Nachtvlinder schreef :
350 reacties en er is nog geen profiel of luffcurve... Hoop wel dat kmomo beslisvaardig wordt. Er dienen nog aardig wat andere keuzes gemaakt te worden tenslotte.
Na dit weekend kan het hoofdstuk "mast" hopelijk afgesloten worden.
Hier dan nog en summary van tips:
1. Om een goed grootzeil te maken heb je 65 meetpunten (als ik me goed herinner), als je die goed opmeet dan heb je een goede kans dat je zeil perfect past en dat alle ogen, lussen, reven, latten en leuvers goed geplaatst zijn en daardoor geen schade of rare plooien in het zeil veroorzaken.
2. Gieklengte, hijshoogte, achterlijk lengte, afstand tot de achterstag, lengte van de achterstag kraan en mastbuiging zijn de belangrijkste 7 maten voor de geomterie. Vergeet niet alle lijken aan een dacron zeil 0.8% korter te maken dan de gemeten lengte. Dacron rekt namelijk als je er spanning op zet. Gebruik je een goedkope dacron, maak dat dan maar makkelijk 1% of zelfs nog meer
3. Afhankelijk van welke software je gebruikt zakt de bolling 4-6% van de koorde lengte verder naar achter tijdens het zeilen, en de diepte is ruwweg 8% meer dan de ontworpen diepte om diezelfde reden.
4. Een grove vuistregel voor totale broadseam breedte is 1cm per meter giek lengte. Meestal zette ik de helft van de totale broadseam in de onderste doorlopende naad die net boven de halshoek aan het voorlijk kwam. De naad daarboven de helf van de nog overblijvende broadseam breedte, die daarboven weer de helft. In de bovense helft van het zeil vrijwel geen gecurvde banen meer.
5. Zorg dat de ketting van het doek precies haaks ligt tenopzichte van de zwaartelijn van tophoek naar schoothoek. Eventueel de onderste taartpunt 2 tot 5 graden gedraaid, met de ketting meer diagonaal.
6. Zorg dat elke lat minimaal 60% van zijn lengte voorbij de zwaartelijn van tophoek tot schoothoek gaat.
7. Zomen voor en 36 voeter minimaal 2x stikken met een tripple steek, minimaal 3x maar beter 4x als je enkele zigzag steek gebruikt.
8. Gebruik nooit een rechtuit steek op een zeil, dat verkort de levensduur van de garen.
9. Maak de hoekversterkingen van de schoothoek, reven en tophoek minimaal 10% van de lijk lengte. De halshoek patch kan ongeveer half zo groot.
10. Vergeet niet om de afstand tussen grootzeilval uitgang en achterkant mastprofiel te meten/inschatten. Ander trek je rare plooien in het grootzeil of je trekt de leuvers uit het voorlijk vandaan.
11. Idem voor afstand van de reefhaak/reeflijn van het mastprofiel, zodat je weet waar je de lus/ring in het voorlijk moet zetten.
12. minimale leuverafstand in centimeters is 2x de lengte van de boot in voeten.
13. Voor de zomen gebruik je minimaal S69, voor de hoekversterkingen S92, en voor de banden/lussen etc. gebruik je minimaal S138 garen. Zorg dat je de bijbehorende naalden hebt zodat je voldoende naaldkoeling verkrijgt en toch niet te grote gaten in het doek prikt.
14. Ik vond het altijd aanzienlijk makkelijker werken om eerst de hoekversterkingen op individuele panelen te zetten alvorens alle baantjes aan elkaar te stikken.
15. Latten zakken losjes op het zeil vastzetten, als je die er strak oplegt zal de dikte van de lat het zeil zelf weg willen drukken en krijg je rare vervormingen en belastingen op het zeil.
Dit zijn enkele van de belangrijkste tips, sommige zelfs geheimen van de smit die je nergens anders online zult vinden, doe er je voordeel mee. Het is vreselijk makkelijk om 1 foutje te maken wat je hele zeil kan verklooien, denk goed na en probeer de gevolgen van iedere stap te analyseren alvorens je de stap maakt.