Welkom  

   

Mijn Menu  

   

What's Up  

Geen evenementen
   

Wedstrijd  

Geen evenementen
   
   
   
   
   
   
   
   
   
   
   
   
   
   
Welkom, Gasten

Onderwerp: Verhaaltje voor het slapengaan

Verhaaltje voor het slapengaan 13 sept 2020 09:37 #1205833

Soms gaan enge dingen wel gewoon goed!

De ijzeren kerk.

Het was stikkedonker, springtij en bijna hoog water.
Ik had nog nooit zoveel sleepboten bij elkaar gezien. Echte sleepboten, dus niet die verzameling verbouwde vaartuigjes die op Sleepbotendagen samenklitten met teveel vlaggen en te glanzend messing en teveel bierbuiken met bretels.
Op de keien aan de oostwal lag een groot zeeschip dat daar een paar weken eerder in een storm beland was, losgeslagen bij het dok. Het roer hing er met een rare knik achter. Een stuk of 15 sleepboten waren druk in de weer om hun positie te zoeken en sleeptrossen over te zetten.
Tegelijk lag er een bosje sleepboten klaar om een ander groot zeeschip te ontvangen, een grootste die hier ooit zou binnenkomen.

Wij waren net door de sluis naar buiten gekomen en slingerden door de Industriehaven van Harlingen, op zoek naar de plek waar we ons ponton konden afmeren.

Een dag eerder had ik het nog lege ponton uit Lemmer opgehaald en naar Warten geduwd. Daar zou bij de scheepswerf een grote scheepssectie aan boord worden gezet, bestemd voor de scheepswerf in de Harlingense Industriehaven.
Het was nog knap lastig om dat grote ponton fatsoenlijk door het bochtige laatste slootje te manoeuvreren, ook al omdat in de binnenbochten overal palingfuiken stonden, uit nautisch standpunt gezien uitermate ongelukkig. Ik verwonderde mij erover dat een scheepswerf, die zulke grote dingen maakt, aan zó’n klein vaartje gevestigd is.
Bij de werf torende de scheepssectie hoog boven de kade uit, als een ijzeren kerk in het vlakke landschap.

Het programma voor het transport was gedetailleerd vastgelegd in een draaiboek met een strak tijdschema.
‘s Morgens vroeg arriveerde een stoet met op kop de grootste mobiele kraan die ik ooit had gezien, gevolgd door een serie diepladers met enorme gietijzeren contragewichten, de hijslier, stroppen, stempels en hijsblokken. Binnen anderhalf uur was de hele meccanodoos gesteld en hijsklaar.
Ik had mijn boot ondertussen aan de andere kant van het ponton gekoppeld, de voorboot was aangekomen en die had zijn sleeptrossen bevestigd.
Omdat het een uitzonderlijk transport zou zijn, waren vergunningen aangevraagd en verleend en zouden we begeleid worden (in de gaten worden gehouden) door een boot van de Provinciale Waterstaat. Ook dat PW-bootje was er al.
Precies volgens de planning werden de zware hijsstroppen bevestigd aan de sectie en trok de kraan alvast spanning op de draden.
Toen viel alles stil.
Eventjes dacht ik nog dat het volgens de CAO koffietijd zou zijn of zo, maar na een uur was er nog steeds niets gebeurd.
Vanaf de PW-boot vroeg iemand mij waarom er niets gebeurde en dat wij zo achter zouden raken op het schema, maar ik wist het ook niet.
Even later hoorden we dat er een probleem was rond de betaling: de scheepswerf eiste een bankgarantie voordat het spul hun terrein zou verlaten.
Uren verstreken.
Er werd gemord.
Nog meer uren verstreken.
Het volk werd opstandig, en dan vooral het PW-volk.
Plotseling, de schemer was al ingevallen, kwam alles in beweging en stond de scheepssectie binnen een half uur aan boord. We werden opgejaagd door de PW, want volgens de vergunningen mochten we niet bij duisternis varen: “Gauw, vertrekken, de gang d’r in!”. Ik verdacht hen ervan dat ze baalden dat ze moesten overwerken. Ambtenaren, hè. Maar het kan ook zijn dat ze wilden dat we voor de zeeschepen-reuring op onze bestemming zouden zijn.
We zetten er meteen de sokken in. Mijn uitzicht was nihil, 7 meter voor mijn stuurhut stond die enorme ijzeren kerk.
De schipper van de voorboot had natuurlijk wel goed uitzicht naar voren, maar hij had geen flauw idee waar de achterkant van het ponton zich bevond.
Op het ponton stond zijn matroos, een jonge knul, blijkbaar met zeewater en gasolie in de aderen. De microfoon van z’n portofoon lag op zijn linkerschouder en daarmee stuurde hij het hele transport zuiver door het slootje: “Jan, tikkie bakboord, hou ‘m hoog. Wim, tandje er af en hard stuurboord” enzovoort. Gelukkig hadden we hier nog een laatste sprank daglicht zodat we de fuiken en de wal konden zien.
Op het Van Harinxmakanaal was het echt donker. Opgejaagd door de PW liep de snelheid op tot 16 km/uur, ver boven het toegestane maximum.
Ik ging er vanuit dat we voor de bruggen een tandje terug zouden nemen, het was immers vrij krap. De doorvaartbreedte was precies 12 meter en het hoekige ponton was 11,80 meter breed. Dat houdt niet veel over met zo’n windvanger erop.
De matroos besloot anders. Gang houwe!
Heel rustig stond hij aan de uiterste stuurboordszijde van het ponton, zijn hoofd licht naar links gebogen met de ogen op de brug gericht en mompelde in de microfoon: “Jan, houwe zo, Wim beetje bakboord. Genoeg zo. Jan 10 cm stuurboord. Houwe zo.” En zo stoven we, met 16 km/uur in het donker zonder iets te raken door de ene brug na de andere. In blind vertrouwen op die jonge matroos.
De sluis passeerden we net zo gladjes en even later meerden we onze vracht af bij het dok, omringd door sleepboten precies op de plek waar weken eerder het zeeschip was losgeslagen.
Ik besefte hoe fijn het is om met mensen samen te werken die hun vak verstaan èn die helder communiceren. Zonder hinder van managers.

