@Anjo. Dankjewel.
@roozeboos. Hallo Chris, gaan we jagen? Hoeveel denk je dat die knierten van het ZF me voor al dit zwoegen en zweten betalen? Ik mag al blij zijn wanneer ik straks op de meeting een alcoholvrij pilsje aangeboden krijg.
@Sons. Ben blij dat er ook tevreden lezertjes zijn.
@Groom. Leren die kinderen nu al Engels? Moet ik de volgende keer toch een beetje beter oppassen met mijn eh … shanty’s.
@ b 100. Dankjewel Bennie.
@Hurley Ruud. Redbreast is Ierse Whiskey? Waarom dacht ik dan in eerste instantie dat je je handen vol had met het voorbalkon van een Ierse die te lang onder de hoogtezon heeft gelegen?
@Cees Schouten. Hoi Cees, ik denk toch dat we na bijna tweeëneenhalve maand weer even naar Holland moeten. Al was het alleen maar om te zien of mijn dochter ons nog wel herkent.
“Zeebeest” gaat de hort op. 48.
Marjanne gaat even naar het havenkantoor om ons aan te melden.
Voor £ 20,-. per dag lig je hier, zeker wanneer je het uitzicht er bij betrekt en helemaal voor Engelse begrippen, niet duur.
Bijlage FILE0225.jpg niet gevonden
Marjanne kan niet wachten om te gaan shoppen dus stap ik, met rugzak en een flinke portie frisse tegenzin, de wal op. De winkeltjes hier, zelfs het supermarktje, hebben een assortiment dat nogal is toegespitst op toeristische klandizie, met andere woorden, een hoop rotzooi met een hoog “Volendam gehalte”.
Wanneer we na een martelgang van een uur of wat weer bij de kade komen, neem ik een foto van mijn zeilmaatje met als achtergrond de “Albatros”.
Bijlage FILE0226.jpg niet gevonden
Je ziet duidelijk dat de fok, zonder huik maar met schimmel, het niet lang meer zal maken.
Wij hebben intussen een buurman langszij gekregen. Het is de “Elusive”, een Engelsman.
Bovenop het ponton ligt ons dappere “Loodje” die we achter de kont hebben weggehaald en daar hebben neergelegd op verzoek van de havenmeester, “dan kan ik makkelijker de draai maken om achteruit met mijn sloep aan de binnenkant af te meren”.
Over de preekstoel heen zie je het geinige, Amerikaanse model met een schoorsteen achter de stuurhut, motorbootje van een Duitser, wiens vrouw ergens aan de “Costa del Hallekidee” zit, voor geen goud meegaat en hem in zijn eentje laat rondcrossen.
De tweede boot aan de binnenkant, is de sloep van de havenmeester.
Bijlage FILE0227.jpg niet gevonden
De havenmeester zelf is zeer actief, dat wil zeggen, hij laat het kantoorwerk aan zijn assistente over en vaart zelf het grootste deel van de dag met zijn sloep af en aan. Behalve het verslepen van allerlei bootjes, het peilen van de geul en het verleggen van de boeien, schijnt hij ook op verzoek ook loodsdiensten te verrichten voor jachten die liever niet op eigenhoutje de haven aanlopen. Kortom, een echte varensman met een gezonde afkeer van administratieve toestanden.
‘Kijk Martje, de buurman heeft een lijntje gezet tussen zijn masttop en de drijvende steiger, zou hij bang zijn dat de steiger afzinkt?’
Bijlage FILE0228.jpg niet gevonden
Het blijkt dat buurman bang is dat “Elusive” met laagwater aan de grond gaat komen en naar buiten toe om zal sodevallen. Vandaar dat hij een trosje aan het val heeft geknoopt en dat boven “Zeebeest” langs op de steiger heeft gezet.
Bijlage FILE0229.jpg niet gevonden
Het lijkt me stug dat er zoiets zal gebeuren maar het is zijn bootje dus mag hij zelf bepalen wat voor spelletje hij wil spelen. Natuurlijk kan ik het niet laten om te zeggen: ‘Dat heb je dan keurig opgelost maar uh, wat als je niet naar stuurboord maar naar bakboord valt, dan zit jouw boot bij de onze op schoot met masten en de verstagingen in elkaar.’
Hij lacht: ‘Niets aan de hand, ik ben tuiger van beroep en kan alles zelf herstellen of vervangen.’
‘Oké, laat haar dan maar omdonderen.’
Natuurlijk gebeurt er niets en komt met laagwater alleen een klein stukje van de kiel in de zachte blubber, zelfs het roer blijft vrij en beweegbaar.
Buurman en buurvrouw blijken een aardig stel mensen te zijn, waarmee we tot ’s avonds laat, ieder in zijn eigen kuip, ontspannen zitten te ouwenelen. Wij met een wijntje en zij met iets sterkers.
Wo.11-07-,12
Havendag, met redelijk veel zon en veel te veel verplicht - “anders groei je dicht” - winkelen.
