Welkom  

   

Mijn Menu  

   

What's Up  

Geen evenementen
   

Wedstrijd  

Geen evenementen
   
   
   
   
   
   
   
   
   
   
   
   
   
   
Welkom, Gasten

Onderwerp: VERHALEN VAN TOEN.

Re: VERHALEN VAN TOEN. 15 feb 2013 14:46 #369052

  • Jutter
  • Jutter's Profielfoto
  • aanwezig
  • Gebruiker
  • Berichten: 6141
Zo ,weer een beetje bekomen, tranen weggeveegd.O ja heb nog een foto van die Venus, die staat op een boei bij Duinkerken.


Dansen aan zee. Aan de kust, de Zeeuwse kust. Met een Schouw, LM 23 comfort,
Fellowship 27, Rana 17 Fisk, Drascombe longboat cruiser, Beekman Alfa Fish 540, Super Daimio, LM 30, Beneteau Antares 760.
www.wvarne.nl/, www.vnzblankenberge.be/, www.vbc-deurloo.nl
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re: VERHALEN VAN TOEN. 15 feb 2013 15:54 #369058

Dat was weer dik lachen, Albert.
Bedankt,
Gerard
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re: VERHALEN VAN TOEN. 15 feb 2013 16:04 #369059

  • jerry
  • jerry's Profielfoto
  • aanwezig
  • Gebruiker
  • Berichten: 7033
Albert, daar kijk ik nu elke vrijdag weer naar uit. Mooi verhaal.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re: VERHALEN VAN TOEN. 15 feb 2013 16:07 #369061

Albert 45 schreef :
[quote="S32"
Makrelen happen naar alles dat beweegt.Gerard

Vandaar dat ik nóóit zonder zwembroek in zee ga. :S[/quote]
Nou daar maak ik me geen zorgen over.
Dat kunnen ze toch niet behappen. :whistle:

Gerard
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re: VERHALEN VAN TOEN. 15 feb 2013 18:22 #369095

Moet, bij het lezen van jouw verhalen, steeds denken aan de tekeningen van Sanders, over het zeemansleven :laugh: !
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re: VERHALEN VAN TOEN. 15 feb 2013 19:01 #369113

  • Faran
  • Faran's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 14868
Ik heb 3 van zijn boeken, om je dood te lachen!



Google maar eens op Jan Sanders.
Jeanneau Sun Odyssey 37

Gecertificeerd werkloos
Laatst bewerkt: 15 feb 2013 19:31 door Faran.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re: VERHALEN VAN TOEN. 15 feb 2013 19:15 #369119

  • Sprokkie
  • Sprokkie's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 3324
kan me geen leuker begin van het weekend voorstellen.
hij was weer top Albert
Mensen zeggen wel eens dat ik troep verzamel; ik noem mezelf liever een industrieel-amateur-archeoloog die probeert waardevolle artefacten te behouden.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re: VERHALEN VAN TOEN. 15 feb 2013 19:52 #369135

Faran schreef :
Ik heb 3 van zijn boeken, om je dood te lachen!



Google maar eens op Jan Sanders.


Ja, die dus! :laugh:
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re: VERHALEN VAN TOEN. 15 feb 2013 19:54 #369138

was sanders ook die persoon die kalenders voor een verf merk maakte??
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re: VERHALEN VAN TOEN. 15 feb 2013 19:59 #369141

  • Faran
  • Faran's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 14868
Helemaal goed! Op bijna elke tekening van hem zie je wel ergens een verfpot staan. Vaak zoekplaatje. :)

Dit is wel een leuke offtopic.
Jeanneau Sun Odyssey 37

Gecertificeerd werkloos
Laatst bewerkt: 15 feb 2013 20:00 door Faran.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re: VERHALEN VAN TOEN. 15 feb 2013 20:55 #369152

als ik de verhalen van albert lees ZIE ik dat door de ogen en tekeningen van sanders, sorry albert, maar die twee zouden prachtige boeken kunnen maken. dus zo off topic is het niet.

ik bedoel het als een compliment voor albert, je ziet het voor je.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re: VERHALEN VAN TOEN. 15 feb 2013 21:01 #369156

  • Albert 45
  • Albert 45's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 12600
Jan Sanders, die nog geen twee kilometer bij mij vandaan woonde, is jammer genoeg al een jaar of wat terug overleden.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re: VERHALEN VAN TOEN. 15 feb 2013 21:14 #369162

  • Faran
  • Faran's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 14868
Heb je hem wel eens gesproken?

Jeanneau Sun Odyssey 37

Gecertificeerd werkloos
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re: VERHALEN VAN TOEN. 15 feb 2013 21:33 #369170

  • Albert 45
  • Albert 45's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 12600
Nee, maar ik had wel al zijn kalenders, die kregen we bij de verf. Het mooiste was dat bijna iedere keer dat je er naar keek, je weer een nieuw detail ontdekte.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re: VERHALEN VAN TOEN. 15 feb 2013 21:41 #369172

  • Faran
  • Faran's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 14868
Dat van die details klopt inderdaad. Ik denk dat de tekenkunst van die man ondergewaardeerd is. En wat een humor!

De mannen moeten langs het naaktstrand: Neut?

Jeanneau Sun Odyssey 37

Gecertificeerd werkloos
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re: VERHALEN VAN TOEN. 21 feb 2013 23:31 #371109

  • Albert 45
  • Albert 45's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 12600
Neut 36.



Ankerinspectie.



Slap van het lachen hangen de agente en ik tegen elkaar aan en zien hoe die ouwe op zijn knieën verder zijn slaaphut inkruipt, al vloekend de deur achter zich dichttrapt en ons daarmee het uitzicht op zijn behaarde achterwerk ontneemt. Nog nahikkend kijken we elkaar aan en liggen prompt weer in een deuk. We zijn eindelijk uitgelachen maar houden elkaar nog steeds vast en net wanneer ik bedenk dat ik haar beter los kan laten voor ze me al te vrijpostig vindt, heft ze haar gezicht naar me op en kijkt me strak aan. Wie van ons twee er mee begon weet ik niet maar opeens staan we daar, midden in de salon, met de armen om elkaar heen en stijf tegen de ander aangeperst, vurig te zoenen. Hoelang we daar staan? Geen idee maar ik “kom weer bij de mensen” doordat er op de deur wordt geklopt. We laten elkaar, allebei met een verhit gezicht, met tegenzin los. Terwijl zij vlug met haar vingers haar kapsel in orde brengt, loop ik naar de deur. Het is Neut. ‘Willen jullie koffie?’ ‘Ja graag Neut, breng maar een kleine kan met drie mokken.’ Neut gluurt nieuwsgierig naar binnen maar ziet alleen maar de rug van de agente die zich over haar aktentas buigt. Met, ‘doe er ook wat koekjes bij’ sluit ik de deur. Dat Neut, voor de eerste keer zolang als hij aanboord zit, komt vragen of er koffie moet zijn, heeft natuurlijk niets te maken met het feit dat de agent dit keer een mooie vrouw is.