Wim.
Schippers schoffelen niet
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Verhaaltje voor het slapengaan 13 sept 2020 09:40 #1205835

  • OldBawley
  • OldBawley's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 2179
Als reactie op de post van il Cigno :

Men zegt toch “ het geluk is met de dommen”
Ik heb vaak geluk gehad bij het varen. Denk in het leven ook. Enkele keren zwaar ongeluk.
Heb dat ongeluk echter overwonnen en zonder dat zeilde ik nu niet hier.
Ik zie dat dan weer als geluk. Betwijfel of anderen dat zouden doen.
Laatst bewerkt: 13 sept 2020 09:47 door OldBawley.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Verhaaltje voor het slapengaan 13 sept 2020 11:19 #1205876

  • plusfast
  • plusfast's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 2174
Berghout-2 schreef :
...Op het ponton stond zijn matroos, een jonge knul, blijkbaar met zeewater en gasolie in de aderen...

Zulke mensen zijn goud waard.

Mooi verhaal weer, dank!
Zelfs het duurste jacht ligt aan de kade vast met een lijntje van een paar euro...
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Verhaaltje voor het slapengaan 23 sept 2020 17:09 #1209663

  • Albert 45
  • Albert 45's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 12594
Ben er sinds eind augustus tussenuit geweest en heb nu weer alles bijgelezen.
Berghout en Old Bawley, pracht verhalen, ga door. :)
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Verhaaltje voor het slapengaan 07 okt 2020 22:13 #1215423

Mevrouw Olivier.

Eindelijk, we gingen op vakantie. De tent, luchtbedden en slaapzakken deden we als laatste in onze nieuwe oude Fiat 500 (de verkoper vroeg een rijksdaalder, ik bood een gulden. We werden het eens op fl 1,75 met volle tank) en we reden weg.
Na een paar meter (ik had al het gevoel dat ik “iets” vergeten was) stopte ik abrupt: o ja, de hoofdkraan van het gas moest nog dicht. Snel dook ik de meterkast in, draaide de kraan dicht en zette meteen de hoofdschakelaar van de elektriciteit om. Dat vonden we toch wel veiliger met die oude leidingen.

We waren jong, arm en gelukkig.
Ons huisje was ons paradijs. Het was klein en oud, een beetje scheefgezakt en het tochtte flink. Vanuit ons bed op zolder konden we tussen de dakpannen door soms de sterren zien, soms de regen voelen.
Het stond dichtbij de Lek net buiten een oud dorpje, met rondom een flinke moestuin.
We hadden ook een varken genaamd Mevrouw Olivier, gekregen van onze Deense vrienden die dat wel een passend kado vonden. Het dier had een geweldig leven met een prive-modderpoel, vers eten uit de moestuin en allerlei afval van de winkels en het cafetaria uit het dorp.

Toen we de zoldervloer gingen vervangen –ik was er doorheen gezakt- besloten we van de gelegenheid gebruik te maken en hesen een enorme vrieskist naar boven.
Dat was ideaal, want het grootste nadeel van een moestuin is toch wel, dat alle groente tegelijk klaar is voor de oogst. Nu konden we het goed bewaren.

In het najaar was Mevrouw Olivier eigenlijk al op gewicht om geslacht te worden, maar dat konden we nog niet over ons hart krijgen. Pas in het voorjaar waren we er eindelijk aan toe. Ze liep vrolijk de schapenkar in en even later schommelde ze goedmoedig en nieuwsgierig met ons mee de slagerij in.
We troostten ons met de gedachte dat ze een mooi leven had gehad en netjes aan haar eind was gekomen.
De slager verpakte haar vlees in handzame porties die we in de vrieskist konden bewaren.

Kort daarna gingen we op vakantie, voordat de moestuin teveel onze aandacht nodig zou hebben.
Ruim twee weken lang was het prachtig weer, het was nog nooit zo warm geweest in het voorjaar. De vakantie was heerlijk.
Op het moment dat we thuiskwamen en ik het gas en de stroom weer aanschakelde, hoorde ik de vrieskist aanslaan.
Ah, de vrieskist.
Ehh, G#@&*$!!! DE VRIESKIST!!!!
Ik ging de vlizotrap op (het was ver boven de 30 graden op die ongeïsoleerde zolder) en tilde voorzichtig het deksel omhoog, op een klein kiertje. Snel dook ik het trapje af en haalde nog net de voordeur voordat mijn maag zich helemaal omdraaide.
De stank die uit het kiertje was ontsnapt was ondragelijk. Nadat ik moed had verzameld, ging ik terug naar boven met een natte theedoek voor mijn gezicht.
De vriezer was voor driekwart gevuld met een warme, zacht borrelende massa die qua kleur deed denken aan een mislukte erwtensoep met klonten en bolstaande plasticzakken. De stank was onbeschrijfelijk.

We hebben nog een week in de tent geslapen, naast ons huis. De vriezer heb ik, met een gasmasker op, leeggeschept met een emmer. Daarmee telkens voorzichtig het trapje af en dan leegkiepen in een kuil in het weiland op veilige afstand van het huis. Daarna hebben we een deel van de dakpannen en een juffer verwijderd en de vriezer door het gat naar beneden gedonderd.

Kenners zeggen dat vlees lekkerder wordt als je het een tijdje laat rijpen.
Ik denk daar sindsdien iets genuanceerder over.

