Welkom  

   

Mijn Menu  

   

What's Up  

Geen evenementen
   

Wedstrijd  

Geen evenementen
   
   
   
   
   
   
   
   
   
   
   
   
   
   
Welkom, Gasten

Onderwerp: Albert verhalen.

Albert verhalen. 18 dec 2017 17:21 #899955

  • JeePee
  • JeePee's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 7381
Tussendoor dan een ode aan Albert's reiger

De reiger en de kikker
Toen een trotse reiger zijn stelten
te water liet zakken, bereikte haar
kritische uitingen over haar ongemakken.
Een gifkikker waagde het op te merken,
dat gezien de afmeting van haar vederkleed
en haar vlerken zij zich niet met haar hoge
poten snel door het water kon werken.

Nu, was het de beurt aan de reiger met
argumenten te kaatsen. De reiger waagde het
op te merken dat de kikker, al opspringend
zwevend, zich nimmer door de hun bovengelegen
lucht aan haar kwaliteiten zou kunnen naasten.
Dat zij gezien de afmeting van haar vederkleed
en haar vlerken zich met haar hoge poten van
de aarde los door de lucht kon verplaatsen.

De kikker die gehoond had over de reigers
kwaliteiten, kreeg geen tijd meer voor gepaste
spijt. Met haar nog niet geroemde reigerssnavel
gaf de reiger aan de verongelijkte kikker geen
tijd. De reigerssnavel had al ijlings een kans
gezien. En voordat de kikker onvoorzichtigheid
kon worden verweten, was de kikker al door een
wreed consumptief lot nagezien.

Uit
www.dichters.nl/sprookjes_gedi..._reiger_en_de_kikker
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Albert verhalen. 18 dec 2017 17:43 #899956

Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Albert verhalen. 18 dec 2017 17:47 #899958

  • JeePee
  • JeePee's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 7381
alweereengijp schreef :
Die is meer uit een ander verhaal:
www.beleven.org/verhaal/de_reiger_en_de_krab
Laatst bewerkt: 18 dec 2017 17:48 door JeePee.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Albert verhalen. 18 dec 2017 21:14 #899994

  • Albert 45
  • Albert 45's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 12592
B)
Laatst bewerkt: 18 dec 2017 21:16 door Albert 45.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Albert verhalen. 18 dec 2017 21:16 #899995

  • Albert 45
  • Albert 45's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 12592
b100 schreef :
volgens mij is albert naar leiden verhuist en noemt hij zich nu jantje :whistle:
Nee hoor, Albert is druk aan het schrijven. :)
Kerstkaarten! ;)
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Albert verhalen. 18 dec 2017 22:30 #900010

  • DavidS
  • DavidS's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 3375
mag ook een ooievaar ipv een reiger?



Aan den oever van de Dijle,
Diep verscholen in het riet,
Zat een kleine jonge kikker
Bij zijn moeder op de knie !

'Ziet ge daar' zo sprak de moeder,
'Ziet ge daar dien ooievaar,
't is de moord'naar van uw vader,
Hij vrat hem op met huid en haar.'

'Potverblomme' sprak de kleine,
'heeft die kerel dat gedaan ?
Als ik groot en sterk zal wezen
Zal ik op zijn bakkes slaan ! '

Vele jaren later
diene kikker is nie meer
maar dien ooievaar z’n bakkes
doet nog altijd even zeer !
"Life is too short to own an ugly boat"
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Albert verhalen. 19 dec 2017 05:00 #900024

  • Sloe Gin
  • Sloe Gin's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 10123
May sauce be upon you.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Albert verhalen. 19 dec 2017 08:39 #900042

  • jerry
  • jerry's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 6995
Leuk die Vlaamse versie van de kikker met een zuigeling op haar knie. Kennen we in Rotterdam ook, maar het laatste couplet is voor mij nieuw.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Albert verhalen. 19 dec 2017 15:08 #900141

  • Calidris
  • Calidris's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 29152
Om Albert wat meer tijd te geven hier een mooi kerstverhaal om jullie weer bloit te maken !

