Zeilersforum.nl - Home
Overspoeld
- Geschreven door Lotus77
- Hits: 2327
Charlotte's belevenissen
Overspoeld
Hoe kan ik klein schrijven als er na 500 mijl, zoveel onvergetelijke momenten zijn? Waar moet ik beginnen. Amper een maand weg uit Nederland en nooit zuidelijker gevaren dan Cadzand, is zelfs de Belgische blokkendozenkust, waar velen snel aan voorbij varen, mooi. Het is ook die aardige sluiswachter in Oostende die ons welkom heet. ‘Trekt uw chute maar aan in plaats van uw lifejacket! Ge gaat flink zakken!’ En dat de stootwillen er zo hoog hangen begrijpen we ineens. Gelukkig hebben de scherpe oesters langs de sluiswand Quelinda ’s romp niet beschadigd.
Op ruime koers hijsen we het Franse gastenvlaggetje en bereiken moeiteloos Boulogne-sur-Mer. De in mijn gedachte bebloemde boulevard blijkt een vervallen veergebouw, volgepoept meeuwenhotel en een rij vissersboten in een naar riool stinkende haven te zijn. Het gros van de steigers is weg. Sfeer ontbreekt. Wanneer we een memorabele Street art wandeling over de klif en door het oude centrum maken, wordt het ineens toch een kleurrijke stad.
Wit geknepen knokkels
En dan het slaperig klifstadje in het Normandische Saint-Valery-en-Caux. Wanneer we mikken op hoog tij, met stroom tegen en wind in de rug, zijn de flinke rollers in de smalle doorvaart allerminst om bij in te dutten. Paul is weliswaar in zijn element achter het roer en begint te filmen maar ik knijp mijn vingers wit aan de railing. ‘Wil je alsjeblieft de camera wegleggen en opletten?’ Eenmaal de drempel over en binnen, ligt het heerlijk rustig. De aanblik van de droogvallende zeegang is zeer bijzonder. Het is ook de plek waar vissers nog rechtstreeks aan de kade verkopen. Schol, hondshaai, vreemde schelpdieren, ik kijk mijn ogen uit en smul ‘s avonds van mosseltjes in Roquefortsaus terwijl Paul begint aan een pizza die ver buiten zijn bord reikt.
Of de tassencontrole in de supermarkt, ik blijk er verdacht uit te zien. De man voor en vrouw achter mij, krijgen het niet. Is het mijn rommelige knot, vlekkerig T-shirt en klusbroek? Of het eeuwig heen en weer gedrentel langs schappen? Hoe kunnen zij ook weten dat ik zo geniet van boodschappen doen in het buitenland. Het geeft niet dat ze me voor crimineel aanzien. Ik weet beter.
Ik zou willen dat je het ook kon ruiken. Dat ietwat zoete boterbrood van de bakker wat we eten tijdens de wandeling langs zee. Daarna langzaam afdalend naar de andere kant van het stadje is er geen haast meer. Nu al niet meer. Het militair kerkhof maakt indruk. Lange rijen met roos, kattenstaart en heester om en om tussen witte kruizen. Hartverscheurend jong gestorvenen. Soms zelfs alleen bij God bekend.
Greenwich passage
Op weg naar Saint-Vaast-la-Hougue genieten we van de weersveranderingen op zee en houden vistonnetjes ons scherp. De wind doet maar een dotje. Langzaam zeilen we westwaarts, wachtend op dat ene moment.
Gehaast en enthousiast duwt Paul het schermpje onder mijn neus. ‘Kijk dan! Zie je het! Kijk dan!’
‘Je drukt op de volumeknop, ik zie niks lief.’ Reageer ik lachend.
Bang het moment te missen, zet Paul snel de coördinaten terug op de marifoon. We tellen af zoals bij oudjaar tot de nul graden meridiaan, Greenwich passeert. We vieren ook dat we voor het eerst geen land meer zien. Misschien overdreven? Voor ons zijn het mijlpalen.