Wim.
Schippers schoffelen niet
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Verhaaltje voor het slapengaan 07 okt 2020 22:15 #1215424

  • Sailabout
  • Sailabout's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 1378
Fantastisch verhaal :P :P
V1122 Silmaril - www.sailabout.nl/Blog/
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Verhaaltje voor het slapengaan 07 okt 2020 22:37 #1215426

  • plusfast
  • plusfast's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 2174
Dat krijg je er van als je je eigen beestjes wilt eten. Ze nemen postuum wraak.

Wel weer een prachtverhaal.
Zelfs het duurste jacht ligt aan de kade vast met een lijntje van een paar euro...
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Verhaaltje voor het slapengaan 08 okt 2020 06:42 #1215462

  • Anjo
  • Anjo's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 12546
:sick: Kan me er iets bij voorstellen :sick:
Stuurman aan wal ;-)
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Verhaaltje voor het slapengaan 08 okt 2020 08:27 #1215500

  • Albert 45
  • Albert 45's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 12594
Prachtig! :laugh: :laugh: :laugh:
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Verhaaltje voor het slapengaan 08 okt 2020 09:09 #1215519

Delphi32 schreef :
Hoe vaak ben jij dan met een duwbak van 100 meter voor je, achteruit een box in gevaren? Niet in mijn haven, hoop ik :D

Nou ja, geen 100m maar wel forse bakken en een ponton met gondelier. Kon zonder hulp van sleepboten het hele haventje door manoeuvreren. Wel binnen de palen blijven met je bootje ;)

Henny (Team Zeilersforum.nl)

It is when you are riding out your first gale in a boat you have built yourself that you wonder about some of the doubtful workmanship that went into her - John Guzzwell

www.fram.nl
Laatst bewerkt: 08 okt 2020 09:12 door Noballast.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Verhaaltje voor het slapengaan 08 okt 2020 09:56 #1215532

  • Peper
  • Peper's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 3648
In Te Aroha (NZ in de buurt waar Laura D nu woont) moest ik de oude vrieskist aanzetten en vullen met wild geitenvlees in brokken. 'Dog tucker' ofwel hondenvoer voor de herdershonden.
Nu kunnen varkens stinken, maar geiten stinken kwadratisch erger. De kist zat goed vol en er was weer voor een tijdje genoeg.
Als je alle vlees in één keer in de diepvries doet vriest het ondanks de plastic zakken, aan elkaar en moet je het eruit hakken. Daar kon die oude diepvries niet tegen, de bovenste laag kon er nog uit worden gehaald en aan de herdershonden worden gegeven en de rest moest ontdooien om eruit te halen. Dat betekende ook dat er een deel zou bederven, maar dat kon dan weer aan de wilde zwijnen worden gevoerd voordat ze werden doodgeschoten voor de slacht.
Nadat het stinkende geitenvlees was ontdooid werd de geitenlucht gemengd met de ammoniaklucht van rottend vlees en in een kruiwagen gegooid en naar de voederplek voor de wilde zwijnen gereden. Het stonk zo erg dat je het idee had dat de lucht groen moest zijn, maar dat zag je niet.
Twee dagen later hadden de wilde zwijnen een flink deel van opgegeten (echt, je weet dan waarom het 'alleseters' worden genoemd) en met de oude .30 werd een zwijn afgeschoten en op een ladder opgehangen schuin tegen het huis.
Met een mediane buik incisie (snee van het borstbeen tot aan het schaambeen) werd de 'zwijnerij' eruit gehaald...
Varkens stinken, geiten (en zeker bokken) stinken nog harder, maar varkens die verrot geitenvlees hebben gegeten... Ik dacht dat de verf van het huis zou bladderen van de stank. Het was niet te harden! Het zwijn is nooit in de pot beland, gewoon teruggegooid op de varkens voederplaats. De zwijnen moesten eerst maar eens weer wat plantaardigs eten voordat er weer een kon worden geslacht.
Zoet geparfumeerde groet van Peper.
Volg mijn adviezen en raadgevingen NOOIT op!
Ik ben een 'misfit', een 'square peg in a round hole' en een 'wereldverbeteraar' van de ergste soort:
Eentje met een zeilboot en een elektrische buitenboordmotor.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Verhaaltje voor het slapengaan 08 okt 2020 19:52 #1215713

  • Lotus77
  • Lotus77's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 278
Mooi verhaal. Het begon zo mooi met een ode aan mevrouw Olivier, een drama einde. Jak!
Ik denk dat je het nog steeds ruikt Berghout!
"Doe vandaag iets waar je toekomstige ik je voor zal bedanken'
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Verhaaltje voor het slapengaan 10 okt 2020 03:31 #1216110

  • DavidS
  • DavidS's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 3375
bepaalde geuren blijven je hele leven lang tussen je tanden plakken
"Life is too short to own an ugly boat"
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Verhaaltje voor het slapengaan 16 okt 2020 12:28 #1218512

Deze week zou de strontweek zijn geweest, met de Strontrace, de Beurtrace en de Visserijdagen vanuit Workum.
In 1978 deed ik voor het eerst mee met de visserijdagen, een hele belevenis waaruit dit lange verhaal ontstaan is.

De wonderbaarlijke visvangst

We stopten de botter af in de havenkom van Workum en we gingen er direct op uit om viskisten te lenen. De bun puilde uit.