Moet je effies hardop leze dut verhaal as je wesfries benne, skitterend

’N KERSTVERHAAL

’n Mooi toidje trug was d’r ‘ns in ’t land van Israel ’n moidje. ’t Was ’n pittig ding. D’r skarrel was Jozef. Die knoet kon verlegen goed timmere.
Toen beurde ’t inienen dat middend op de dag d’r ’n engel an kwam vliege met ’n onwoize veert. Maria verskoôt ‘r oigen ’t rambam. Haai zoi: je magge wel bloid weze, je legge baai God an ’t voorspeen. Je krogge ’n poppie, ’n knechie. Je moste h’m maar Jezus noeme. En Maria zoi: “al wul je dat met alle verdul, moin best!”
Jozef most nei Bethlehem van koizer Augustus. Maria liep op alle dage en dat deervan namme ze de ezel mee, den kon ze deer, al had ze louve biene, mooi op zitte. ’t Was puur zo’n koil en toene hullie, oindeluk in Bethlehem bedaarde, was deer ’n stuit volk. ’t Raasde deer van de mense.
Jozef wou in al die drokte ‘ns vrage of d’r ’n herberg of zuk zuk was want ze ware puur verroisd en hadde alletwei ’t end in de bek. Maar al die lui van die herberge zoie:” ’t is hier stenvol, d’r ken gien mens meer baai.” Op lest kwamme ze langs ’n skeipeboet en Jozef zoi:”We moste hier maar ho-houwe den kenne we hier effies uitzakke of meskien ok nag onderzoil.”
Nag diezelfde eivend kwam er tussen de os en de ezel ’n knechie ter wereld. Maria was zo bloid as blik. Ze had doeke meebrocht, dus dat was goed skôte. Jozef had onderhand ’n dot hooi in de zeunis dein en loi deer ’t purkie op.
’n Endje vedderop zatte d’r wat hedders baai hullie skeipe en ware verlegen sterke verhale an ’t vertelle. In iense kwam krek diezelfde engel op hullie an, maar nou in ’n merakelse mooie lichtgloed. Die hedders verskôte hullie doôd vezzelf, wat wul je ok.
De engel zoi:”Nei, je moete niet zo verskiete. Ik hew ’n nuwtje. D’r is hier kortbaai ’n knechie geboren en niet zommaar ientje. Oe nei, haai is de redder van ’t volk. Je moste maar op Bethlehem ofgaan deer baai jullie die skeipeboet.” En vort was die engel weer. Koeterdekoet ginge de hedders dat op, met al hullie skeipe, te poppie koiken en vonde dero Maria en Jozef met hullie dat jôje. De boertjes hadde wat barreltjes meebrocht. Wat skeipemelk en ok skeipewol, want dat was goed teugen de koud.
De nuwe ouwelui ware groôsk en bloid aas blik en bedankte de manne harteluk.
’n Heêl end vedder, in ’n aar land, in ’t oôsten, ware de Drie Woize. Hullie ware goed beknikkerd en wiste alles van sterre of. Dat zodoende wiste ze dat ‘r ’n heêl speciaal kind bore was. Haai zou de redder van ’t volk worre.
Ien zo’n grôte ster met ’n steert er an wees hullie de weg nei de skeipeboet in Bethlehem. Nei ’n barre rois op de kamêle kwamme ze oplest an baai de boet. De oust gaf wat goud, de tweid kwam met wierook opperdan en de jongst had wat luchgoed meebrocht. ’t Was Maria en Jozef nou wel duideluk dat hullie dat jôje wel heêl ampart was. Ok deuze manne werre verlegen bedankt en Jozef sjoerde hullie nag nei datte ze ’t padje weer inkorte ginge
Effiesternei zakte ie of en kreeg ie ’n droom. In die droom kwam weer diezelfde engel en die had ’t er nou over datte hullie nei Egypte moste, en ze moste nag ofmake ok want keuning Herodus, die pluut, had hoord dat ‘r nuwe keuning geboren was en wou alle klointjes doôd maken. Te bot vezzelf. ’t Was bar teugenopzienders werk want Egypte was puur uitverdan, maar wat wul je. De are dag soches hewwe ze alles baai mekaar zweêld en benne met de ezel hutje mutje an de reed gaan.
Herodus struunde ’t hele land of maar toe dat ie mork dat Maria en Jozef h’m puur te glad of wazze, was ie menskwaad vezzelf.
Maar hoe den ok. Nei ’n barre rois bedaarde ze in Egypte en zouwe deer ’n jaar of wat weune bloive totdat de kust weer voilig was.
ZF informatie kanaal Telegram: t.me/zeilersforum
Laatst bewerkt: 19 dec 2017 16:48 door Calidris.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Albert verhalen. 19 dec 2017 16:31 #900158

  • DavidS
  • DavidS's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 3375
jerry schreef :
Leuk die Vlaamse versie van de kikker met een zuigeling op haar knie. Kennen we in Rotterdam ook, maar het laatste couplet is voor mij nieuw.

