baraka schrijft:Erikdejong schrijft:Deze stagen trekken nog steeds achter de mast omhoog, ongeacht waar ze aan de romp bevestigd zitten. Zitten ze dichterbij de mast (langsscheeps gezien, moeten ze ook veel harder trekken (lineair).
<knip>
Eerder zeg je:
Tevens is te zien dat grofweg 22.5 kN recht omhoog trekt bij de want puttingen en dat 7.5 kN digonaal naar binnen trekt, dat is grofweg 1/3. Van die 7,5 kN is ruwweg 20% horizontaal richting de mast en die andere 80% trekt recht omhoog. Ofwel we hebben 28.5kN recht omhoog en slechts 1.5 kN compressie in dek. ofwel 5.2% van de totale wantspanning geeft compressie in dek, in dit geval gelijk aan 150 kg
Dus de plaats waar aan de puttingen omhoog getrokken wordt is diagonaal t.o.v. de mast, m.a.w. de "arm" van het buigend moment loopt niet in lengterichting. Dat betekent dus dat de kracht buiging in zowel de lengte- als de breedte-richting veroorzaakt. Als de afstand van de puttingen naar de as van de boot groter is dan de offset naar achteren, wat waarschijnlijk is, is de buiging in breedte dus zelfs groter dan in de lengte. De "buiging" in de breedte geeft compressie van het dek in breedterichting, los van de horizontale krachtkomponent van hierboven.
En hier haal je dus mijn woorden door elkaar, het eerste stukje gaat over een achterstagloze Hunter en het tweede stukje gaat over de Dyna. Wel een beetje bij blijven.
Nu kun je zeggen dat die kompressie maar plaatselijk is, maar de krachten worden natuurlijk door het (stijve) dek in horizontale richting over een grotere afstand verdeeld.
Hier maak je een verkeerde veronderstelling, een dek maakt een boot stijf, maar is het zelf helemaal niet, bij de meeste boten zie je het zelfs veren als je er overheen loopt
Om het buigend moment te bepalen kun je de spanning van het running backstay hier niet zomaar bij optellen, omdat de runner ergens halverwege de mast aangrijpt.
Dit moet zelfs als je berekend volgens clasificatie voorschriften. En als je goed op het plaatje van de Dyna kijkt zie je dat deze niet halverwege aangrijpt, maar bijna bovenaan en recht tegenover de voorstag. Dit tuig kun je 1:1 vergelijken met een toren tuig en daarbij zelfs de achterstag volledig negeren. En zelfs als de bakstag halverwege zou aangrijpen, dan nog, de spanning in die stag zoals in de tabel staat word uitgevoerd op de romp, ongeacht wat er daar boven gebeurt moet het beneden opgevangen worden.
Hoog aan de wind zeilend is er bij de Dyna dus inderdaad ook sprake van een buigspanning op het achterdeel van het schip, maar voor dit ontwerp is die 450kg maar gering en gezien de "dikte" van de balk die we buigen zal dit in zeer geringe druk en trekkrachten boven en onder resulteren.
Vanwege de bakstag valt deze waarde dus een stuk hoger uit, maar ik heb ook nooit beweert dat het een grote kracht is. Ik heb beweert dat het dek dwarsscheeps op trek belast word en niets van wat jij zegt heeft dat tot nog toe weerlegd (behalve dan bij de wantputtingen een beetje)
Bij een cruisingjacht zal dat nog veel minder zijn, maar we willen graag feiten, dus ik ga dat hoog aan de wind varend met mijn stagspannings tool meten.
Dat zou ik niet te hard roepen, een cruising jacht word helemaal volgedouwd met allemaal zware zaken. Een richtend moment word veroorzaakt door het bootgewicht vermenigvuldigd met de richtende arm. Aangezien de richtende arm in de eerste 30 graden helling voornamelijk door de rompvorm bepaald word (lees: breedte op de waterlijn) en een cruising jacht dus een beduidend hoger gewicht heeft, kan het richtend moment dus veel hoger uitvallen dan die van een racer. Waterballast en kantelkielen even daar gelaten. Het richtende moment wordt 1:1 overgenomen door het tuig omdat het de richtende kracht moet overwinnen om helling te genereren. Het opmenten van spanning op de verstaging kan wel interesant zijn, maar voor deze discussie doet het er helemaal niet toe. Mijn stelling was dat het dek dwarsscheepsgezien op trek belast word. Hoeveel spanning is hier nooit tersprake geweest. De getallen die ik opgegeven heb in het eerste bericht na het Dyna artikel waren slechts ter bevestiging van mijn stelling opgschreven.
Mijn punt is de "gemiddelde" boot niet bestaat en de krachtenwerking met name bij verschillende tuigages zo verschillend is, dat je geen algemene uitspraken daarover kunt doen.
Gemiddeld bestaat wel degelijk, vrijwel alle moderne productie boten lijken op elkaar tegenwoordig en bijna alle deze tuigages komen ook op hetzelfde neer. Punt blijft dat IEDERE boot die zeilt met een Sagging moment word belast. GEEN ENKELE UITZONDERING (behalve de ongestaagde masten dan) het kan een groot moment zijn, een klein mini momentje. Maar het resultaat is ALTIJD hetzelfde en dat is de belasting in dek zoals ik omschrijf.
Blijkbaar ben je erg moeilijk te overtuigen. Ik zou dus zeggen: maak een modelletje van bord karton, ongeveer een halve meter lang, geef deze de vorm van een enkel knikspant zoals een valk bijvoorbeeld. Laat het dek weg, knutsel er een mastje op en ga eens aan de verstaging zitten trekken. Je zult zien dat de zijkanten hoe dan ook naar buiten willen weg knikken. Ongeacht of je de zalingen pijlt of niet, ongeacht of je een fractioneel mastje maakt of niet. voor het mooie moet je er dan ook nog wat gewichtjes in leggen waar je normaal je tanks en accu's en motor hebt staan.
Voer dit uit en bekritiseer me dan nog eens met echte argumenten en bevindingen.