Ik was net 22 en zo dun dat ik kon dansen in een TL-buis.
Verder was ik schipper op een lekke gammele botter, had nog nooit visnetten van dichtbij gezien (behalve dan in een bistro met druipkaarsen) en deed mee aan de Visserijdagen in Workum. Eigenlijk zou iemand anders schipperen maar die was ziek geworden.
De bedoeling was dat we maandagmiddag zouden uitvaren en zaterdagmorgen terugkeren zonder gebruik van de motor. De gevangen vis zou geveild worden op woensdag- en zaterdagmiddag.
We huurden van de organisatie 4 perkjes van elk 75 meter staand want (dat zijn fijne, kwetsbare netten die worden neergezet op de bodem, bedoeld voor de vangst van bot en snoekbaars) en ik had zelf 500 meter hoekwant met toebehoren gemaakt voor de palingvangst. Hoe ik daarmee moest omgaan, daar had ik geen flauw benul van. Maar we zouden een bosje pubers van de visserijschool uit Den Oever aan boord krijgen, naar mijn idee wisten die er wel raad mee.
Dat was de tweede misvatting.

De eerste misvatting was dat de kapotte keerkoppeling geen probleem zou vormen omdat gedurende de visserijdagen motorgebruik ongewenst was.

Op maandagmiddag waren we klaar om te vertrekken, op naar onbekende rijke visgronden! Ik vroeg de visserpubers wat de beste plek zou zijn om de netten te schieten. Ze hadden geen flauw idee.
Al gauw bleek dat deze zoveelste-generatie visserlui-in-de-dop alleen maar gewend was aan het regime op de kotter van hun pa, wat inhield: volle kracht op de autopiloot naar de visgronden stomen, sleepnetten d’rin en volle kracht trekken, even later de netten ophalen en legen en dan weer verder trekken.
Het met de hand draperen van staande netjes op zoet water? Nee, dat kenden ze niet.
Op een vrij willekeurige plek hebben we de perkjes te water gelaten. Op de terugweg naar Workum zou ik het hoekwant schieten.
Dat hoekwant bestond uit een “boom”, dat is een stevige lijn van 500 meter, met daaraan om de twee meter een dwarslijntje met een flinke haak met aas.
Geheel volgens de papieren wijsheid uit Peter Dorleijns boek “Geen moed vist ook” had ik het hoekwant geaast en netjes in een zandbedje opgeschoten in de schietbak.
De bedoeling was om al zeilend een ankertje met joon uit te werpen, met daaraan het begin van het hoekwant. Dan zou de boom met de geaaste haken netjes en snel uitlopen, terwijl het andere anker met joon al vast zat aan het einde van de boom.
Het begon goed. Anker en joon gingen te water en de de boom liep als een razende uit. Tot ongeveer de twintigste haak. Die haak pikte vast aan een andere haak en in 1 seconde flipte het hele hoekwant als één kluwe in de plomp.
Er zat niks anders op dan het eind-anker plus joon er maar achteraan te flikkeren.

De volgende ochtend (dinsdag) stonden we vroeg op om voor het daglicht het hoekwant op te halen. Vangst: nul. Bijzonderheden: onontwarbaar en de hele boel ging zo de container in. Jammer van al dat touw, de 250 haakjes en de vele uren werk.
Toen zeilden we door naar de perkjes staande netten. Vangst: nul. Bijzonderheden: urenlang geklooi om ze te fatsoeneren.
Pas aan het einde van de middag konden we de netten weer terug in zee zetten.

Woensdagochtend, enkele uren voor de eerste visafslag, haalden we de netten weer boven water. Vol hoop, maar bepaald niet vol vis. De vangst bestond uit twee snoekbaarzen die ik direct in de bun stopte, zodat ze in leven zouden blijven.
Dat was de derde misvatting. Dat is te zeggen, waarschijnlijk zijn die snoekbaarzen wel in leven gebleven, maar ik heb ze nooit meer kunnen vinden. Ik wist in mijn onkunde niet dat er eerst een klaarzak (een soort leefnet) in de bun gehangen moet worden.
Kortom, onze aanvoer voor de eerste visafslag op woensdag bestond uit... Niets!
Alle andere deelnemers hadden al wel een mooi zooitje vis aangeleverd.

Na de afslag (en boodschappen doen) voeren we Workum weer uit. Er stond een stevige noordwester waarmee het Soal bezeild was, alleen voorbij de vuurtoren was ‘t krap-an.
We zeilden noordwaarts, richting Afsluitdijk. Ik hoopte daar wat beter te vangen.
Misvatting nummer vier was dat ik dacht veel dingen tegelijk te kunnen doen. Dat was wel nodig omdat de pubers aan het klieren waren.
Met dit soort wind en golven was de oude botter zo lek als een mandje, er moest hard gelensd worden. Dat hield concreet in dat de puts permanent bemand was. De hozer-van-dienst zat naast de zwaardbolder op z’n knieën op de deken (dat is de bovenkant van de bun, waar je op kunt lopen), schepte steeds een puts vol uit de hoosgoot en kiepte die achter zich leeg in de trog (het opstaande deel van de bun), elke 5 seconden weer een puts vol. Inclusief korte adempauzes wordt er zo 5000 liter per uur weggehoosd.
Maar de hoosploeg begon te muiten, klaagde over rugpijn en andere ongemakken.
Verder was er een kookploegje bezig om een vette voedzame stamppot te bereiden. Ook deze ploeg muitte, want het schillen der aardappels viel hen zwaar en er zat zand in de andijvie.
Door dit pubergekloot verwaarloosde ik de navigatie en dat had ik beter niet kunnen doen.
Opboksend tegen de hoge golven hoorde ik het lijzwaard krakend omhoog komen. Een paar seconden later liepen we met een schok vast, op hard zand aan lagerwal vlak voor Gaast.
Hier begon misvatting nummer 1 zich te wreken, Jeweetwel, dat we zouden kunnen varen met een kapotte keerkoppeling.
We streken de zeilen en lieten de grote dreg (60 kilo) vallen. Terwijl de hak en het roer vrolijk op het zand bonkten, haalden we de roeiboot langszij en lieten daar de kleine dreg (20 kilo) met een lange tros in zakken.
Omdat ik zelf aan boord wilde blijven, liet ik drie pubers het dregje wegbrengen, roeiend tegen de hoge golven in. Dat viel hen erg zwaar, zoiets hadden ze nog nooit gedaan, dat hoefde nooit bij pa op z’n kotter. Pas na een dik half uur (en enkele mislukte pogingen) zat het dregje 100 meter aan loef in de grond.
Daarna trokken we met de hele bemanning op het voordek de botter los, centimeter voor centimeter bonkend over het zand naar het dregje. Snel brachten we de grote dreg weer uit en toen lagen we eindelijk veilig met de brekers 50 meter achter ons.
Eerst eten!
Het was donker geworden en we waren moe. Ik had geen zin meer om verder te varen, dus besloten we om de netten vanuit het roeibootje vlak achter de botter te schieten, op de ondiepte waar we net van af waren gekomen. Achter een zandbankje met daarop een voet water vonden we een geultje van een meter diep, net genoeg voor ons staand want.