Wanneer die ouwe, nogal schaapachtig kijkend; gedoucht, geschoren, gekamd en aangekleed binnenkomt. Zitten de agente en ik al aan ons tweede bakkie pleur. Met een zware aftershave wolk om zich heen, buigt hij zich over de tafel heen om de agente een hand te geven en gaat zitten. ‘Stuur ik kan het zonder jou ook wel af.’ Zegt hij kortaf en kijkt me zowat de tent uit. ‘Tuurlijk cap, ik ben alleen nog even gebleven omdat het nogal onbeleefd zou zijn om een dame mijn eh, kont toe te draaien.’ Even ben ik bang dat ik nu echt te ver ben gegaan en die ouwe me terplekke zal wurgen, maar gelukkig weet hij zich, zei het met moeite, te beheersen. Bij de deur draai ik me nog even om. ‘By the way ma’m, when do they start loading?’ ‘Laden? Niet vandaag mister mate, het is vandaag een feestdag. Vanavond wordt er gegeten, gedanst en veel gedronken. Morgen heeft iedereen een kater, dus erg vroeg zullen ze niet beginnen.’ ‘Thank you ma’m.’ Aan dek trek ik de deur van de vetput open. Daar in de diepte is Fred bezig met een of ander vetpriesters ritueel. Wanneer ik afdaal, blijkt dat hij een offerande brengt aan Diesssssell, de afgod van de verbrandingsmotorensekte. Met handen die besmeurd zijn met de olie, rukt hij, zonder een greintje mededogen, de ingewanden van een Listertje er uit. ‘Fred jongen, met wat voor duivels ritueel ben je nu weer bezig?’ Hij heft zijn van olie druipende buit naar het licht, gromt vergenoegd en zegt: ‘Net wat ik dacht, het lager is verrot. Eh, wat kom jij hier doen, moet de ballast eruit?’ ‘Nee Fred nog niet, ze beginnen pas morgen in de loop van de dag te laden dus wanneer je morgenochtend na het ontbijt begint heb je nog tijd zat om die handel leeg te trekken, bovendien, als het weer omslaat en we hier plotseling weg moeten, kunnen we er beter nog een flinke plons in hebben zitten. Nee, waar ik voor kom is, om je te zeggen dat het hier vandaag een feestdag is en er vanavond in het dorp gezongen, gedanst en gedronken wordt.’ Freds ogen lichten op. ‘Ha, dat wordt weer eens ouderwets stappen, mit Wein Weib und Gesang.’ Dan betrekt zijn gezicht. ‘Je hebt toch niets tegen die eerste gezegd he?’ ‘Natuurlijk niet, waar zie je me voor aan?’ Ik kijk de vetput rond. ‘Nu we het toch over hem hebben, wat is híj eigenlijk aan het uitvreten?’ ‘Ja wat denk je? Die zit, zoals gewoonlijk, met een boek en een borrel in zijn hut en laat mij het werk doen.’ ‘Nou dat is dan toch goed geregeld? Dan kan jij je rustig aan je hobby wijden, zonder dat die eerste je constant op je vingers kijkt en jou verteld wat je “verkeerd” doet.’ Fred lacht. ‘Zo kun je het natuurlijk ook bekijken, maar het is en blijft een luie opsodemieter.’

Weer aan dek, kijk ik op mijn klokje. Hm, de agente is nu al dik tien minuten met die ouwe in conclaaf, ze zullen zo wel klaar zijn dus wordt het tijd dat ik me strategisch opstel. Ik loop de gangway af en begin de Jeep, van binnen en buiten, te bewonderen.


Foto: Internet

Na een minuut of wat, wandelt de agente de gangway af en komt naast me staan. Wanneer we elkaar aankijken slaat er, ook nu weer, een vonk over. Helaas staan we hier in het volle zicht van het hele schip en eventueel passerende eilanders. Niet dat ík daar mee zit maar ik geloof niet dat zij er net zo over denkt. Dat ik gelijk heb blijkt wel wanneer ik zeg dat ik vanavond naar het dorp kom om samen met haar mee te feesten. ‘O nee, we mogen niet samen gezien worden. Op dit eiland kennen we elkaar allemaal en iedereen weet alles van iedereen.’ Ze aarzelt even en zegt dan: ‘Vanavond na tienen, wanneer iedereen dronken is, kan ik misschien zonder dat ze het merken wegglippen. Welke hut is van jou?’ Wouw deze dame weet wat ze wil en windt er geen doekjes om. ‘Mijn hut is niet beneden maar aan dek, de achterste deur aan bakboord.’ Ze geeft me, vanwege mogelijke toeschouwers, geen zoen maar een hand en begint in de Jeep te klimmen. ‘Hou je van wijn of heb je liever ouzo?’ ‘Ouzo is aan mij niet besteed maar wijn drink ik graag. Ze knikt goedkeurend. ‘Dan neem ik wijn van mijn eigen wijngaard voor je mee, tot vanavond.’ Ze kijkt me nog een keer diep in mijn ogen, geeft gas, stuift achteruit de steiger af, keert en verdwijnt in een stofwolk over de heuvel. Wanneer ik me omdraai, leunt Manuel over de verschansing. O jee, hoeveel heeft hij van ons gesprek meegekregen? ‘Ola my big friend primero official Alberto’, zegt hij met pretlichtjes in zijn ogen, ‘to night you very lucky man.’ Ik kijk hem woest aan en zeg, met een bijbehorend gebaar: ’Als je wat tegen de anderen zegt, wurg ik je!’ Hij lacht. ‘For dos servesas, me say nothing.’ ‘O no, one beer no moor!’ ‘No, dos!’ ‘Oké, two beer it is, tu porra chantagista!’ Schaterlachend verdwijnt Manuel naar het voorschip.

