Longyearbyen, Spitsbergen, zaterdag 25 juni 2022.
We hebben een voorspoedige oversteek van de Barentszee gemaakt en hebben rond 22.00 uur, na een zonovergoten dag, vast gemaakt aan de steiger in Longyearbyen. De laatste 100 mijl in het zicht van de Spitsbergen kust aan stuurboord. Toch een mijlpaal in onze reis
Alweer een week geleden zijn we vertrokken uit Vaerøy helemaal in het Zuidwesten van de Lofoten. Net ten NO van Vaerøy houden we de
Moskenstraumen (Maalstroom) ruim aan bakboord. (in een andere rubriek
meer daar over). In dagtochten kruisen we, voornamelijk op de motor, de Lofoten door. Zo af en toe gaat er een zeil bij. De wind is erg veranderlijk en meestal tegen. Vanuit zeegaten krachtig toenemend dan weer tegengesteld komend vanaf een berghelling. Norna is nou niet een boot waarmee je gemakkelijk gaat kruisen in nauwe wateren maar terwijl we hier tegen de wind in motoren realiseer ik mij wat een fantastisch zeilwater dit is om met mijn eigen boot te bevaren. Dat is een al jaren diepgeworteld verlangen en een belofte aan mijn echtgenote, zodra Fram zeilwaardig is heeft één van de eerste grote reizen de Lofoten als bestemmimg. Ik zie dit maar als een soort van eerste verkenning
Zoek je foto’s van de Lofoten vindt je die van Reine. Wij waren het er al over eens dat je eigenlijk alle plaatsen aan de E10, de snelweg die alle eilanden met elkaar verbindt, moet vermijden. Dat zijn vooral door toeristen bezochte dorpen waardoor druk en weinig authentiek. De E10 zelf wordt bevolkt door campers in alle soorten en maten. De gewone personenauto is in de minderheid. Maar Reine moet je toch gezien hebben en daarom tuffen we er naar binnen en maken als een stel Japanners foto’s om vervolgens weer om te keren en door te gaan.
Niet heel consequent maken we vast in Nusfjord. Alhoewel niet direct aan de E10 nemen velen de afslag om dit “Marken van Noorwegen” te bezoeken. Dat is niet negatief bedoeld. Net als Marken heeft het een authentiek karakter met in plaats van de groene huisjes hier de roodbruine en gele huisjes. Zoals ook in vele andere Noorse haventjes zijn de huizen met elkaar verbonden via vlonders over een houten staketsel. De diepgang in de haven lijkt wat dubieus te zijn voor de 2,5m. van Norna en leggen daarom niet aan de langssteiger aan maar haaks daarop. Ze steekt daardoor dwars de haven in, de ingang voor 2/3e blokkerend. We hebben het idee dat de twee viskotters die aan de overkant liggen er meer zijn voor de entourage dan dat ze naar buiten gaan. Enfin, een jachtje kan er nog wel door. We worden hier zelf onderdeel van de bezienswaardigheid. Fotogeniek is het zeker wel.
Op onze toeristische route, zo noem ik het maar want we varen bewust tussen de vele eilandjes en nauwe doorgangen met de rotsen op slechts enkele meters afstand, mogen we het Trollfjord uiteraard niet overslaan. Het ligt immers op onze route naar het Noorden. Dat we in de buurt komen bewijzen de vele ribs, gevuld met in Ferrari rode of Signaal gele overlevingspakken verpakte toeristen, die ons met +30kn. voorbij razen. Met opschriften als
”Trollfjord & Sea Eagle RIB Safari” laat niets aan duidelijkheid te wensen over waar ze naar toe gaan. Een eindje verderop racen ze één voor één bakboord uit. Kennelijk is daar de ingang van het Trollfjord. En dat klopt. Tegen de tijd dat wij naar binnen varen komen de ribs weer naar buiten. Time = money nietwaar. Wij varen tot bijna het einde, maken wat foto’s en keren ook om. Leuk om gezien te hebben en erg fotogeniek. Zelfs ik ben in staat om meerdere zeearenden voor de lens te krijgen, al waren ze best ver weg. Die avond laten we voor het eerst het anker vallen. Blokken is een klein beschut baaitje met achterin een plek waar het niet meer te diep is om te ankeren.
Na nog een nacht in het verder uitgestorven Sandvika vinden we net achter de brug bij Finnsnes een ponton met een dieselpomp. Het nabijgelegen plaatsje biedt ook de gelegenheid om wat laatste verse boodschappen te halen en om te douchen. Hmm, dat is lang geleden en ik kan best een goede schrobbeurt gebruiken. Helaas blijkt de automaat van de dieselpomp niet één van onze over drie man verdeelde collectie betaalpassen en credit cards te accepteren. Dat is nu de tweede keer dat goedkopere diesel aan onze neus voorbij gaat. De prijs hier is 17,8NOK, scheelt toch een 0,50NOK met waar we eerder getankt hebben.