Meer info over dit lied: www.katastroof.be/muziek/aan-den-oever-van-de-schelde

Ook met een ander laatste couplet ;)
"Life is too short to own an ugly boat"
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Albert verhalen. 19 dec 2017 16:37 #900161

  • Albert 45
  • Albert 45's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 12592
Een mooi staaltje West Fries, bedankt. :)
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Albert verhalen. 19 dec 2017 22:08 #900240

  • redshift
  • redshift's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 3303
't Is schrikbarend hoe goed dat hardop lezen werkt ... :woohoo: :pinch:
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Albert verhalen. 19 dec 2017 22:33 #900243

  • Albert 45
  • Albert 45's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 12592
Ja hier ook. De kat durft al niet meer binnen te komen. :S
Laatst bewerkt: 19 dec 2017 22:33 door Albert 45.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Albert verhalen. 19 dec 2017 22:49 #900247

Blijft prachtig. :laugh:
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Albert verhalen. 20 dec 2017 06:47 #900274

  • redshift
  • redshift's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 3303
Nog even terug naar die ooievaar - ik had geen idee dat er zoveel versies van dat liedje
waren.
nl.wikisource.org/wiki/Aan_de_oever_van_de_Rotte
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Albert verhalen. 20 dec 2017 08:08 #900287

  • jerry
  • jerry's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 6995
Alle versies even mooi, maar die van de Leienaren is wel de gaafste :laugh:
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Albert verhalen. 24 dec 2017 12:15 #901620

  • Albert 45
  • Albert 45's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 12592
Wanneer je denkt dat het eerste stukje van dit verhaal je bekend voorkomt, dan kon je wel eens gelijk hebben. ;)


Schotse toestanden.




Het is winter en dat voel ik maar al te goed wanneer ik ’s morgens halfzes, na de matrozen te hebben gepord, naar de laadlieren loop om alvast de motoren aan te slingeren. De koude wind gaat dwars door mijn kleren en het voelt, ondanks mijn dikke parka, alsof ik in mijn blote toges ronddartel.
We zijn gisteravond met ons coastertje, de Noorderlicht, langs Harwich de River Stour opgevaren en liggen nu aan de kaai van Mistley, om graan te laden voor Schotland. Ik gooi de kappen van de Bodewes-winchen open en maak de diesels startklaar. Als laatste zet ik de slinger op de as, draai de lonthouder uit de cilinderkop, gooi mijn eerste sigaret van de dag op de zuiger en draai snel de lonthouder er weer in. Meteen hang ik aan de slinger en zet vaart. Wanneer ik niet sneller kan, gooi ik de kleplichter om en draai, dankzij het zware vliegwiel, twee slagen door de compressie heen. Met een puf en een plof begint de motor te lopen. Zo, nu de volgende. In plaats van een sigaret stop ik nu een lontje in de lonthouder, draai deze op zijn plaats en krijg, met enige inspanning, ook winch twee aan de praat. Intussen verschijnen ook de matrozen aan dek en beginnen we met laadklaar maken. Een kwartiertje voor de dockers komen zijn we klaar. ‘Gaan jullie maar eten, ik wacht even tot het circus opgang is.’
De dockers, die bezig zijn om de balen gerst in het ruim te stouwen, doen dit niet voor de eerste keer dus kan ik rustig gaan ontbijten.
In de messroom zit onze gezagvoerder, met een telexformulier voor zijn neus, een supergrote mok koffie weg te slurpen.
‘Mogge kap, naar welk gat moeten we met dat spul?’
Hij tikt op het formulier. ‘Naar Port Askaig op Isle of Islay, kijk jij straks even of we alle kaarten hebben?’
‘Ik dénk dat we alles hebben kap, maar voor de zekerheid kijk ik het zo wel even na.’
Die ouwe geeft een brul richting kombuis, waarop de kok toesnelt met de koffiepot om de supermok bij te vullen. Na er een beste sloot melk en een berg suiker in te hebben gepleurd, verdwijnt het gezag al slurpend naar de salon.

Het laden verloopt vlot. Als het zo door blijft gaan, zijn we morgen tegen het eind van de middag vol en pakken de volle eb mee naar zee.
Na het middageten, terwijl hij de tafel afruimt, zegt de kok: ‘Stuur, ik ga vanmiddag de wal op, inkopen doen. Moet ik voor jou ook nog wat meenemen, tandpasta of zo?’
‘Nee dank je, ik zou niet weten wat ... hoewel, mijn enveloppes en briefpapier zijn bijna op dus als je dat voor me mee wil nemen? Daar verderop in dat straatje zit een boekwinkeltje dat tevens postkantoor is, daar zullen ze het wel hebben.’
De kok, die niet al te best Engels spreekt , vraagt hoe hij dat moet zeggen.
‘Nou je weet toch dat een brief hier “ letter” wordt genoemd, ja? Nou het meervoud van letter is letters, makkelijk zat toch? Ik wil er graag veertig hebben, dus je vraagt naar “forty letters” maar omdat ik alleen maar naar mijn meisje schrijf en ergens diep van binnen een romantische ziel ben, wil ik dat mooie gebloemde en geparfumeerde postpapier hebben. Dat heet hier Frans postpapier, dus vraag je naar “forty frens letters” , gesnopen?’
We oefenen er nog even op, dan knikt hij.
‘Ik denk dat ik het nu wel heb stuur.’
Ik draai mijn kop af, zodat hij de valse grijns op m’n snuit niet ziet en zeg: ‘Oké, winkel ze.’