Na de rest van de ochtend op de brug te hebben doorgebracht met soppen en koperpoetsen, klim ik ’s middags samen met Flip op de stellingplank om buitenboord de roestplekken onderhanden te nemen met een luchttol. Om de beurt hanteren we dat zware onhandige ding en verhangen van tijd tot tijd de plank. We hebben alweer een strook klaar, ik hang de tol aan een lijn en gooi mijn handschoenen in de gereedschapsemmer. ‘Flip, tijd voor een peuk.’ We schuiven de stofbrillen omhoog, kijken elkaar aan en schieten in de lach. Door het stuiven, zijn onze bezweette smoelen pikzwart geworden, behalve waar de brillen zaten, daar zijn we nog blank. ‘Je ziet er mooi uit stuur, je kan zo naar Boltini.’ ‘Nee Flip, jíj bent moeders mooiste, je kan zo het toneel op als het tweeling broertje van Al Jolson.’ We draaien allebei een peuk uit een baal van “De Weduwe” en zitten zwijgend te roken, tot Flip zegt: ‘Zeg stuur, waarom zit jij hier samen met mij roestwolken te happen, als stuurman kan je toch ook een mooi schoon klussie pakken?’ ‘Flip, jij wil stuurman worden. Nou, je bent nog lang geen stuurman alleen maar omdat je als zodanig op de monsterrol staat. Dat werkt misschien zo op de grote vaart, waar ze een beetje op de brug mogen flanneren in een mooi uniform met gouden strepen, maar hier op de kustvaart is daar wel wat meer voor nodig, bijvoorbeeld respect. Respect komt je niet zomaar aanwaaien, dat moet je verdienen, hoe? Om te beginnen moet je er voor zorgen dat je alles wat je de matrozen opdraagt, zelf net even beter kan dan zij. Ten tweede, moet je laten zien dat jij niet te beroerd bent om ook zelf de vuilste rotkarweitjes op te knappen. En ten derde, moet je brutale eigenwijze rotjochies af en toe de oren wassen, soms letterlijk.’ Ik geef hem onverwachts een zet waardoor hij van de plank lazert en twee meter lager in de majem plonst. Wanneer hij proestend bovenkomt vraag ik hem vals, of het lekker water is. Hij kijkt me vuil aan en zwemt naar de loodsladder. Ik klim naar boven en roep: ‘Manuel, Jesus, vierkant werk maken en opruimen, het is genoeg geweest voor vandaag!’ Een druipende Flip klimt aandek en kijkt me wraakgierig aan. Wacht maar stuur, ik krijg je nog wel.’ ‘Flip kerel, daar heb je alle recht toe en eerlijk gezegd verwacht ik ook niet anders maar ….. daarna is het weer mijn beurt.’ Ik zie aan zijn snuit dat hij zover nog niet had doorgedacht en grijns hem vriendelijk toe. ‘O ja, om zes uur in de kaartenkamer, de verschillende peilingen doornemen en oefenen.’

Achterop stap ik mijn hut in en trek mijn smerige werkkleren uit maar net als ik mijn douche spullen bij elkaar zoek, bedenk ik dat eerst een lekker stukje zwemmen ook niet slecht is. Even later plons ik met snorkel, bril en vliezen in zee. De bril beslaat dus doe ik hem af, spuug er in, wrijf het uit over het glas en spoel hem even na. Ja, nu blijft hij helder. Ik kijk naar beneden door het glashelder water, je zou zweren dat je de bodem, die hier minstens zes á zeven meter diep is, zo aan kan raken. Het is prachtig onderwater, het zonlicht schijnt tot op de bodem waar allerlei spul in vele tinten groen zachtjes heen en weer wuift. Ook schieten er kleine gekleurde visjes tussen de planten door en scharrelen er wat krabben rond. Zachtjes met mijn vliezen werkend, kom ik in de buurt van het voorschip. Kijk, daar ligt de ankerketting op de bodem. Ik verander van koers en volg de ketting, die over een meter of twintig te zien is en in het diepere water, waar de kleuren verdwijnen, steeds grauwer wordt. Daar doemt het anker op, ik kan duidelijk zien dat het netjes op de bodem ligt maar nog niet is ingegraven. Even van dichtbij bekijken. Ik haal een keer of wat diep adem, vouw me dubbel en zwem naar beneden. Oei, dat valt tegen, het is hier een stuk dieper dan ik dacht de druk op mijn oren wordt groter en groter maar koppig - want zoals het spreekwoord zegt, wie met Grunnigers omgaat wordt er mee besmet – trappel ik verder naar beneden. Eindelijk kan ik het anker aantikken en draai meteen weer om. Terwijl ik beetje na beetje mijn adem laat ontsnappen, lijkt het een eeuwigheid te duren voor ik eindelijk de oppervlakte bereik. Wanneer ik met een gangetje het oppervlak doorbreek, heb ik geen adem meer om mijn snorkel leeg te blazen. Ik ruk hem uit mijn mond en haal diep adem, heerlijk die koele verse lucht. Ik draai op mijn rug en blijf even kalm liggen ademen, in, uit, in, uit, dan pak ik de snorkel tussen mijn tanden en blaas hem leeg. Met mijn snuit weer in het water peddel ik kalm naar het schip. Zo zeg, je kan wel zien dat we al een tijdje in het warmere heldere water van de Med rondkachelen, wat is die schuit aangegroeid, niet te kort. Weet je wat, ik zal het vlak ook eens bekijken, de drie meter dertig die we in ballast steken, is na de ankerinspectie van daarnet, een peulenschilletje. Weer vouw ik me dubbel, duik naar beneden en passeer de kimkiel. Daar onder het vlak is het te donker om te zien of er veel aangroei zit, dus zwem ik er onder en voel met mijn handen. Hm, wel een slijmerig laagje, wat zeepokken en de nodige eendenmosselen maar voor de rest valt het wel mee. Voor me uit, aan de andere kant van het vlak zie ik de zonnestralen in het water. In plaats van te keren, zwem ik onder het vlak door in die richting en kom even later boven naast de steiger. Ik zwem naar de oever en klim op een rotsblok. Met mijn vliezen in mijn hand, klauter ik tegen de oever op en loop via de steiger en de gangway aanboord. Aan de overkant van het luikhoofd, staan die ouwe en de matrozen druk gebarend en pratend over de verschansing naar beneden te kijken. Ik loop er naar toe, ga er nieuwsgierig tussen staan en kijk ook naar beneden. Ik zie niets bijzonders en zeg: ‘Wat is hier aan de hand, zien jullie soms een haai of zo?’ Naast me veert die ouwe overeind, haalt uit met zijn been en geeft me, met zijn Italiaanse bordeelsluiper, zo’n harde trap voor mijn reet, dat mijn zwembroek bijna in mijn bilspleet verdwijnt. ‘Au, verdomme, waar is dat nu voor nodig?’ Voor de zekerheid doe ik vier flinke stappen opzij. ‘Vuil hoerenjong dat je bent, je kwam maar niet boven, ik dacht goddomme dat je verzopen was!’ Ik voel even aan mijn pijnlijke achterwerk. ‘Wel cap, ik moet zeggen dat u uw vreugde over mijn verrijzenis, verdomde goed weet te verbergen.’ Die ouwe schat nog even de afstand in maar beseft dat ik, zeker als ik bang ben, veel harder kan lopen dan hij. Hij balt zijn grote sterke Grunniger knuisten een paar keer, draait zich om en verdwijnt naar achter. We kijken hem even na. ‘Tjemig stuur, wat was die ouwe kwaad, niet mooi meer!’ Ja Flip maar dat kwam alleen maar voor uit ongerustheid. Trouwens, hier kan je ook weer een lesje uit leren, weet je welk?’ ‘Dat je goed moet oppassen dat je die ouwe niet kwaad maakt?’ ‘Nee Flip, dat het menselijk achterwerk een directe verbinding heeft met het gezichtsorgaan, want toen die ouwe me voor mijn reet trapte, sprongen er tranen in mijn ogen.’