De volgende ochtend (donderdag) bleek die laatste beslissing absoluut geen misvatting.
De netten waren door de golven tot een soort worsten in elkaar gedraaid, maar wel worsten die afgeladen waren met snoekbaars, bot, rode baars en blei.
Het was niet normaal hoeveel vissen zich hadden vastgezwommen.
Alle vissen werden vlot gestript (van de ingewanden ontdaan) en met scherfijs in viskisten gelegd. De pubers waren hier heel goed in, ze stripten in een waanzinnig tempo.
Waar ze ook goed in waren: de ondermaatse snoekbaarzen en botjes, die niet aangeland mogen worden, werden gefileerd en in roomboter gebakken. Niet normaal, zo lekker! De pubers stegen aanmerkelijk in mijn achting.
We hadden vele uren werk om de netten te overhalen (ontwarren en schoonmaken), want het was een bende. Maar ‘s middags schoten we ze weer op dezelfde plek, met hetzelfde fantastische resultaat op vrijdagochtend.
En de nacht van vrijdag op zaterdag weer.

Ondertussen had vrijdagavond misvatting nummer vijf zich voorgedaan. Ik was er van uitgegaan dat een puber niet zomaar een touwtje losmaakt.
Met dat touwtje lag ons roeibootje wild stuiterend vast aan de botterkont. Met enige vertraging kwam de betrokken puber melden dat het bootje was losgeraakt en dat hij er niks aan kon doen en dat het per ongeluk was gebeurd en dat hij nog geprobeerd had om het touwtje weer te pakken.
Het bootje bleek er in een adembenemend tempo vandoor te zijn gegaan, over de ondiepte heen en onbereikbaar voor ons. Ik peilde zo nauwkeurig mogelijk hoe de wind stond, dat was zo ongeveer naar de vuurtoren van Workum.
Om de netten te kunnen ophalen hadden we echt een bootje nodig.
Zaterdagochtend gingen we ruim voor de dageraad ankerop om het bootje te gaan zoeken of desnoods er eentje te lenen. Bij het eerste daglicht zeilden we het Soal in, maar hadden geen spoor van ons bootje gezien.
Een Stavers jolletje, ook een visserijdagen-deelnemer, zeilde naar buiten. We groetten elkaar hartelijk. Ik keek hem na over mijn schouder en zag.....òns bootje aan zijn kont!!! Ik gaf een brul, keerde de botter en ruilde even later ons bootje tegen een volle fles Weduwe. Ze hadden hem kort daarvoor gevonden op de keien bij de vuurtoren. We scheurden terug naar Gaast, haalden onze netten op en scheurden met kluiver en aap weer naar Workum, net op tijd voor de afslag.

Zaterdagmorgen moesten we om uiterlijk 11 uur onze vis aanlanden in Workum voor de afslag. Om vijf voor 11 knoopten we vast en terwijl we de eerste viskisten alvast aan land brachten ging ik snel andere viskisten lenen.
De bemanningen van de andere deelnemers hadden natuurlijk onderling al bepaald wie de beste vangst had. Toen ze zagen wat wij aan land brachten, vielen ze van verbazing bijna om. Iemand opperde zelfs dat ik stiekem vis had gekocht bij een beroepsvisser.

Tijdens de afslag werd goed betaald voor snoekbaars, gemiddeld fl 7,50 per pond. Maar toen onze enorme partij als laatste werd werd aangeboden, wilde geen enkele opkoper zóveel in een keer afnemen. Uiteindelijk werd er iets meer dan een gulden per pond betaald, wat uiteindelijk toch ruim voldoende was om ons de hoogste besomming op te leveren.
Ik kreeg de zilveren brijlepel met inscriptie en de titel “Beste visser onder zeil 1978”.
Toch niet gek voor iemand die nog nooit een net in z’n handen had gehad.

Wim.


Nachrift 1: ik heb ook wel veel lol gehad met die pubers, en verrassende momenten.
Zo vroeg ik aan een pukkelig figuur om recht op de toren van Hindeloopen af te sturen. Hij bakte er helemaal niks van, we gingen alle kanten op behalve de goede. In een ingeving haalde ik het visserskompas uit het vooronder, zette het bij zijn voeten neer en vroeg hem om zoveel graden te sturen.
Geconcentreerd naar beneden kijkend stuurde hij de botter messcherp op Hindeloopen af.
Een andere, beetje mollige jongen had de eerste avond zoveel gezopen dat hij in het vooronder over z’n nek ging. Na de dweilpauze gaf ik de korte maar heldere regel: “Wie dronken is slaapt buiten”.
De volgende nacht lagen er twee jongens in de fok op het voordek, recht boven mijn hoofd. De ene jongen jammerde: “Ik zal het tegen mijn ouders zeggen dat we buiten moeten slapen!”. Na een korte stilte zei de andere: “Dat sal ik maar niet doen, want dan kennik elluk weekend buite slape!”.