Een passerende bui gunt ons een laatste beetje wind en dan valt het stil. Jan van Genten met hun lichtgele koppen en zwart gerande vleugels vliegen onverstoord langs. De zee wordt één grote olievlek. De motor gaat aan terwijl Bløf uit de speaker galmt. Zorgeloos voelt het. Terwijl ik zo vaak wakker heb gelegen voorafgaand aan vertrek.
Ankeren doen we allebei het liefst. Het geeft de vrijheid om weg te gaan wanneer we willen en voor het eerst zien we in de vissershaven van Saint-Vaast-la-Hougue wat er schuilgaat achter de vistonnetjes die we steeds proberen te ontwijken. Korven en netten die afdalen naar de zeebodem en vis, krab en kreeft in de val lokken. Dobberend tussen de vissersboten valt ons nog iets op. Geflipper ver weg. Paul staat op. ‘Ik ga een kijkje nemen, praatje maken.’ En daar gaat ie.
Ik kijk toe hoe hij de dinghy aanhaakt bij een RIB en gebarend begint te praten. Ik bewonder zijn initiatief, zijn lef, amper Franssprekend. Ik spreek beter Frans maar hier ben ik niet goed in.
‘En?’ Vraag ik later nieuwsgierig.
‘Die mannen duiken op één teug lucht naar twaalf meter diepte om spinkrabben te vangen. Met drie man doen ze er 25 in een paar uur.’ Respect.
Alderney steelt ons hart
Anker op en na een pitstop in Cherbourg varen we rond slack door de race naar Alderney. Zo kunnen we het nog voor de dreigende storm bezoeken. De Quarantainevlag lijkt overbodig en inklaren is na versneld opeten van onze piepers een papieren formaliteit die later ook toegang geeft tot Guernsey. Alderney, het is de plek waar we door de eigenaar van de watersportwinkel overgehaald worden om te blijven. Waar autosleutels op het contact blijven zitten en betekenisvolle mensen geëerd worden daar waar ze hebben gewoond. Het eiland waar iedereen in de zomer verliefd een huis koopt en ‘s winters verkoopt omdat het er angstaanjagend kan spoken.
We bewandelen roestbruine kustpaden met brem, varens en paarse middagsbloem en drinken cream tea in The Old Barn. Dit Britse Kanaaleiland, waar prachtige forten op elke uitstekende rots staan en waarvan de kleur grijsgrauw is op plekken waar bezetters vernietigende betonnen sporen achter hebben gelaten, steelt ons hart.
In een stilte voor de storm varen we op de motor door de beruchte Swinge en Little Russel naar Saint Peter Port, de hoofdstad van Guernsey. Er is een carnaval festival aan de gang. Een dinghyrace en touwtrekken op de kade zoals dat in Nederland nooit zou mogen. ‘Proost, op het avontuur!’ Met medevertrekkers drinken we tussen de Britten een pint op 80’s muziek. Genieten met grote G.
Intussen liggen we met lange dubbele lijnen, stukgetrokken doekjes en extra fenders aan de ponton. Kraken, snokken en klotsen, het gaat maar door. Snubbers gaan op ons wensenlijstje. We ontvluchten de gierende onrust, maken een wandeling door groene valleien met stenen muurtjes en bezoeken Broeder Déodats ziel en zaligheid. Het kleinste kapelletje ooit gezien, gemetseld met gedoneerde serviesscherven en schelpen. Het is om nooit te vergeten!
Voor de wind zeilen we zuidwaarts naar Noord-Bretagne. Het anker leggen we op de stromende Jaudy rivier in Treguier. Zal het houden? Het kasteel, omzoomd met hoge bomen en rotsige oever is de komende dagen onze achtertuin. Ik kijk naar de zeehond die telkens bij hoogtij langs zwemt en zijn glanzende grijze rug door het water laat glijden. Overspoeld met pareltjes worden we. Het houdt maar niet op.
Charlotte's zeilwereld? Mooi! Niet altijd rozegeur en manenschijn.