Wanneer die ouwe ’s avonds de messroom binnenkomt en mij aan tafel ziet zitten, zie ik aan zijn vuile blik dat hij in dubio staat of hij me niet alsnog een oplabberdoedas van jewelste zal verkopen. Vlug zeg ik: ‘Zeg cap, hoe kwam het nou dat u vanmorgen zo gemeen struikelde over eh, het kleedje?’ Hij kijkt me opeens behoedzaam aan, mompelt iets onverstaanbaars en ploft neer op zijn eigen plek op de bank. Fred is nogal teleurgesteld als hij hoort dat ik vanavond toch maar niet ga stappen. ‘Dan gaan we toch met zijn tweeën.’ Zegt de oppervetpriester. O nee, dat is wel het laatste dat Fred wil. Ik kom er vlug tussen. ‘Hier stappen Meester? Waarom denk je dat ik aanboord blijf? Ik heb al wat inlichtingen ingewonnen en als je graag een geit wil pakken, kan je hier je hart ophalen, ga jij maar lekker je gang, ik pas.’ De OVP kijkt even vies maar zegt dan: ‘Dan gaan we vanavond toch klaverjassen? Dan kan Neut voor Fred invallen, en dan speel jij met Neut en ik voor de afwisseling eens met die ouwe.’ ‘Nee meester, dat kan niet, ik heb al met Flip afgesproken om verder te gaan met zijn navigatie lessen.’ Ook die ouwe heeft niet veel trek in die fietsenmaker als maat en beweert dat hij ‘hoognodig de administratie op orde moet brengen’.

Na het eten neem ik met Flip de; kruispeiling, kruispeiling met controlepeiling, peiling met verzeiling, peiling met doorzeiling, dubbelstreekspeiling ende vierstreekspeiling door. Eerst staat hij nog even met zijn oren te klapperen maar al snel heeft hij het hoe en waarom door en krijgt er zowaar lol in. Tegen een uur of acht hebben we ook nog de dag en nachtmerken, navigatie lichten en de betekenis van wat seinvlaggen, vluchtig doorgenomen. ‘Zo Flip, we stoppen ermee, laat het maar even bezinken, dan gaan we over een paar dagen wel verder, intussen kan je wel alles nog eens op je gemak doorlezen.’ Flip verdwijnt met de boeken en ik gum de verouderde kaarten, die nu vol peilingen staan, schoon en ruim ze op. Ik moet zeggen, dat Flip een grage leerling is en redelijk snel van begrip. Al met al is het best leuk om dat jong les te geven. Daar komt bij dat ik zelf ook mijn kennis weer wat oppoets.

Wanneer ik de kombuis binnenloop voor een bak pleur, staat die ouwe daar net zijn kingsize mok vol te bunkeren. Ik pak mijn mok van het haakje en zet hem naast de zijne. Terwijl hij ook mijn mok netjes aftopt, zegt hij: ‘Dat was me zeker wel een schouwspel van jewelste, ik in mijn blote reet languit over de drempel?’ ‘Blote reet cap? Nou nee zo zou ik het niet willen noemen, ik denk dat “behaarde reet” u meer recht doet.’ Even flikkeren zijn ogen, dan zegt hij: ‘Het zou een pracht van een verhaal zijn maar toch heb je het niet doorverteld, waarom?’ ‘Och, waarom zou ik? Wat is er nou interessant aan een ouwehoerenpraatje over een zwaar behaarde, Grunningse, kapiteins reet?’
Laatst bewerkt: 23 feb 2013 17:19 door Faran. Reden: Nummer hoofdstuk aangepast
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re: VERHALEN VAN TOEN. 21 feb 2013 23:38 #371110

  • Baines
  • Baines's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker is geblokkeerd
  • Berichten: 4777
Hoe later op de avond, hoe schoner het volk..