Nachrift 2: in die tijd werd de gevangen vis per schip in 1 kavel verkocht, waardoor het alleen interessant was voor handelaren.
De laatste jaren gaat de verkoop in kleine porties zodat ook particulieren een fatsoenlijk maaltje kunnen aanschaffen.





Een volle bun


Netten overhalen




Netten schieten
Schippers schoffelen niet
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Verhaaltje voor het slapengaan 16 okt 2020 13:05 #1218515

Geweldig!
Gave fotos trouwens ook :-)

Richar
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re:Verhaaltje voor het slapengaan 16 okt 2020 13:28 #1218524

Mooi verhaal en fraaie foto's.
Laatst bewerkt: 16 okt 2020 13:29 door Jollenbaas.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Verhaaltje voor het slapengaan 16 okt 2020 16:01 #1218572

  • jerry
  • jerry's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 7014
Mooi verhaal Wim.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re:Verhaaltje voor het slapengaan 16 okt 2020 16:06 #1218575

  • Peper
  • Peper's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 3648
Alsof je aan boord meevaart!
Groeten, Peper.
Volg mijn adviezen en raadgevingen NOOIT op!
Ik ben een 'misfit', een 'square peg in a round hole' en een 'wereldverbeteraar' van de ergste soort:
Eentje met een zeilboot en een elektrische buitenboordmotor.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re:Verhaaltje voor het slapengaan 16 okt 2020 16:09 #1218577

  • ilCigno
  • ilCigno's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 18170
Goed verhaal en een zeerverdiende prijs!
Timo
Compromis 888 'il Cigno'
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Verhaaltje voor het slapengaan 18 okt 2020 07:37 #1218960

  • DavidS
  • DavidS's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 3375
Prachtverhaal!!!
"Life is too short to own an ugly boat"
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Verhaaltje voor het slapengaan 18 okt 2020 12:32 #1219037

Netjes! ;)
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Verhaaltje voor het slapengaan 19 okt 2020 11:11 #1219390

  • Albert 45
  • Albert 45's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 12594
In één woord, GEWELDIG!
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Verhaaltje voor het slapengaan 03 nov 2020 21:50 #1224291

De aanvaring

Deel 1. Het bord erwtensoep.

Ik belde 112. “Er is een aanvaring geweest, geen gewonden, geen gevaar voor zinken, geen lekkage van olie, maar de waterpolitie moet er wel bijkomen. Ik kan hun nummer niet vinden, kunt u mij doorverbinden?
“O, hihihi, ik kan dat nummer óók nooit vinden” antwoordde de dame van 112 giechelend.

De beunbak lag aan z’n ijken. Afgeladen met 1200 ton zwaar vervuilde baggerspecie afkomstig uit de grachten van Zwolle.
Er zat zóveel vuil in, PAK’s, zwavelverbindingen, cyanides, arsenicum, lood, cadmium, zink, tin en andere zware metalen, dat het onder de zwaarste vervuilingsklasse viel. Het werd afgevoerd naar IJsseloog, een lieflijke benaming voor de smerigste put van Nederland.
Mijn boot was verplicht voorzien van een overdrukinstallatie, die gefilterde buitenlucht naar binnen blaast.
Er zat veel munitie in de modder, vooral mortier- en handgranaten uit WO II. Die werden er van tevoren in een zeefinstallatie uitgehaald en afgevoerd door de groene mannen van Defensie.

Ik had de beunbak voor m’n sleep-/duwboot gekoppeld en voer de Spooldersluis in. Het was een rustige, zonovergoten dag, maar terwijl ik opschutte zag ik in het zuiden een verkleuring in de lucht die mij niet helemaal beviel. Daarom startte ik mijn radar alvast op, een JRC Swiss Radar met zo’n echte ronde beeldbuis waarop een rubber trechter kan worden gezet, zodat je ook met daglicht iets kunt waarnemen.
Deze radarinstallatie gaf een voortreffelijk en haarscherp beeld, beter dan van de veel duurdere en modernere rasterscanradars, maar bij daglicht was-ie lastig afleesbaar. En hij had 10 minuten opwarmtijd nodig.

We draaiden vanuit de sluis de IJssel af met helder zicht, zover het oog reikte. Na een kwartier begon het diezig te worden, met een kilometer of twee zicht. Weer een kwartier later begon het vervelend te worden, 500 meter zicht.
Tegen de tijd dat we door de bocht van Zalk draaiden, kon ik de voorkant van de bak al niet meer zien. Het zicht was minder dan 50 meter. Ik stuurde de hele tijd voorover gebogen met mijn gezicht in de rubberen pispot, om niet verblind te raken door het daglicht. Ik had de matroos de opdracht gegeven om met haar vinger op de kaart bij te houden waar we zaten; ik gaf haar voortdurend door wat ik op mijn scherm zag en dat vergeleek zij dan met de kaartgegevens. Zij vertelde dan steeds weer wat ik kon verwachten, bochten, kribben, bakens en tonnen, want hoewel ik het vaarwater goed kende wilde ik absolute zekerheid.
Wat altijd lastig is met het varen met een bak voor de kop, dat zijn de valse echo’s. Deze bak was 67 meter, maar de radarstralen ketsten in de bak heen en weer tussen de schotten waarmee hij op het scherm wel een kilometer lang leek.