In de directe omgeving vinden we geen andere dieselpomp. Tromsø aandoen lijkt dan toch de beste optie, waardoor de schipper alsnog zijn zin krijgt. Hij wilde graag vanuit Tromsø naar het hoge Noorden vertrekken. Ik was meer van het juiste weerwindow en vertrekken zo het uitkomt. Het gunstige window lijkt aanstaande en daarvoor moeten we zelfs nog iets vertragen. Een kleine omweg via Tromsø past prima in dat scenario. Ondertussen wordt het koud, winderig en regent het. De 38nm naar Tromsø neem ik voor mijn rekening, flink ingepakt in de kleine kuip van Norna. Het zicht is af en toe bar slecht en het is goed opletten geblazen. Op de één of andere manier geniet ik van dit tochtje. Dat terwijl er niets dan grijzigheid te zien is terwijl Norna zich tussen de vele rotsjes, bakens en eilanden laat manouvreren. Van de met sneeuw bedekte bergen en groene heuvels is niets te zien, alles is even grauw en grijs. De mannen zitten binnen wat te lezen en te suffen, af en toe checkend of ik nog wat nodig heb of afgewisseld wil worden. “Nee hoor, gaat prima zo” roep ik, terwijl ik mijn handen in mijn jaszak warm probeer te houden.
Alvorens we op het wijde Balsfjord komen, in het Noorden daarvan ligt Tromsø, spoelen we door de nauwe doorgang Rystraumen. Even loopt de snelheid op tot 11kn. bij een vaart door het water van zo’n 5,5kn.
In het zicht van Tromsø neemt Joost het van mij over. Lekker mijn natte zooi uit doen, in de machinekamer hangen om wat te drogen, een banaantje pellen en weer even warm worden in de salon. Naar buiten kijken gaat niet, alle ramen zijn beslagen. Wanneer ik het toerental van de motor hoor veranderen trek ik mijn nog natte zeilpak weer aan en zie buiten op de wal een paar grote olietanks met [l]BUNKER[/i] erop. We leggen aan op een betonnen steigertje maar helaas is een dieselpomp hier niet te vinden. Ook even verderop is een op het oog verlaten bunkerstation maar zo te zien met slangen die niet voor Norna bedoelt zijn. We zetten koers naar de marina even verderop, daar is zeker wel een dieselpomp. Dan ontwaren we aan bakboord nog een ponton en nu wel met diesel automaat. De prijs is 20,60NOK en is “gekleurde diesel verboden voor motorvoertuigen” zo staat er op de stikker. Mjjn VISA doet het hier wel en er verdwijnt voor 8000NOK diesel in de tank.
We overleggen, het is 19.00 uur, het is koud en het regent, gaan we door of blijven we hier nog een nachtje. Mijn idee om door te gaan krijgt de goedkeuring van de anderen. Nog even naar huis bellen en appen dat onze overtocht naar Spitsbergen nu toch echt begonnen is. Mijn wacht begint om 24.00uur en is ook het tijdstip om gezamelijk de laatste Gribs te bespreken. Die zien er niet slecht uit, alhoewel weinig wind tot eind van de dag. Daarom wordt besloten nog iets te vertragen met een tussenstop op Torsvåg. Dat is toch even omschakelen. Immers ingesteld op een 4 daagse zeereis is alles er voor klaar gemaakt, dek opgeruimd toch nog een haven aandoen. Maar even een paar uur slapen is ook wel lekker. In mijn droom zijn we aan het zeilen, kennelijk met heel rustig weer, ik probeer de bewegingen van de boot aan te voelen maar voel niets. Ik wordt er wakker van. Oh ja, we liggen nog aan de steiger van Torsvåg.
22 juni 9.00 uur is het alle hens aan dek. We gaan. De paar uur extra rust op Torsvåg waren nodig om het ergste van de harde wind onder Spitsbergen te ontlopen en de motoruren aan het begin te beperken. De harde wind onder Spitsbergen is weliswaar pas over 4 dagen en in die tijd kan er nog veel wijzigen. Op de één of andere manier voelt dit vertrek anders dan eerdere zeereizen. We steken de Barantszee over en dat klinkt toch anders dan een tochtje over de Noordzee. Na de zeilen gehesen te hebben pak ik nog een paar uurtjes slaap. Ik krijg nog net mee dat de motor weer aan gaat. Te weinig wind. Ik kan daar goed op slapen en voor ik het weet is het al 12.00 uur in de middag, mijn tijd vandaag voor deze wacht. Het zonnetje schijnt, het is warm uit de wind maar daar zit nog wel een venijge koude component in. Maar goed, die komt van de verkeerde kant en is te weinig. De Barentszee lijkt trouwens verdacht veel op onze eigen Noordzee. In de salon lees ik verder in het e-boek waar ik gisteren aan begonnen ben. Af en toe rolt er iets dat lawaai maakt. Al gauw begint het mij te irriteren en ga op zoek naar de boosdoener in de kajuittafel wat ik denk waar het vandaan komt. Hé daar staat alles stabiel, met een paar handdoeken er tussen. Aha, het komt uit de stuurboord bank. Maar ook daar ligt niets dat het kabaal kan veroorzaken. Toch nog maar eens in de kajuittafel kijken. Nee hoor, ook alles zeevast. De eierdoos naast whiskeyfles in de servieskast is vast weg. Nee hoor, die ligt er ook nog steeds en behoedt de fles tegen heen en weer rollen. In de bakboord bank liggen geen flessen maar toch ga ik kijken. Ook niets natuurlijk. Weer “kleng .. boem” en realiseer mij nu pas dat het de grootschoot boven mijn hoofd op het achterdek is. De wind is nog minder geworden en de grootschoot mag best wat strakker.