van de konstruktie, wat helpt bij het overbrengen van de krachten.
Nu is mijn vraag aan jou, aangezien je zelf geen foto kunt laten zien, welk deel van deze toch zeer degelijke konstruktie bij de boot/boten van jouw kennissen “door het dek waren getrokken”.
11.
Wat de Inuit betreft ben ik bloedserieus. Geweldig hoe primitieve volkeren de materialen benutten die ter beschikking staan, zoals huiden en walvisbotten. Indianen hollen daaentegen boomstammen uit, dus die zijn zelfdragend. Ik zie alleen niet wat dit te maken heeft met onze verstevigingen in het laminaat van een polyesterboot.
Hier moet je het helaas mee doen, ik haak af. Op mijn breedtegraad is het zomer en er moet nog gezeild worden vandaag. Er is me het een ander over jouw expertise duidelijk geworden, dus ik heb ook weer wat geleerd. Als ik een klein beetje van de Bavaria fabels heb kunnen ontzenuwen ben ik tevreden.
Roger and out,
B.