Moest even zoeken naar de betekenis van "chantagista" maar die lag uiteindelijk voor de hand. Mooi stukje weer, ouwe!
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re: VERHALEN VAN TOEN. 22 feb 2013 04:55 #371120

  • Peper
  • Peper's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 3649
Is dit nou een 'latertje' of een 'vroegertje'? Het was wel weer bijzonder!
Groet, Peper.
Volg mijn adviezen en raadgevingen NOOIT op!
Ik ben een 'misfit', een 'square peg in a round hole' en een 'wereldverbeteraar' van de ergste soort:
Eentje met een zeilboot en een elektrische buitenboordmotor.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re: VERHALEN VAN TOEN. 22 feb 2013 07:43 #371142

  • Pjetrow
  • Pjetrow's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 1863
Prachtig weer!
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re: VERHALEN VAN TOEN. 22 feb 2013 08:12 #371151

Het leuk van de vrijdag is dat ik, tussen de altijd ellendige casuistiek van mijn werk door, steeds weer een nieuw Verhaal van Toen kan lezen!
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re: VERHALEN VAN TOEN. 22 feb 2013 19:55 #371349

Duurt het nu nog een week voordat de agente de gangway opstapt? :laugh:
Ik kan niet wachten tot het volgende verhaal!
|Jeanneau Sun Odyssey 29.2|Sailhorse|Finnjol|Flying Junior|
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re: VERHALEN VAN TOEN. 01 mrt 2013 12:20 #373627

  • Albert 45
  • Albert 45's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 12600
Omdat jullie mijn verhalen blijkbaar nog niet zat zijn, waarvoor mijn dank, krijgen jullie deze keer een extra lange Neut voor je kiezen. ;)



Neut 37.



Een eiland dat krimpt.




Zo in mijn hut, met een goed boek en een bakkie pleur met wat boterhammen, verstrijkt de avond redelijk snel. Dat wil zeggen tot een uur of tien, daarna ben ik meer aan het luisteren dan aan het lezen. Ook steek ik af en toe mijn kop naar buiten om te zien of er toevallig een jeep over de heuvel komt. Tegen half twaalf hou ik het voor gezien, het had leuk geweest maar het mag blijkbaar niet zo zijn, jammer dan, volgende keer beter. Ik breng mijn mok en het bord naar de kombuis en was ze af. ‘Appie m’n jong, is ter nog leut?’ Klinkt het achter me. ‘Leut? Nee cap, alleen nog een pot teer van meer dan twee uur oud.’ ‘Moakt nait uut, dou er maor een grode baarg suker en een beste sloot van de kau in.’ ‘Zo cap, u durft. Dat zelfde spul haalden wij destijds, met tankers vol, uit de Perzische golf, nooit geweten dat er mensen waren die het dronken.’ Terwijl die ouwe van zijn bak “crude oil” met suiker en melk geniet, ouwehoeren we nog even over o.a. de aangroei, die ons minstens een halve knoop kost, zo dat het dus tijd wordt dat we in Holland naar de werf gaan voor “knippen en scheren”. Daar komt ook nog bij dat die ouwe zijn vrouw en zijn twee zoontjes, ook al een maand of drie niet meer heeft gezien of gesproken. Die ouwe heeft zijn mok leeg, spoelt hem schoon en zet hem omgekeerd op het blad. ‘De rust zeun.’ ‘De rust cap.’ Wanneer ik mijn hut binnenstap is het pikkedonker. Ik denk terwijl ik naar het lichtknopje tast: ‘Ik had het licht toch aangelaten?’ Maar nog voor ik het knopje aanraak, glijden er twee armen om mijn nek, drukt een slank, naakt, soepel vrouwenlichaam zich tegen me aan en fluistert een stem: ‘No lights please.’

Tegen halfvijf, het is nog pikkedonker, laat ze zich uit mijn kooi glijden en kleedt zich aan bij het licht van mijn kooilampje. Opeens, terwijl ze haar blouse dichtknoopt, begint ze zacht te giechelen. Ik kijk haar vragend aan. ‘Eh?’ Ze lacht. ‘I think it’s time to introduce myself. My name is Melissa, what ’s yours?’ Ik lach met haar mee, kom in adamskostuum mijn kooi uit, geef haar een formeel handje en zeg heel bekakt: ‘My name is Albert, I’m very pleased to meet you Melissa, very pleased indeed.’ Ze lacht. ‘Are you sure your not British?’ ‘By Jove, what ever gave me away, was it my bowler hat, was it my umbrella or what?’ We kijken elkaar lachend aan. Opeens wordt ze ernstig. ‘Weet je waarom ik vannacht bij je wilde zijn? Toen jouw kapitein daar op de vloer lag, we allebei de slappe lach hadden en ik in je lachende gezicht keek, waren het je helder blauwe ogen waar ik voor viel. Ik moest en zou bij je zijn, ook al was het maar voor één nacht.’ ‘Is dat zo? Dan ben ik heel blij dat mijn ouders me met blauwe ogen op de wereld hebben gezet.’ Ik trek vlug wat kleren aan en breng haar naar de wal. Bij haar jeep, die ze uit het zicht geparkeerd had, nemen we met veel kussen en een paar tranen uit Melissa ’s ogen, afscheid. Waarom wil ze niet zeggen maar we kunnen elkaar niet schrijven, maar mocht ik met dit, of een ander schip weer hier komen, dan zullen we elkaar zeker weer ontmoeten. Ze stapt in, start de motor, buigt zich naar buiten voor een laatste zoen en rijdt zonder om te kijken de heuvel op. Weer terug in mijn hut zie ik voor het eerst de mandfles met wijn die ze me beloofd had. Ik maak hem open en schenk een glaasje in. Met het glas tegen het licht, zie ik een mooie heldere lichtgele wijn. Voorzichtig proef ik. ‘Wauw, heerlijk, dit is vloeibare zonneschijn!’ Een ding weet ik zeker, ooit kom ik hier weer terug, al is het alleen maar voor de wijn.

We hebben de ruimen opengegooid en wachten op de bootwerkers. Fred is vanmorgen vroeg al begonnen met de ballast er uit te gooien en verwacht tegen een uur of een daarmee klaar te zijn. De matrozen zijn, zoals meestal, met scheepsonderhoud bezig en ik werk wat BAZjes weg. Daar is die ouwe met zijn eeuwige bak pleur. ‘Zo stuur, heb je overwerk gemaakt?’ ‘Overwerk, cap?’ Ja overwerk, je hebt vannacht toch samen met de agente nog even de connossementen doorgenomen?’ Voor een paar seconden weet ik niet wat ik zeggen moet. Hij grijnst triomfantelijk. ‘Ja zeun, je denkt toch zeker niet dat ik niet weet wat er zich op mijn schip afspeelt?’ Ik herstel me. ‘Is dat zo cap? Dan weet u dus ook dat die eerste fietsenmaker vannacht op het achterdek een geit heeft geneukt?’ Even kijkt hij verbluft, dan schudt hij zijn hoofd en zegt, bulderend van het lachen: ‘Je bent en blijft een Amsterdams straatschoffie.’ ‘Dank u cap, komende van u, is dat een groot compliment .’

