O wad, wat ben je mooi bij nacht
Bernsesiel, vrijdag 12-8, 01:30. Ik ben hyper van de adrenaline, serotonine, endorfine, kan niet slapen, dus rest mij niets dan het verslag van de zojuist afgeronde, echt magisch mooie, waddentocht hier op te schrijven en, echt met alle liefde voor het zeilen in mijn hart, dit verslag hier met jullie te, mogen, delen. Dank.
Vlak voor zonsondergang, 4 uur voor HW, verlieten we het van de zomerhitte nagloeiende Spiekeroog, na een heerlijke luierdag aan boord en in het dorp te hebben doorgebracht. Die dag was al zo goed begonnen. Voor mij op de yogamat. Wasje gedraaid. Gedouchet. Ontbeten in Theetied/Theekontor. Gelezen, gewandeld. Gehangen in de haven, 1 biertje voor vertrek met de buurman op zijn 1967 Macwester 26.
Kids in actiestand met opruimen en zeilklaar maken, die hebben zin im nachtzeilen. Dochterlief meert af en motort de haven uit terwijl zoon de stootwillen bergt en de zeilen hijst. De schipper doet vooral zijn best zijn mond te houden wat helaas matig lukt. “Wat gaaf hier nu zo tussen die platen te varen!”, zegt Lot, terwijl ik af en toe de dieptemeter roep die geruststellend 2m aanwijst. Als de veerpont langskomt in de 10m brede vaargeul neem ik het over, terwijl zoon de kajuit in snel de marifoon aanzet. De veerpont vaart heel rustig, de schipper steekt een duim uit het raam en versnelt hoorbaar als wij gepasseerd zijn, tegen de stuurboordwal aangeplakt. Dochter neemt het weer over en laat de helmstok 90% van de tocht niet meer uit handen.
Afvallen tot voor de wind, 4.8 op het log en 2.0 SOG en BAM: de ondergaande zon recht voor de boeg en BAM: de maan komt achter de spiegel op, terwijl wij suizend en bruisend het zeegat oversteken naar de ingang van de zijarm onder Langeoog.
Het wordt donker, en handig stuurt Lotte driftend tegen de stroom om een punt zandbank hop de geul in. De maan ligt nu schuin voor ons en is bloedrood. Ik strijk het grootzeil, we krijgen stroom mee en gaan op genua dik 6 knopen de plaat op.
Het wordt nog donkerder, en zoon gaat op voordek met de schijnwerper prikken prikken (“Hee ze reflecteren!”
). Wordt er verdorie met een onverwachte genuagijp nog bijna afgedonderd ook! Verder verliep alles werkelijk vlekkeloos, van prik naar prik, zorgvuldig “gijpend”, dan weer stukken aan de wind in een wind tegen tij situatie met af en toe wat heerlijke spray om ons wakker te houden. Niet dat dat nodig was, want het is (bijna) de nacht van de vallende sterren, we hebben er heel wat gezien, en ook een zeehond die zo’n nachtelijk zeiltochtje ook reuze interessant vond en even meezwom.
Halve wind spoten we een uurtje voor HW door de smalle diepe vaargeul naar Bernsesiel waar we het reuzenrad zagen waar we morgen misschien eens ingaan voor we weer vertrekken - naar Nordeney - al hebben we nog wel iets speling in onze planning waarbij we as dinsdag op Schiermonnikoog willen zijn - met de voorspelde oostenwind een makkie, volgens mij.
Wat een magisch mooie waddentocht, en wat een mazzel met het prachtige weer deze weken. Zo is zeilen wel heel erg leuk!