Gewoon zoals het leven is. Elke maand deelt ze haar belevenissen
(zoals ze al deed in haar draadje en nu op de voorpagina)
In de zomer van 2022 is Charlotte samen met Paul en
SV Quelinda vertrokken voor een wereldreis.
Vertrek
- Geschreven door Lotus77
- Hits: 2625
Charlotte's belevenissen
Vertrek!
‘Rechts Charlotte. Naar rechts!’
Net op tijd kijk ik over bakboord.
‘Goede reis!’ Galmt het over water. Twee wuivende mannen, zeilen rakelings achterlangs in een snelle boot.
‘Dank je wel!’ Roep ik uitzinnig. ‘Dank je wel!’
Wat een moment. Wegvaren uit de haven wanneer je op wereldreis gaat. Dat het zo bijzonder zou zijn, traditie heeft, dat hadden we nooit gedacht en dat begon een paar dagen geleden al.
‘Je telefoon gaat Paul.’
‘ZEILEN magazine.’ Lees ik uit zijn lippen. Waarvoor zouden ze bellen denk ik, terwijl ik de no-bake cheesecake afsmeer.
‘Tien uur staat! Tot dan.’ Hoor ik Paul ophangen. ‘Ze willen graag bij ons vertrek zijn. Filmpje, interview, leuk he?’
‘Jazeker!’ Reageer ik. Hoe zal dat straks gaan? Een paar weken geleden heb ik briefjes opgehangen in onze thuishaven met de aankondiging van vertrek. Het zou leuk zijn om afscheid te nemen van iedereen. Zou het gezien worden?
Laatste latte
Het weekend van vertrek is aangebroken. Gezonde spanning. Allebei amper geslapen. We leggen Quelinda voor de allerlaatste keer vast in jachthaven Noordschans en melden ons.
‘Hey, goeiemorgen!’ We worden begroet door Anita en Mike, de uitbaters van het paviljoen.
‘Morgen!’
‘Bijna zover, zijn jullie er klaar voor?’
‘Ja en nee. Maar kom maar op! We hebben er heel veel zin in.’ Ik drink een laatste keer mijn favoriete latte en Paul neemt gewone koffie met ook mijn koekje.
Het optuigen voor de vertrekkersborrel kan beginnen. Beurtje bootshampoo, flapperende vlaggetjes langs voor- en achterstag en alles waar over gestruikeld kan worden gaat aan de kant zodat iedereen nog een keer een kijkje kan nemen. Ze straalt helemaal! Tot slot blaas ik de gretig ingekochte wereldbol op en hang hem met een paalsteekje aan de zonnepanelen. De wind blaast het symbolisch in de rondte.
Geklop op de romp. Het zijn de steigerbuurtjes. ‘Komen even gedag zeggen, zagen jullie briefje hangen. Echt stoer van jullie! Bij ons zal het er niet meer van komen maar maak er wat moois van jullie! Tot morgen hè, dan zijn we er ook bij. Dat laten we zomaar niet voorbijgaan.’
En zo gaat het de hele dag. Onbekenden en bekenden uit de haven. Ingepakte zonnebrand, wijn, zelfgebakken vruchtencake in alu folie, een USB-stick vol recepten, gevouwen bootjes en blikjes bier met kleurige lintjes stapelen zich figuurlijk op in het gangboord. We genieten.
Zien en vasthouden
Bijna al onze vrienden en familie zijn op de borrel. Bewust hadden we gevraagd geen cadeautjes mee te nemen nadat ik ooit eens een foto zag van andere vertrekkers die van gekkigheid niet wisten waar ze alles moesten laten. Ieders aanwezigheid is waar we naar verlangen. Elkaar zien, nog even vasthouden. Man, wat boffen wij met zoveel warmte om ons heen.
‘s Avonds lig ik woelend in bed met mijn verbrande schouders. Paul ademt vanuit Verweggistan. En ik? Ik knap uit elkaar van alle indrukken. Die ene kaart, stevige knuffel, de ketting van mijn vriendin die er niet meer is, het zelfgeschreven boekje, de armbandjes, onze favoriete olijfjes en alle mooie woorden en bijdragen voor in het reispotje. Te veel om op te noemen, te gek, te kort. Het had een eeuwigheid mogen duren.