Tegen een uur of elf, verschijnen de eerste bootwerkers en zwaait de lopende band van de laadinstallatie tot boven luik twee. Het laden verloopt vrij vlot. De band zwenkt steeds een stukje verder boven het ruim en de bootwerkers tremmen met grote schoppen de Kimolia naar de plaatsen waar de band niet bij kan. Omdat de bootwerkers doorgaan, blijf ik tussen de middag het laden in de gaten houden en vraag aan Manuel of hij me een bord warm eten wil brengen. ‘Geen soep, alleen maar een flink bord eten.’ Ik controleer de diepmerken. Het gaat goed, ik denk dat we rond half drie op luik één kunnen beginnen. Achter me zegt de stem van Neut: ‘Stuur, hier is je eten.’ ‘Ha neut, je bent het zelf even komen brengen, dankjewel.’ Ik ga met mijn bord op het potdeksel zitten en begin te kanen. ‘Zeg stuur, wat is dat voor troep?’ Zegt Neut en kijkt met een vies gezicht naar de stroom porseleinaarde die van de band komt. ‘Wat dat is? Eiland, Neut, we laden eiland.’ Neut kijkt me aan of ik gek ben geworden. ‘Eiland?’ ‘Ja Neut, eiland. Jaar na jaar klauwen ze, met grote graafmachines, duizenden tonnen van die rommel los, vermalen het en verschepen het over zee.’ Neut fronst zijn wenkbrauwen en denkt, zo te zien, diep na. ‘Maar dan wordt het eiland toch steeds kleiner?’ ‘Scherp gezien Neut. Maar ja, verstandige mensen, zoals jij en ik, hebben meteen door dat ze hier te maken gaan krijgen met dat wat de oude Romeinen destijds al zo treffend beschreven als “Insula tuti finito”. Die domme eilanders begrijpen daar echter geen zak van en gaan door tot ze, met een heel klein schepje, het allerlaatste boven zee uitstekende puntje eiland weggehaald hebben, snap je?’ Neut knikt dat hij het helemaal doorheeft maar loopt naar de kombuis met een levensgroot vraagteken op zijn snuit. Ik vraag me af, twijfelt hij nu aan de waarheid van deze uitleg, of meer aan de geestelijke gezondheid van de stuurman.

De lading zit er in, we zijn aan het zeeklaar maken en het eiland is, zo te zien, nog niet afgegraven tot onder zeeniveau. Wanneer er alleen nog wat losse dingenmoeten worden opgeruimd, loop ik naar de salon. ‘Cap, we zijn zover.’ Mooi stuur, om hier weg te komen hebben we geen loods nodig. Heb je de kaarten klaargelegd?’ “Ja cap allemaal, behalve de aanloop van de Wester-Eems, die kon ik even niet vinden.’ Die ouwe zucht: ‘Ja, gingen we díe kant maar weer op. Maar ik ben bang dat ze ons voorlopig hier in de Med laten rondzwerven. Goed, voor en achter!’

We gooien op de springen na alles los, dan start ik de motor van de ankerlier en stuur Jesus naar de kettingbak. Die ouwe hangt uit het raam van het stuurhuis en gebaart “Alles los en draaien met die hap.” Ik gebaar naar Manuel dat het achterspring los kan en zwiep zelf het voorspring van de paal. ‘Flip, hieuw op! De neus zwaait, door het gewicht van de ketting alleen al, langzaam zeewaarts. Dan, wanneer de lier er echt aan gaat trekken, komt er meer gang in. Dan komt de hoofdmotor tot leven. Wanneer ik naar achter kijk, zie ik dat die ouwe vooruit slaat met het roer aanboord. Het schroefwater gaat bijna dwars uit naar de wal, waardoor de kont nu ook naar zee beweegt en daardoor vrij blijft van de rotsen. We naderen de plek waar het anker ligt, ik gebaar naar die ouwe dat hij moet afstoppen. De motor gaat even op achteruit en stop. Het anker komt zonder moeite vrij van de bodem en terwijl we de laatste meters ketting binnendraaien komt de motor weer op toeren en blijft voor de volgende twaalfhonderd en tachtig mijl op vollekracht doordraaien. Cartagena, here we come.

Na dik zes etmalen stomen, arriveren we op de rede van Cartagena. Terwijl we wachten op de loods, hebben die ouwe en ik het over de vorige keer dat we hier waren. Dat was nog met Roelof Bierman als kanenbraaiër. We lagen toen in het oude bassin aan de noordkant van de haven en liepen zo - zonder een hek tegen te komen - vanaf de gangway het plein op en de oude stad in. ‘Ja cap, jammer dat we toen moesten verkassen naar de handelshaven, dat was in plaats van vijf minuten, een uur lopen naar de oude stad.’ Die ouwe grijnst. ‘Ja zeun, ze waren dan ook niet zo blij met ons.’ Ik grijns terug. ‘Dat waren ze zeker niet.’

Hoe dat kwam? Wel, dat zat zo.