’s Middags ontkom ik aan het verplichte “afvalloopje” door te zeggen: ‘Zeg Martje lief, tussen hier en Southwold liggen alleen nog maar Great Yarmouth en Lowestoft. In Great Yarmouth leg ik mijn ouwe klompen nog niet neer en Lowestoft is ook al geen favoriet van me. In verband met het tij wil ik niet voor een uur of één vertrekken. Lowestoft is iets van vijfenzestig mijl weg en Southwold is maar tien mijl verder. Omdat we dus sowieso een nachtje moeten doorhalen, lijkt het me slim om voor wat nachtvoer te zorgen door nu al een paar spekpannenkoeken te bakken. Dus als jij nu lekker de wal opgaat, offer ik me wel op en ga staan bakken.’
Hoewel ze precies weet waarom ik me zo opofferig opstel, kan ze niet om de logica van mijn betoog heen en knikt. ‘Goed, maar je laat de afwas niet voor mij staan!’
Ik maak een flinke kom beslag en begin met bakken. Twee plakken spek één lepel beslag.
Ondanks dat ik, zoals iedere goede kok, er af en toe een test, groeit de stapel zichtbaar.
Bijlage FILE0230.jpg niet gevonden
Wanneer Marjanne weer aanboord stapt, is de stapel compleet en de afwas gedaan.
Ze knikt goedkeurend en zegt met een Utrechts accent, dat ze zo te horen in Amsterdam heeft opgepikt: ‘Goe gedaan jochie.’ Dan loopt ze snel door naar binnen.
Iets in haar houding maakt dat ik wantrouwig wordt en naar de stapel pannenkoeken kijk.
Bijlage FILE0231.jpg niet gevonden
‘Lellebel! Je hebt spek gejat!’
Do. 12-07-,12.
‘Albert, om veertien twintig is het hoogwater op de bar.’ Zegt Marjanne en richt zich op bij de kaartentafel. Ze heeft uitgevogeld hoe laat het HW is en dat, voor haar gemak, meteen weer omgezet in “Hollandse” tijd.
‘Goed schat, dan vertrekken we zo tegen enen.’
‘Mooi, dan haal ik eerst nog even wat lekkere broodjes.’
‘Prima, maar laten we eerst nog een bakkie pleur doen.’
Ik was en droog de mokken, rol de waterslang uit en top de tank af.
Buurman vraagt of hij na mij even de slang mag vasthouden.
Terwijl buurman zijn tank bijvult, trek ik het driepolig infuus uit de paal en schiet dat netjes op. Buurman brengt mijn slang terug en begint een praatje. Zo, al met al, is de ochtend voorbij voor ik er erg in heb en wanneer Marjanne aanboord stapt met wat broodjes, een flink stuk cheddar en yoghurt is het al bijna vertrektijd.
12:55. Buurman heeft losgemaakt en vaart een rondje. Marjanne staat voorop met de laatste landvast in haar hand.
‘Lekko.’
Ze gooit met een zwiep het oog van klamp en terwijl ik het midden van de geul opzoek, bergt zij de trossen en fenders op. Met al die verspreid liggende boten op moorings, is het af en toe even zoeken naar de boeitjes van de sterk meanderende geul.
Tegen dat we de bar naderen heeft Marjanne alles opgeruimd en binnen nog even gekeken of alles zeevast staat. Ik kijk haar vragend aan …?
‘Alles zit, staat, hangt, zeevast. Hoe is het zeetje?’
‘Daar gaan we nu achter komen.’
Ik voer de toeren op en stuur richting branding. Vlak voor het witte water eerste bank draaien we naar SB en even later weer naar BB. Het zeetje, of liever gezegd de deining, valt deze keer wel mee, heel iets anders dan bij aankomst.
13:30 Passeren de uiterton.
Zonnig. NW 3-4. NW Deining. Zonnig.
Voorlopig gaan we oost op en volgen de kustlijn die, pas over een mijl of twintig, langzaam gaat afbuigen naar het zuiden. Zo, met het windje schuin in de kont, zeilen we op een Gentlemen’s koersje lekker in het zonnetje zittend terwijl Wil-Helm het “zware” werk doet.
16:45 Cromer Lt. ho. dwars, 2’SB.
We buigen nog wat meer af naar het zuiden en sturen, bijna recht voor het lappie, 108°. Hoewel we af en toe behoorlijk rollen is het nog steeds lekker zeilen zo.
19:15 Happisburgh Lt. ho. dwars, 1.5’SB.
De wind begint te krimpen en neemt toe.
22:25. Cockle lt. b. (east card.) dwars 0,5’ SB.
Nu kunnen we wat dichter onder de kust kruipen en 175° sturen.
Omdat de wind intussen met 5-6 in de SW hoek zit, zeilen we - voor Zeebeestelijke begrippen - redelijk hoog aan de wind.
