Knoet schreef :
Elkaar en onszelf indelen in groepen en hokjes is iets waar mensen erg goed in zijn; vaak iets té goed zelfs.
Laat Eerde maar eens een poging doen dan.
Een typologie van de pleziervaarder:
De pragmaticus
Bezit een handzame boot, bijvoorbeeld een Bavaria of een simpele motorkruiser, zoals een Doerak. Kiest voor ‘veel boot voor weinig geld’. Voor dit type pleziervaarder is een jacht vooral een gebruiksvoorwerp dat functioneel en praktisch is, veel plezier biedt en weinig onderhoud en zorg vraagt. De boot moet comfortabel en ruim zijn; een drijvend zomerhuisje.
De romanticus
Zeilt of tuft liefst met een traditioneel jacht, bij voorkeur van hout of staal, eventueel ‘klassiek plastic’, dus een rond- of platbodem, een klassiek scherp zeiljacht, een klassiek motorjacht of een voormalige beroepsmotorboot. De romanticus houdt van zijn scheepje, vindt haar mooi, vertroetelt haar, is er trots op en knutselt er graag aan. Voor hem of haar heeft een boot een ziel. De pure, overweldigende en verstilde natuur is zijn vaargebied.
De statuszoeker
Wil met zijn jacht laten zien dat hij in het leven uitzonderlijk goed geslaagd is. Hij onderscheidt zich met zijn chique, dure of anderszins opmerkelijke jacht ondubbelzinnig van het gewone vaarvolk. De statuszoeker zeilt of tuft in een jacht dat ‘in’ is, dat in zijn ogen aanzien geniet: een lemsteraak, een retro Hoek-design, een uit de kluiten gewassen motorjacht met drie badkamers en meer dan één verdieping.
De racer
Bezit een snelzeilend, dus licht en modern kajuitzeiljacht of een turbomotorboot. Voor hem of haar zijn optimale zeileigenschappen essentieel. Logisch, want hij zeilt graag en vaak wedstrijden, al dan niet in clubverband. Dit type watersporter vaart in een X-Yacht of Dehler, een Maxi, een Comfortina, een race-versie van een bekend Frans merk of eventueel een (kajuit)trimaran. Comfort of schoonheid is voor de wedstrijdzeiler van minder belang, zijn boot mag wat spartaanser zijn.
Waar zou een zeiler met een Spirit 36 in dit rijtje passen?