Stap 2 Veerwerking roerstandgever en afdichting hennegatskoker
Toen ik eenmaal de Raymarine roerstandgever in handen had werd al snel duidelijk dat deze een vrij stevige rotatieveer bevat. Deze veer drukt de arm van de gever helemaal naar één kant, dus niet naar de middenstand. De reden van deze veer is dat hiermee alle speling die zich in het systeem bevindt geëlimineerd wordt. Als er speling op zit kan dit verkeerde input aan de stuurcomputer gaan geven met onregelmatig stuurgedrag als gevolg. Voor boten met een stuurwiel is deze veer geen enkel probleem, door de vertraging tussen roer en stuurwiel zal de stuurman of –vrouw hier niets van merken en het stuurwiel zal door deze veer ook niet verdraaien als je het loslaat. Maar met een helmstok ligt dat anders. Hoewel de veerkracht ook weer niet zó groot is, zal het roer door de veer onmiddellijk naar één kant gedrukt worden als je de helmstok loslaat. Ook zal je de veerkracht toch voelen als je handmatig stuurt en dat lijkt me niet prettig.
Mijn eerste idee was om de veerkracht van de roerstandgever te compenseren met een stuk shockcord wat de andere kant op trekt. Om dit te onderzoeken heb ik een testopzet gemaakt op mijn werkbank. Het bleek vrij eenvoudig om met dun (4mm) shockcord de veer te neutraliseren.
Door een wat langere lengte shockcord toe te passen bleek het ook mogelijk om het zó af te stellen dat de roerstandgever altijd naar de middenstand terugkomt. Op zich natuurlijk aantrekkelijk, de il Cigno is nu niet bepaald koersvast als je het roer loslaat. Dus ook nog even gekeken of het mogelijk was om het shockcord via een blokje te laten lopen om het in te kunnen passen in de beperkte ruimte aan boord. Ook dat bleek op zich prima te werken.
Maar het voelde toch niet helemaal goed om het stuurgedrag afhankelijk te laten zijn van shockcord. Dat spul is toch relatief snel aan veroudering onderhevig en om dit telkens te moeten vervangen leek mij geen aantrekkelijke gedachte. Dus toch ook maar de andere optie onderzocht, het gewoon verwijderen van de rotatieveer. Dat is vrij gemakkelijk. De arm van de roerstandgever zit met een spanstiftje (een holle bus) vast, met een afgevijlde spijker als drevel is die er vrij gemakkelijk uit te tikken. De veer komt dan vrij te liggen en kan er uit gehaald worden.
Na het terugplaatsen van de arm bleek de roerstandgever zelf in ieder geval geen speling te vertonen. Omdat de rest van het systeem nieuw is verwacht ik ook daar slechts minimale speling. Ik ga het dus eerst maar eens proberen zonder de veer. Mocht blijken dat dit (op termijn) toch niet werkt kan ik altijd de veer weer terug zetten en de oplossing met het shockcord gaan gebruiken.
Een ander, niet geheel onbelangrijk punt van aandacht is de waterdichtheid van de boot. Als ik de hennegatskoker doorzaag ontstaat er een open verbinding met het buitenwater. Weliswaar zit de opening op ruim 65 cm boven de waterlijn en wordt de onderzijde vrijwel geheel afgedicht door het onderlager, ik wil toch zeker weten dat er via deze weg nooit water in de boot kan komen. Dit zou zich kunnen voordoen onder extreme helling of als gevolg van de persende kracht van golven op zee.
Er zijn grofweg drie manieren om een hennegatskoker af te dichten:
1. Flexibel manchet
Door tussen de koker en de roerkoning een manchet, ook vaak aangeduid met de Engelse term ‘gaiter’, aan te brengen wordt de boel effectief afgedicht.
In mijn geval was dit niet mogelijk omdat de afstand tussen het plateau en het kwadrant niet groot genoeg is. Het kwadrant hoger zetten kan ook niet.
2. Schroefas afdichting
Dit is de klassieke manier, met vetkoord en aandrukbus. Dit zou een dure op maat gemaakte constructie vergen en het vraagt veel onderhoud. Ook geeft het veel weerstand op de draaibeweging. Voor mij geen optie.
3. Keerring
Door het toepassen van een keerring wordt de koker effectief afgedicht. De benodigde (olie)keerringen zijn te krijgen in alle soorten en maten, vragen weinig ruimte en zijn onderhoudsvrij. Een logische keuze voor mij dus.
De vraag was alleen hoe de keerring te plaatsen: op de koker of in de koker. Bovenop de koker is robuuster en gemakkelijker bij vervanging, maar dit zou weer een op maat gemaakt huis betekenen. Ik heb er dus voor gekozen om een hele smalle keerring toe te passen die in de koker past (paars in deze screenprint):
Om het juiste type keerring te vinden ben je even bezig. Er bestaan honderden of misschien wel duizenden verschillende maten en typen keerringen. Deze moest niet alleen de juiste maten hebben, maar ook geschikt zijn voor (zee)water uiteraard roestvrij. Ook wilde ik geen keerring met een veer, deze zijn lastig te krijgen in RVS en kan kapot gaan. Omdat een 100% perfecte afdichting in mijn geval ook niet nodig is moest het zonder veer ook kunnen. Uiteindelijk heb ik in het assortiment van
Kramp een passende keerring gevonden – hoop ik. De benodigde keerring kon ik via een lokaal landbouw voertuigen bedrijf eenvoudig bestellen en afhalen.
De keerring wordt aan de bovenkant opgesloten door het kwadrant zelf. Tussen het kwadrant en de hennegatskoker komt een kunststof ring. Deze heb ik zelf gemaakt uit een 3mm dik kunststof plaatje wat ik nog had liggen.
Met de ring die in de koker moet komen wacht ik nog even. Ik wil eerst kijken hoe de keerring straks in de hennegatskoker past, want ik ken de exacte wanddikte nog niet. Misschien volstaan een paar dotjes lijm ook wel.
De volgende stap beschrijft het maken van een paar losse onderdelen.