De contacten met de andere scheepvaart verliepen efficiënt en helder. Iedereen meldde zich en onderling werden goede afspraken gemaakt.
Hoewel alles goed verliep en onder controle leek, had ik het niet naar mijn zin. Ik hou niet van mist. Je speelt een soort videogame, maar dan met maar 1 leven. En ik kreeg rugpijn van het gebukt staan.
Het laatste lastige obstakel zou de stadsbrug van Kampen zijn. Een vrij smal ding dat voorstrooms genomen zou moeten worden. De brugwachter communiceerde helder en goed, toen hij vertelde dat de brug voor ons open stond moest ik dat maar vertrouwen.
Pas toen onze bak al voor meer dan de halve lengte onder de brug door was, konden we hem ook zien (ik kneep mijn ogen tot een spleetje om niet verblind te raken). Meer dan 30 meter zicht was er niet.

Opgelucht zei ik tegen de matroos dat we nu het lastige stuk gehad hadden, het was nu min of meer rechtdoor naar IJsseloog.
De nieuwe Eilandbrug kwam in zicht.
Wij voeren anderhalve kilometer boven de brug toen ik op het scherm een tegenligger zag die een kilometer beneden de brug voer. Routinematig hadden we kort marifooncontact met als kern: “Ik heb je gezien”. Direct daarna verdween hij van mijn radarscherm, en omgekeerd verdween ik van zijn scherm.
Die nieuwe brug is uit nautisch oogpunt gezien namelijk een kloteding. Al vaak had ik erover gemopperd, mij afvragend hoe het kan dat die brug juist op die plek is gelegd, in die bocht, met de klep aan de verkeerde kant. Daarbij komt nog dat dat ding ongelofelijk veel valse echo’s geeft op het radarscherm, hij lijkt wel 700 meter breed. Die echo’s komen van de tuidraden en van de I-profielen die het wegdek dragen.
Voor mij verdween de tegenligger in een enorm bord erwtensoep, want zo ziet die brug er uit op het radarscherm.
Vice versa verdween ik in het bord soep op des buurmans scherm.
Ik bleef geconcentreerd in het bord soep staren. Plotseling meende ik iets te zien bewegen, en dat was geen stukje rookworst. Het leek wel of de buurman de bocht had gemist en rechtdoor voer, recht op ons af.
Over de marifoon riep ik: “Dit gaat niet goed, hard stuurboord buurman!”. Ook ik stuurde hard stuurboord, de koppeldraden knerpten vervaarlijk, maar ik wist dat het al te laat was.
Ik zei tegen de matroos dat zij zich schrap moest zetten.
Met een dreun kwamen we tot stilstand. In mijn stuurhut viel een leeg koffiekopje om.
Ik rende naar voren, zag dat mijn bak drie meter in de kop van het schip was binnengedrongen en daaraan vast zat, zijn ankerlier lag tegen zijn voorwoning.
De andere schipper was ook voorop en keek in zijn voorpiek. Zijn aanvaringsschot was nog onbeschadigd.
Als een kreupele siamese tweeling lieten we ons tegen de palen boven de brug aandrijven, geholpen door een passerend opvarig schip.
Toen we veilig vast lagen was het tijd om kennis te maken.

Deel 2. De dienders en de GPS.

De buurman was erg geschrokken, hij had veel schade. Zijn schip was afgeladen met graan voor een veevoerfabriek.
De grote schuifluiken waren allemaal naar voren geschoten en lagen slordig opgestapeld op zijn voordek. Maar ook achterop was veel schade, de auto die op het roefdak stond was naar voren geschoten, dwars door de ramen de stuurhut in. En in zijn woning was het een chaos van omgevallen kasten.
Het was wel duidelijk dat het schip een grote klap had geïncasseerd, terwijl er met mijn boot helemaal niets aan de hand was. Ik had het geluk dat er een kreukelzone van 67 meter voor zat, gevuld met zware slappe drek.
De buurman en ik kwamen direct in actie. We checkten nogmaals op lekkage, maar die was er niet, behalve dat zijn voorpiek vol stond. Maar omdat we onwrikbaar aan elkaar vast zaten, was het duidelijk dat we hulp nodig hadden.
De buurman belde met de verzekeringsmaatschappij waar wij beiden verzekerd waren, en die schakelde weer een bergingsbedrijf in.
Ik probeerde ondertussen de waterpolitie/KLPD te bellen maar kon het nummer niet vinden, daarom belde ik naar 112.
De telefoniste reageerde schaapachtig en verbond mij na lang zoeken en giechelen door. Verkeerd, zo bleek al gauw. Ik werd vijf keer doorverbonden na vijf keer mijn verhaal te hebben gedaan, tot ik na 20 minuten eindelijk bij de KLPD in Nijmegen terecht kwam. Zij vertelden dat ze een politieboot zouden sturen maar dat dat wel even kon duren. De boot moest uit Lelystad komen, maar de bemanning uit Sneek. Toen ik opperde dat twee kilometer stroomopwaarts in Kampen een politieboot lag wat volgens mij handiger was, werd mij te kennen gegeven dat ik mij er niet mee moest bemoeien. Daarna noemde ik de mogelijkheid om de Sneker bemanning op te pikken bij de brug waar we lagen. Mij wederom het zwijgen opgelegd. Praktisch denken werd niet gewaardeerd.

