Poolcirkel.
Vandaag Zondag 5 juni rond 16.00 bereikten we onze eerste mijlpaal van de reis, de Poolcirkel. Alhoewel ik goed heb uitgekeken is er van enige cirkel niets te zien, wel een monument in de vorm van een globe op een rotseilandje aan bakboord. Weliswaar niet precies op de poolcirkel, want die ligt nog een halve mijl verder op 66,33 graden.
We meren aan in het piepkleine haventje van Selsøyvika op 66,34. Wat mij betreft ook op de Poolcirkel gelegen. Minder is dat de schipper van Norna Biron vast houdt aan de traditie van een doop in het koude water van de poolcirkel voor de bemanning die voor de eerste keer deze meridiaan over gaat. Helaas is het voor hemzelf niet de eerste keer. Ik ben van mening dat we er bovenop liggen en er dus nog niet overheen zijn. Daarmee enig uitstel afdwingend. Aangezien ik ook al een stichtelijke speech van de schipper heb moeten aanhoren bij het passeren van het Poolcirkel monument wordt nog enige clementie verleend.
De route na Taelavåg is afwisselend achter de eilanden langs en op open zee. Best met veel motoruren maar zeker ook de laatste dagen met een stevige wind van achteren die varieerde van 20 tot 40 kn.
Een praatje met de Duitse buren op Fedje leert dat we het Pernille café niet mogen overslaan. Ze hebben prima fish&ships. Zoeken op google leert ons dat ze al om 18.00 sluiten. Dat wordt dus happy hour overslaan en haasten naar het café. Het pontje naar de overkant vraagt om een onduidelijke betaling waar we niet uitkomen dus moeten omlopen. 20 min. met een stevige pas. Het Duitse echtpaar heeft niet overdreven, de fish&chips zijn prima en laten zich samen met een Ipa biertje prima smaken. We kunnen hier ook het havengeld afrekenen en het pondje, dat op de rekening en via een SMS van de barjufrouw in werking wordt gesteld. Joost mag de kettingtakel bedienen.
Een ander hoogtepunt op Fedje is de douche. Ook Joost geeft ik het advies om er gebruik van te maken. Geen hint, maar advies, let op het verschil. De belevenis is warm, schoon en lekker.
Tussen Florø en Sandshamn ligt de meest beruchte kaap van Noorwegen, Stadlandet. Zeegang en harde wind kunnen tot gevaarlijke omstandigheden rond de kaap leiden. Om het scheepvaart verkeer veiliger te maken is men begonnen aan een gigantische tunnel van 2200 meter lang, 50 meter hoog en 36 meter breed. Wij hebben mazzel en varen over een rustig kabbelend zeetje rond de kaap.
Ålesund ziet er wel gezellig uit maar is nogal toeristisch ingesteld. De twee gigantische cruiseschepen aan de kade hebben hun passagiers op het stadje losgelaten. De naar schatting 10.000 mensen overbevolken de straten. Eerlijk gezegd ben ik er al snel op uitgekeken.
Het nadeel van de toeristische route in dagtochten achterlangs en binnendoor de talloze eilanden is dat het niet echt opschiet. We besluiten een nachtje door te zeilen om zodoende het 210nm verderop gelegen Rørvik te bereiken. Nou ja, wat heet nacht, het wordt hier niet meer echt donker. Wel zie je overal in de kaart waarschuwingen staan voor “dangerous waves”. Niet zo gek ook als je ziet hoeveel rotsen er uit de zeebodem opstijgen maar nog wel voldoende diepte geven om er overheen te varen. Wij kampen nog met lichte tegenwind maar ik kan mij goed voorstellen dat je hier niet met stormachtige wind tegen tij moet zijn.
De afgelopen twee dagen waren weer heerlijk maar lui zeilen, achter de deels ingerolde kluiver aan en met een harde wind op de kont. Op het traject Rørvik naar Sandnessjøen kwam de snelheid niet onder de 8,5kn en regelmatig boven de 10kn. Het wordt wel merkbaar kouder, nu zo’n 7 gr. overdag.
Het gesprek tijdens ons diner vanavond gaat over morgen met de vraag hier nog een dagje blijven of doorvaren. Het weerbericht wordt door de schipper zodanig geïntepreteerd dat een dagje blijven voordeliger uitpakt. Ik verdenk hem van enige sturing naar de wederom gegroeide klussenlijst.