Ineens gaat dan toch die wekker. Vroeg op willen we. Schoon schip maken voordat de mannen van ZEILEN op de steiger staan en we klokslag twaalf uur los kunnen. De tijd vliegt met laatste aanloop, het interview. Het wordt drukker en rumoeriger op de steiger. Mensen, vlaggen, toeters en zeilboten verzamelen zich. Is dat echt allemaal voor ons?
En dan wordt er gejoeld dat we kunnen.
Uitzinnig vertrek
Daar gaan we!
‘Veel plezier!’ Wordt er geschreeuwd vanaf de steiger.
Ik loop van voor naar achter te springen en zwaaien over dek. Naar wat en wie moet ik kijken! ‘Tot ziens! Dank jullie wel!’
‘Geniet ervan!’
‘Behouden vaart!’
‘Pas goed op elkaar!’
‘Gaan we doen!’ Hoor ik Paul roepen.
Ik struikel bijna. Aan dek is het een zooitje van lijnen die normaal al lang opgeruimd zijn. Nu mag het door de euforie voor deze ene keer even wachten.
Het afgelopen weekend werd er vaak tot morgen tegen ons gezegd. Maar nu zijn we compleet verrast door dit uitzinnige moment. Onder begeleiding van een kleine vloot zetten we zeilend koers richting Volkeraksluizen. Eén voor één zwaaien de begeleidende boten af. Langzaam komt er rust aan boord. In de sluis de enige nog maar.
‘Volkeraksluizen, dit is Quelinda. Bedankt voor de vlotte schutting en tot over vijf jaar!’ zegt Paul lachend door de marifoon. Ik grijns want dacht hetzelfde en hij doet het.
‘Quelinda, graag gedaan hoor, maar dat is nog een tijdje. Gaat u op wereldreis?’
‘Ja! We zijn nu vertrokken!’
‘Nou veel plezier en goede vaart!’
Charlotte's zeilwereld? Mooi! Niet altijd rozegeur en manenschijn.
Gewoon zoals het leven is. Elke maand deelt ze haar belevenissen
(zoals ze al deed in haar draadje en nu op de voorpagina)
In het voorjaar van 2022 vertrekt Charlotte samen met Paul en
SV Quelinda voor een wereldreis.
Vertrekkersstress
- Geschreven door Lotus77
- Hits: 2576
Charlotte's belevenissen
Vertrekkersstress
Het zijn life changing weken voor vertrek. Geen huis, fulltime banen of auto’s meer voor de deur. Twintig sleutels aan de bos zijn inmiddels verruild voor ééntje aan een oranje drijfbal die Quelinda’s luikjes opent. En zij is nu alles in één. Een thuis, werkplek en vervoer. Werkelijk bevrijdend! Waarom dan toch die onrust in mij?
Van boerderij naar boot zo is het gegaan. Ons hele bezit gereduceerd tot twaalf dozen die nu bij zus lief op zolder staan. In die dozen zit een basispakket voor de terugkomst en pure nostalgie. De rest? De kringloopwinkel floreert of het staat aan boord. En geef het daar maar eens een plekje.
Wat staat ons te wachten
Ik zie nu dat het onmogelijk is om alles voor het grijpen te hebben. Dat je soms eerst een matras, ventilatiemat, afdekplaat, kratje en tas moet verplaatsen om iets te pakken waarvoor ik normaal slechts een lade hoefde te openen. Ik blijf dan ook schuiven, verplaatsen en ten spijt dingen wegdoen. Vacuümzakken blijken een uitkomst en toch staat Quelinda op knappen. Ik kom er ook achter dat het absurd is om tien flessen wasmiddel, onder het mom van, die waren zo goedkoop, in een kastje te moeten proppen. En dat het onnodig is om overal verkrijgbare havermout zo groots in te slaan dat we een heel weeshuis kunnen voorzien. Over een tijdje hebben we dus zeeën van ruimte!