Het zou dus lang gaan duren. De andere schipper en ik besloten om een bak koffie te drinken samen met zijn vrouw en mijn matroos. Daarna zouden we alvast wat scherven gaan ruimen.
Om vervolgschade te voorkomen door regen op zijn lading, trokken we samen de schuifluiken weer boven zijn ruim. Dat was een pittige klus waarvoor we een stel tirfortakels uit mijn achteronder gebruikten.
Tijdens het zwoegen trok de lucht helemaal open en werd het zicht weer eindeloos helder.
Ondertussen was er tussen ons geen enkel onvertogen woord gevallen. Over schuld werd niet gesproken.
Daarna ben ik gaan koken en aten mijn matroos en ik een eenvoudig doch voedzaam maal.
Vier en een half uur na de melding bij de KLPD, dus bijna vijf uur na mijn eerste contact met 112, kwam de politieboot langszij.
Mijn toch al niet zo ruime stuurhut raakte overvol met mijn matroos en mij en drie dienders met hele ijzerwinkels aan hun broekriemen.
De sfeer was rustig, we wisselden alle gevraagde gegevens uit en het was aan iedereen duidelijk dat er weliswaar iets vervelends was gebeurd, maar dat de gevolgen adequaat en in goed overleg geregeld werden. We kregen zelfs complimenten van de dienders over ons gedrag.
Een van de agenten, een Fries met rood haar, zei dat hij mijn GPS wilde meenemen om te laten uitlezen. Ik aarzelde en zei dat dat een belangrijk navigatieinstrument voor mij was, dat ik geen tweede aan boord had. Ik vroeg, nog steeds aarzelend, of ik het apparaat misschien na het weekend zou mogen brengen om de gelegenheid te hebben om een ander exemplaar te regelen.
Dat had ik niet moeten doen. De drie agenten sloten mij onmiddellijk dreigend in, met de handen aan hun gereedschappen. En als ik niet wilde meewerken, dan zou ik de gevolgen wel merken, zo werd mij met stemverheffing duidelijk gemaakt. Het agressiepeil van de dienders naderde het kookpunt, terwijl ik volkomen rustig bleef.
Ik bewoog mijn hand naar de GPS om hem netjes uit te schakelen alvorens hij gedemonteerd zou worden. Die hand werd weggeslagen “AFBLIJVEN” werd mij toegeblaft waarna een agent zich tussen mij en de GPS in perste.
Ik was stomverbaasd. Hoe was het mogelijk dat de vredige, constructieve sfeer in een oogwenk was omgeslagen door een stel testosteron-idioten.
Ik (en mijn matroos, die alles ademloos gadesloeg) was de enige die rustig bleef. Ik moet er niet aan denken wat er gebeurd zou zijn als ik mij had laten opnaaien door het redeloze gedrag van de dienders.
Ik vroeg aan de rooie Fries wanneer ik mijn GPS zou terugkrijgen. Hij garandeerde mij dat dat binnen twee weken zou gebeuren want het apparaat moest alleen maar even uitgelezen worden bij het NFI in Zoetermeer, en als er vragen waren, dan mocht ik hem persoonlijk bellen. Hij gaf zijn kaartje.

De mannen gingen weer weg, ons verbluft achterlatend. “Hoe zit dat ook alweer met de cursus de-escalerend optreden?” vroeg ik me af.
Ondertussen kwamen de mannen van het bergingsbedrijf. Zij gingen doortastend aan het werk, sneden eerst de schepen los van elkaar, stopten een oude matras in het gat in de kop van de duwbak (een meter boven de waterlijn) en schuimden dat vol met PUR. Van de expert van de verzekeringsmaatschappij, die inmiddels ook geland was, kregen we toestemming om door te varen naar de losplaats die maar een paar kilometer verderop lag, “maar graag een beetje rustig-aan”.
Het andere schip mocht niet meer op eigen kracht varen; eerst moest zijn voortstuwingsinstallatie geklokt worden. Hij werd door een sleper naar zijn losplaats in Kampen gebracht, rustig varend om het aanvaringsschot niet te zwaar te belasten.

Twee weken later belde ik naar de rooie Fries om te vragen wanneer mijn GPS weer terug zou komen.
Hij blafte mij weer af, dat ik hem niet mocht bellen, dat hij het ook niet wist, dat de GPS bij het NFI was en dat hij daar ook geen contact mee mocht opnemen.
Ik zei beleefd dat hij twee weken geleden zèlf beloftes aan mij had gedaan en dat hij zèlf zijn kaartje aan mij had gegeven. Hij blafte nogmaals dat ik geen contact meer mocht opnemen en dat het nakomen van de beloftes niet aan hem lag.

Acht maanden later kreeg ik een telefoontje dat over een half uur mijn GPS zou worden afgeleverd op mijn huisadres (in Friesland) en dat ik persoonlijk voor ontvangst moest tekenen. Ik zei dat dat niet zou gaan omdat ik in Zeeland aan het werk was en opperde dat het wellicht handiger zou zijn als er iets langer van tevoren contact zou worden opgenomen. Dat werd niet gewaardeerd.
Uiteindelijk mocht mijn vriendin, bij wijze van zeer hoge uitzondering, het apparaat in ontvangst nemen.

Ik dacht met weemoed aan mijn dode scheepshondje, dat eens een agressieve politieman in zijn neus had gehapt. Dat zouden er meer moeten doen.

Wim.
Schippers schoffelen niet
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Verhaaltje voor het slapengaan 04 nov 2020 07:25 #1224321

  • Kock1964
  • Kock1964's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 5204
Daarna zijn ze allemaal op cursus gegaan en is het helemaal goed gekomen met ze. Mooi geschreven, maar wat een verhaal.

René
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Verhaaltje voor het slapengaan 04 nov 2020 09:25 #1224357

  • Peper
  • Peper's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 3648
Goed verhaal Wim. Naar het echte leven opgetekend! Tevens de verklaring waarom het door de ambtenarij in Nederland nooit helemaal goed komt. We zullen het gewoon met een 'beetje goed' moeten doen.

Ik heb ook een nieuw woord geleerd: 'diezig'. Ik maak uit de context op dat ik daaronder 'druilerig' of 'miezerig' met betrekking tot het weer moet verstaan.
Groeten, Peper.
Volg mijn adviezen en raadgevingen NOOIT op!
Ik ben een 'misfit', een 'square peg in a round hole' en een 'wereldverbeteraar' van de ergste soort:
Eentje met een zeilboot en een elektrische buitenboordmotor.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
Tijd voor maken pagina: 0.252 seconden
Gemaakt door Kunena
   
   
   
   
© Zeilersforum.nl