Nu we steeds meer in het oppertje van de kust komen en de NW deining hier ook niet veel praats meer heeft, zeilen we op redelijk rustig water. Van tijd tot tijd nemen we een pannenkoek met stroop of honing en spoelen die weg met een flinke mok pleur.
23:30 Hemsby lt. b. dwars 0,75’ BB.
Vanaf hier zeilen we, pal zuid, tussen de kust en de banken, in een beboeide geul die iets meer dan een derde mijl breed is.
Vooruit aan SB zien we de feestverlichting van Great Yarmouth. Aan BB op de banken staat een heel windmolenpark. Het enige dat je daarvan ziet, zijn de rode vliegtuigverschrikkers bovenop de turbinegondels.
Omdat het hier een komen en gaan is van offshore verkeer etc. houden we stijf de SB kant van de geul aan. Maar toch komt er een flinke visserman, met al zijn deklichten aan, als een idioot op ons aanstormen. Hoewel we, behalve dat we al helemaal aan SB zitten, ook nog eens een zeilend vaartuig zijn en hij gezien zijn vaart niet vissende is, verandert hij zijn koers niet. Op de AIS zie ik dat de CPA zo goed als nihil is dus roep ik hem op om naar zijn bedoelingen te vragen. Na een keer of wat roepen zonder enige reactie van zijn kant, gooi ik de motor aan, geef vollekracht en maak een zwaai van 90° SB om buiten de geul en zijn koerslijn te komen. Pas achter de boei kom ik weer langzaam BB uit. Intussen informeer ik die visserman over mijn twijfel aan de huwelijkse staat van zijn ouders toen hij verwekt werd. Ook deel ik met hem mijn, aan zekerheid grenzend, vermoeden dat zijn moeder een flinke vrouw was die zich liggende staande hield. Daarna ga ik over op complimentjes die ik destijds van de Londense dockers heb geleerd en waarin menselijke en dierlijke lichaamsdelen je om de oren vliegen. Na een aardig stukje bloemrijk en tevens opluchtend taalgebruik, ga ik over op luisteren. Helaas, de visser is niet instaat te antwoorden omdat hij óf al schreiend in een hoekje van zijn stuurhut zit weggekropen, óf simpelweg vergeten is zijn marifoon op 16 te zetten.
Toch is er een die wel luistert, namelijk de dame van de Coastguard, die me vraagt om even op een werkkanaal te komen.
Daar krijg ik, in een paar simpele zinnen, te horen dat mijn taalgebruik niet helemaal conform de regeltjes betreffende correct ethergebruik is. Daarna wil ze graag weten wat er precies aan de hand was.
Ik ben intussen overgeschakeld van “bloemrijk” naar “maritiem” en leg in een paar zinnen uit wat zich daarnet afspeelde. De dame zegt dat ze hier een rapportje van zal opmaken en dat de visser er nog niet vanaf is. Wanneer ik mijn twijfel uit over het zullen bekennen door de visser, ofwel mijn ja tegen zijn nee, zegt de dame: ‘O nee, zo werkt dat niet, zijn AIS track en het marifoonverkeer zijn vastgelegd en kunnen als bewijs dienen.’
Dan wil ze alleen nog even weten wat de laatste haven was, waar we naartoe gaan en wat onze ETA is.
‘Goeie reis.’
‘Goeie wacht.
‘Uit.’
02:10 Great Yarmouth dwars.
03:30 Lowestoft dwars.
Marjanne zet een verse pot koffie en ik snij de laatste spekpannenkoek in tweeën.
Al kauwend en met een mok pleur in mijn hand, kijk ik om me heen. Het begint alweer licht te worden, waardoor het vuurtje van Southwold dat al helder boven de horizon staat, langzaam begint te verflauwen.
‘Zeg Albert, zullen we nog wat horen over hoe het afloopt met die malloot van een visserman?’
‘Geen idee moppie, waarschijnlijk krijgt hij een standje van de juf of moet hij vanavond met blote benen naar bed maar hoogstwaarschijnlijk horen wíj er nooit meer iets van.’
Op de bar voor River Blyth staat niet veel swell dus varen we meteen naar binnen. Als vanouds houden we uiterst stuurboord aan tot we het reddingboothuisje hebben gehad, waarna we het midden opzoeken. Na een dikke halve mijl zien we de steiger, die helemaal bezet is.
‘Martje, hang alle fenders maar aan bakboord.’
Ik ga rond en breng “Zeebeest” heel voorzichtig langszij een Schelde Schouw onder Hollandse vlag. Marjanne stapt zo stilletjes mogelijk aan dek bij de nog slapende buurtjes en pakt van mij de trosjes aan.
07:10 Gemeerd in Southwold Harbour.
DOG 71’. Totaal 1722’.
‘Zo Martje, we liggen netjes vast, nu moeten we nog een ding doen, je mag drie keer raden wat.’
‘Eh, naar het lek luisteren?’
‘In een keer goed!’