==========================================================================


Omdat er een of ander katholiek feestje, herdenking of wat dan ook aan de gang is, wordt er niet gewerkt en worden wij zolang aan het plein geparkeerd. ’s Avonds wanneer het donker is gaan Roel, Fred en ik de wal op. We kijken in, “het straatje van alles”, bij verschillend kroegjes even om de hoek van de deur maar veel leven zit er niet in. ‘Wat een klotezooi zeg, er is hier verdomme nergens wat te doen!’ “Ja Roel, ik vind het ook niks, het was hier altijd goed stappen maar nu? Ik heb verdomme kerkhoven gezien die, vergeleken met dit armoe zooitje, wel een feestterrein leken, wat vind jij er van Fred?’ ‘Ik? Ik denk dat we in deze tent een pilsje moeten pakken en dan maar weer aanboord gaan.’ We gaan naar binnen en bestellen “tres servesas grande”. Aan een tafeltje in de hoek zitten twee oude mannen, die bij ons binnenkomen niet op of om kijken en alleen aandacht hebben voor het dambord tussen hen in. Verder is er, buiten wij drieën en de dikke waard, geen leven te bekennen. Ik loop met mijn pilsje in m’n hand naar de jukebox, die zwijgend tegen de muur staat. ‘Jongens, kom eens kijken hier snap ik geen reet van!’ Over de titels en codes van de platen zit een groot vel papier geplakt, met slechts hier en daar een venstertje er in geknipt waardoor je titel, artiest en code kan lezen. Samen met mijn stapmaats buig ik me over de nummers die wel te zien zijn. ‘Tering, het is allemaal halleluja gejank!’ Roept Roel verontwaardigt. Inderdaad, ik tel wel drie Avé Maria’s en nog een paar andere verheffende nummertjes maar geen enkel plaatje dat ook maar een béétje in de buurt komt van wat wij goed vinden. Nu is Jan de zeeman natuurlijk niet voor één gat te vangen. Ik gooi vijf peseta’s in de gleuf. ‘Fred noem es een letter en Roel een cijfer.’ ‘Ef.’ ‘Drie.’ Ik toets F3 en zie hoe de cassette met platen een stuk verdraaid, de kromme arm er een tussenuit trekt en op de draaitafel legt. De luisprekers geven een klein krasje en plots knalt “Jailhouse Rock” van Schelvis Klesnie door het stille kroegje. We knikken elkaar tevreden toe, dat lijkt er meer op. Dan, nog voor we weer kunnen gaan zitten, komt de waard achter de toog vandaan geschommeld en trekt de stekker eruit. Driftig gooit hij er een stroom woorden uit waar ik nog geen tien procent van begrijp maar al met al wel snap dat het in deze dagen verboden is om iets anders dan gewijde muziek te draaien. Ik vertaal naar mijn maats wat ik er van meegekregen heb. Na zijn verhitte toespraakje, zet de waard zijn handen in zijn zij en kijkt ons kwaad aan. Als hij het daar bij maar bij gelaten had, zouden we het nog kunnen accepteren maar de dikke driftkikker begint opnieuw en gebruikt, zo tussendoor, woorden die Fred en Roel ook kennen. Fred wordt kwaad en slaakt een bijzonder grove Spaanse vloek. De waard zwaait boos met zijn vuist en blijft doorgaan. Vlug pak ik Fred bij zijn arm, want hoewel hij niet gauw kwaad is kan hij, als hij wel door het lint gaat, rare dingen doen. Roel redt de situatie. ‘Als we geen muziek mogen draaien, hoef ik zijn bier ook niet.’ Zegt Roel en giet zijn glas leeg op de kale kop van de waard. Fred en ik kijken elkaar aan en beginnen te grijnzen, we heffen ons glas en volgen, zonder iets te zeggen, het voorbeeld van Roel. Wanneer de waard luidkeels om de “Policia” begint te roepen, houden we het voor gezien en marcheren, een kwade van het bier druipende waard achterlatend, met trots opgeheven hoofd de kroeg uit.

Voor de zekerheid gaan we wat hoeken om en komen terecht in een nauwelijks verlicht straatje dat tegen de heuvel op gaat. Langs de kanten staan rijen mensen die zwijgend heuvel opwaarts kijken. Nieuwsgierig gaan we er tussen staan. Van boven komt een stampend geluid en opeens zien we iets van rijen fakkels of kaarsen onze kant opkomen. Langzaam komen ze dichterbij en bij het licht van de flakkerende vlammen, zien we een of ander groot heiligen beeld op een draagbaar waar, iets van een dozijn, in het wit geklede figuren mee loopt sjouwen. De rest van de zwijgende stoet, ook in het wit schrijdt plechtig, met een staf of lange kaars bij elke tweede stap op de grond stampend, achter het beeld aan en veroorzaakt daarmee het geluid dat we hoorden. Fred zegt: ‘Tering, moet je nou es kijken, de hele godverdommese Ku klux Klan is uitgerukt!’ Hij heeft gelijk, de in witte soepjurken geklede figuren, dragen allemaal een puntvormige witte kap met ooggaten over hun hoofd. Ik zeg: ‘Jongens dit bevalt me niet. Het kan dan misschien iets te maken hebben met het vereren vaneen of andere heilige oliebol, maar als ik dat ongure zooitje zie, moet ik denken aan brandende kruisen en lynchpartijen. Mijn lol is er toch al af, laten we aanboord gaan. Terug aanboord nemen we, met een pilsje, nog even de avond door. Roel verwoordt ons aller gevoelens met: ‘Op het dopen van die kroegbaas na, was het een super kutavond, proost!’

Ook de volgende dagen wordt er in de hele haven niet gelost of geladen, dus gebruik ik die tijd om de mannen alles dat op zee of tijdens het lossen niet onderhouden kan worden te laten afzoeten, te drogen en te tjetten. Zelf sta ik na pikheet samen met die ouwe, die even vergeet dat hij gezagvoerder is, de voorkant van de witte opbouw in de tjet te zetten. De zon is lekkerwarm en terwijl we eerst alle randjes netjes af zetten, staan die ouwe en ik luidkeels te zingen – Ik redelijk zuiver, die ouwe zo vals als de tanden van een honderdjarige. Dat brengt me op een idee. ‘Zeg cap, als we nou es uw pick-up aansluiten op de omroepinstallatie, dan kan die kanenbraaiër af en toe een nieuwe plaat opzetten.’ Die ouwe knikt. ‘Arbeidsvitaminen? Ja doe maar.’ Ik haal de draagbare pick-up van die ouwe uit zijn salon en zet hem op de brug voor de microfoon van de omroep installatie.

Die installatie, met twee grote waterdichte speakers, een knaap van een versterker en nog wat andere hebbedingetjes, komen van een oud oorlogsschip, dat in Portsmouth voor de sloop bij een scrapyard lag. Omdat het slopen, naar ons oordeel, niet snel genoeg ging en wij niet te beroerd zijn om waar nodig, een handje toe te steken, hebben wij ze een paar nachtjes geholpen.