Aan boord is thuis en toch anders. Mijn favoriete Indiase linzensoep pruttelt voortaan in een energie besparende snelkookpan. Koffie schenk ik uit een kegelvormige RVS cafetière die niet valt, roest of breekt. Geen kraan loopt onnodig. De wekker is uit en na een koude voorjaarsnacht vechten we uit wie bij het opstaan de kachel aan moet zetten. Het is buiten niet de merel maar de meerkoet die de scepter zwaait. Het zijn wij die vanuit hectiek zoekende zijn naar nieuw evenwicht. Doe dat maar even! En dan zijn we nog niet eens vertrokken. Ik denk dat daarom komt, dat het er ineens is. Dat onbestemde gevoel. Want wat staat ons te wachten.
Geen gezwijmel
We varen Quelinda naar de tijdelijke ligplaats in Willemstad. Het eerste tochtje dit jaar. De vaste voortrossen moeten mee dus leg ik tijdelijke lijnen om de meerpalen. Buur kijkt geduldig hoe ik aan het prutsen ben. Paul begint vragend te gebaren wat ik aan het doen ben. Het duurt en duurt. Ik voel me opgelaten. In een alleszeggende stilte varen we veel later dan nodig de haven uit. Ik moet genieten nu denk ik bij mezelf. Het is rustig. Alleen vrachtschepen volgen de strakke route richting Volkeraksluizen. Niets wat wijst op stress terwijl ik aan duizend dingen denk en geforceerd tot rust probeer te komen. De apotheek bellen. Mijn vriendin wil ik nog opzoeken. Wat heerlijk die wind in mijn gezicht. De grabbag is nog niet gevuld. Als ik morgen ga wassen, welke afsluiter moet ik dan ook alweer dicht zetten? Ik denk aan de eerste reisvoorbereiding gisteravond. Het jargon uit de The Shell Channel Pilot en de timing die komt kijken bij het invaren in de Franse havens. Het vliegt me aan. Kan ik dit allemaal wel? Er lijkt geen ruimte voor gezwijmel bij mooie plannen. Ik kan er niet meer omheen en ik weet wat het is. Vertrekkersstress.
Een niet te onderschatten diagnose die ik, terug kruipend in mijn vak zó met een knipoog zou kunnen formuleren. Noem het een lichamelijke reactie en gemoedstoestand bij zeilers die langer dan een jaar weggaan en zich manifesteert in de laatste paar weken tot dagen voor vertrek. Stress kan zich uiten in verhoogde spierspanning, vermoeidheid, onzekerheid over de getroffen voorbereidingen, irreële gedachtes over eigen deskundigheid, overmatig provianderen, onrust en stemmingswisselingen. De behandeling bestaat uit ondersteuning bij ontspanning, relativeren, ontmoetingen met lotgenoten en stap voor stap benadering. De snelle leercurve en de intense ervaringen van het eerste half jaar gaan geruststellend zijn en helpen om de uitdagende levensverandering aan te kunnen. Was getekend, de ervaringsdeskundige.
Pas op de plaats dus. Paul en ik besluiten een wandeling te maken langs de prachtige vestingmuren. Zonder iets te zeggen trek ik aan zijn hand. Samen staan we stil. Ik wijs hem op de laaghangende tak. ‘Daar zit ie. Zie je dat helblauwe ruggetje?’ Fluister ik. Paul knikt verwonderd. Vliegensvlug pikt het ijsvogeltje een visje uit het water en scheert weer weg. Zo mooi. We zouden het bijna vergeten in deze bizarre weken, genieten. En dus gaan we morgen een weekje op vakantie met de boot voordat we vertrekken.
Charlotte's zeilwereld? Mooi! Niet altijd rozegeur en manenschijn.
Gewoon zoals het leven is. Elke maand deelt ze haar belevenissen
(zoals ze al deed in haar draadje en nu op de voorpagina)
In het voorjaar van 2022 vertrekt Charlotte samen met Paul en
SV Quelinda voor een wereldreis.