Dit zegt ChatGPT over de verschillen in chemische samenstelling
De chemische samenstelling van GTL (Gas-to-Liquid) en HVO100 (Hydrotreated Vegetable Oil) verschilt significant door de verschillende grondstoffen en productieprocessen. Hieronder de belangrijkste verschillen:
1. Grondstoffen en Basis
• GTL: De grondstof voor GTL is aardgas, een fossiele brandstof die voornamelijk bestaat uit methaan (CH₄). Tijdens het GTL-proces wordt methaan omgezet in langere koolwaterstofketens via het Fischer-Tropsch-proces. Dit resulteert in synthetische koolwaterstoffen die qua samenstelling lijken op die in conventionele diesel, maar met een zeer hoge zuiverheid (weinig aromaten en zwavel).
• HVO100: HVO100 wordt geproduceerd uit plantaardige oliën of dierlijke vetten, zoals koolzaadolie, palmolie, of afgewerkte bakoliën. Tijdens het hydrogeneringsproces worden de triglyceriden en vetzuren in deze oliën omgezet in paraffine-achtige koolwaterstoffen.
2. Koolwaterstofstructuur
• GTL: GTL bestaat voornamelijk uit lineaire alkanen (paraffines) met weinig tot geen vertakkingen, aromaten, of andere onzuiverheden. Dit resulteert in een zeer schone verbranding. De alkanen in GTL hebben doorgaans een koolstofketenlengte van C10 tot C20, vergelijkbaar met die van conventionele diesel, maar met een veel consistentere structuur.
• HVO100: HVO100 bestaat ook voornamelijk uit lineaire alkanen (paraffines) door het hydrogeneringsproces. De koolstofketenlengte varieert doorgaans tussen C15 en C18. Net als GTL bevat HVO100 weinig tot geen aromaten en geen zuurstofhoudende verbindingen (zoals esters die in FAME-biodiesel zitten).
3. Aromaten en Zwavelgehalte
• GTL: GTL bevat vrijwel geen aromatische verbindingen of zwavel, wat leidt tot een schonere verbranding en lagere emissies van NOx en fijnstof.
• HVO100: HVO100 is ook vrijwel vrij van aromaten en zwavel, wat bijdraagt aan lagere emissies en een langere levensduur van motoren.
4. Oplosmiddelgehalte
• GTL: Door het Fischer-Tropsch-proces heeft GTL een extreem laag aromatengehalte, wat zorgt voor een hoge cetaanwaarde (meestal tussen 70 en 80), wat gunstig is voor de ontstekingskwaliteit.
• HVO100: HVO100 heeft ook een hoge cetaanwaarde, meestal tussen 70 en 90, wat resulteert in een efficiënte en schone verbranding. Door het ontbreken van zuurstofhoudende componenten, zoals in FAME-biodiesel, heeft HVO100 een betere stabiliteit en minder hygroscopische eigenschappen.
5. Fysische Eigenschappen
• GTL: GTL heeft een iets hogere dichtheid dan HVO100 en een licht lagere viscositeit. Het heeft uitstekende koude eigenschappen, wat het geschikt maakt voor gebruik in koude klimaten.
• HVO100: HVO100 heeft vergelijkbare of iets betere koude eigenschappen dan conventionele diesel, afhankelijk van de grondstof. Het heeft ook een lage viscositeit en uitstekende stabiliteit, zonder de problemen van oxidatie die conventionele biodiesel (FAME) kan hebben.
Conclusie:
Hoewel zowel GTL als HVO100 voornamelijk bestaan uit paraffine-achtige alkanen en weinig onzuiverheden bevatten, verschillen ze in hun oorsprong (fossiel versus biobased) en hebben ze iets verschillende ketenlengtes en fysische eigenschappen. Beide brandstoffen zijn veel schoner dan conventionele diesel, maar HVO100 heeft als voordeel dat het volledig hernieuwbaar is.