Ik zet de pick-up op 33 r.p.m. en leg er een langspeelplaat op. Na wat draaien aan de knoppen, doet Roy Orbinson zijn best om Pretty Women langs de street te laten walken. De muziek schalt over het dek. Die ouwe kijkt omhoog en maakt het gebaar van draai hem wat meer open. Op de kade en het plein beginnen de mensen onze kant uit te kijken. Beneden me knikt die ouwe goedkeurend en steekt zijn duim op. Via een ommetje langs de kombuis, waar ik Roel vraag om wanneer de muziek stopt de plaat om te draaien, ga ik weer aan dek. Het loopt tegen twaalven, wanneer die ouwe en ik een paar passen achteruit doen en, als twee Rembrandts, tevreden naar ons werk kijken. ‘Zo, dat staat er netjes in zeun, ik ga mijn handen schoonmaken, breng jij die verfrotzooi even weg?’ Terwijl die ouwe met een lap peut zijn klauwen staat schoon te maken, breng ik de verfpotten, kwasten, rollertjes en rolbakken naar het kabelgat. Wanneer ik terugkom, staat die ouwe in het gangboord met twee op de kaai staande gasten van de Guardia Civiel – Een soort smerissen dat amper kan lezen of schrijven en meestal te stom is om voor de duvel te dansen. - te praten. Hoewel praten hier niet het juiste woord is. Omdat die ouwe geen Spaans kent en die pummels in uniform geen woord Nederlands, Duits of Engels lullen, heerst er even een Babylonisch spraakverwarring. ‘Stuur, waar hebben die gasten het over?’ Ik wend me tot de heren. ‘Qué pasa? Uit een stortvloed van woorden distelleer ik een paar zinnetjes. ‘Cap, volgens die twee lulhannesen mogen we, op last van de kerk, alleen gewijde muziek draaien, onze muziek moet af.’ Die ouwe kijkt woest naar die twee daar op de kaai. ‘De kerk? Af? Ze kunnen doodvallen, misschien wat zachter maar afzetten nooit!’ Jut en Jul op de kade, houden vol dat de muziek helemaal af moet en die ouwe zegt dat ze naar de hel kunnen lopen. Niet dat ik dat letterlijk vertaal maar toch stijgt de spanning behoorlijk. Helemaal, wanneer Jut en Jul dreigen om de hele “disco” in beslag te komen nemen. De matrozen zijn er ook al bij komen staan en hoewel zij “goede katholieken” zijn, laten ook zij luidkeels blijken dat de kerk ons niet kan voorschrijven wat voor muziek we draaien. Jut en Jul maken aanstalten om aanboord te komen. Die ouwe rolt zijn mouwen op en laat zijn spierbundels zien. Met een gezicht van “kom maar op, ik lust je rouw met een uitje ” wenkt hij ze met twee handen naar zich toe. Jut en Jul leggen een hand op hun pistolen en lopen de gangway op. De matrozen, ook Flip, leggen hun handen op het heft van hun messen. Vlug ga ik tussen die ouwe en de gangway staan. ‘Ho, dit is Hollands grondgebied, waar jullie niets over te zeggen hebben en als je toch aanboord komt en de muziekinstallatie meeneemt, is dat diefstal. Dan wordt onze regering boos op die van jullie en wordt Generalísimo Franco boos op júllie twee.’ Jut en Jul blijven aarzelend halverwege de gangway staan. Ze overleggen even en komen tot een besluit. Met een kwaad smoelwerk en op een toon alsof hij een verschrikkelijk dreigement uit, zegt Jul: ‘We gaan dit bij El Commandante melden.’ Ze knikken allebei nadrukkelijk, maken “rechtsomkeert” en verdwijnen. Die ouwe wil weten wat er allemaal gezegd is, dus licht ik hem even in. ‘En in zo’n simpel smoesje trappen ze?’ ‘Ja cap, simpele lui overtuig je met simpele argumenten.’ ‘Dat doe je goed moet ik zeggen, zou dat komen omdat je zelf ook een tikkie simpel bent?’ ‘Nee cap, integendeel zelfs, dat komt doordat ik goed heb kunnen oefenen op jullie Grunnigers.’ De trap, die ik al verwachtte, mist mijn reet ruimschoots en eindigt nog net niet tegen een relingstut. Roel, die er, als echte kok, natuurlijk ook met zijn neus bovenop stond, roept: ‘Schaften!’

==========================================================================


‘Ja stuur, het was goed dat jij er destijds tussen sprong want ik was toen instaat om die arrogante zakkenwassers met hun lege koppen tegen elkaar te rammen. Jammer dat we later, op last van de havenmeester, moesten verhalen naar de verste kade in de buitenhaven.’ ‘Ja cap maar dat was natuurlijk wel een heel klein beetje uw eigenschuld, of bent u soms vergeten wat u ‘s middags flikte?’ Die ouwe en ik kijken elkaar aan en beginnen allebei te grijnzen wanneer we terugdenken aan het moment dat die ouwe de grote luidsprekers - die zo krachtig zijn dat ze boven het kanon gebulder uit bevelen kunnen doorgeven - op de stad richt, de volumeknop in de uiterste stand zet en de Radetzky Mars met vollekracht over het plein schalt.
Laatst bewerkt: 01 mrt 2013 20:11 door Albert 45.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re: VERHALEN VAN TOEN. 01 mrt 2013 12:37 #373636

  • Pjetrow
  • Pjetrow's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 1863
Hahaha, ik heb me wederom kostelijk vermaakt!
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re: VERHALEN VAN TOEN. 01 mrt 2013 13:46 #373682

  • Imre2
  • Imre2's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 47
Was het niet het begin van het weekend dan zijn het wel jouw verhalen om naar vrijdag uit te kijken! Ben je later nog terug gegaan om de wijn te proeven? :whistle:
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re: VERHALEN VAN TOEN. 01 mrt 2013 15:44 #373713

  • Faran
  • Faran's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 14868
:woohoo:
Jeanneau Sun Odyssey 37

Gecertificeerd werkloos
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
Tijd voor maken pagina: 0.276 seconden
Gemaakt door Kunena
   
   
   
   
© Zeilersforum.nl