Zo tegen half vier staat er een verontwaardigde kanenbraaiër voor mijn neus.
‘Stuurman, ik snap er geen hol van, alles ging goed, tot ik naar jouw briefpapier vroeg, toen werd dat oude wijfie toch pissig op me, niet te kort. Ze heeft me zo haar winkeltje uit gezet, nou vráág ik je!’
‘Tja chef,’ zeg ik heel onschuldig, ’misschien hadden we tóch nog even wat langer aan jouw uitspraak moeten werken.’
Ik pak een kladblaadje en een pen. ‘Kijk, zo schrijf je het, “Frans letters” dus Franse brieven maar ik ben bang dat jij naar “forty Frans leathers “ hebt gevraagd ofwel, veertig kapotjes!’

We zijn langs Dover gekacheld, hebben Landsend gerond, de stormachtige Ierse zee achter ons gelaten en bevinden ons nu in de Schotse wateren.



Het is guur weer, met af en toe een sneeuwbui die het zicht totaal wegneemt. Iets dat met al die rotsen en sterke stromingen - en een schip zonder radar - een zeer nauwkeurige navigatie vereist, zodat ik op mijn wacht constant bezig ben met alles te peilen dat, al is het maar vaag, in zicht komt. Ook loop ik herhaaldelijk naar achter om de logstand op te nemen.



Wanneer het even niet sneeuwt, hangen de grauwe wolken zo laag dat je bijna moet bukken om er onderdoor te kijken.



Tegen het eind van de middag, het wordt al donker, stomen we de Sound of Islay binnen. Aan stuurboord ligt Jura en aan bakboord, op Islay, zien we de distilleerderij van Port Askaig opdagen. Hoewel we onze E.T.A. ruim op tijd hebben doorgegeven, is er geen loodsbootje te bekennen. Die ouwe gromt: ‘Het is bijna pal hoogwater en er staat haast geen stroom meer, dus waar blijft die verdomde loods? Straks loopt er weer een knoop of zes. Nou daar blijf ik mooi niet op wachten. Stuurman, voor en achter! We knopen hem vast langs dat Clyde Puffertje.’
Het kleine stukje kade in de flauwe inham, een baai mag je het niet noemen, wordt in beslag genomen door een klein stoombootje.



Op het laatste stukje stroom laat die ouwe ons langszij dat bootje scheren. Pas wanneer we helemaal afgemeerd zijn, gaat er in de whiskystokerij een deurtje open en komt er iemand tevoorschijn die zich voorstelt als voorman én loods. Wanneer die ouwe nogal pissig vraagt waarom hij voor “the fucking hel” een loods moet bestellen - en dus betalen - wanneer deze toch niet komt opdagen, zegt de man ‘Sorry captain maar we hadden wat moeilijkheden in distilleerderij, vandaar.’
Die ouwe buigt zich naar hem toe, snuift en zegt: ‘Ja dat ruik ik, je stinkt goddomme nog erger naar de drank, dan een goedkope hoer naar parfum!’
Ze gaan niet als vrienden uit elkaar.

Omdat de Clyde Puffer pas rond pikheet leeg zal zijn, maken we een boerennacht en staan pas op wanneer de kok ons om halfacht komt porren. Ik stap eerst aan dek en kijk naar de lucht Het is droog en onbewolkt met een ijskoud windje van een stukkie of vier. Wanneer straks de zon opkomt is het aan dek best uit te houden. Na het ontbijt zet ik de matrozen aan het roestbikken en bijplekken met menie. Zelf ga ik, in gezelschap van een grote mok koffie, de zeekaarten bijwerken. Af en toe werp ik, vanaf de brugvleugel, een blik in het ruim van het stoombootje. Hijs na hijs wordt er op de kant gezet, waarna de dockers de balen van negentig kilo per stuk, één voor één, op grote houten steekkarren met ijzeren wielen, de stokerij inrijden. Ondanks deze ouderwetse manier van werken gaat het, dankzij veel mannen en karren, vrij vlot. Als dat zo doorgaat, zijn ze dik voor tienen leeg. Achter me hoor ik het geschuifel van de pantoffels van die ouwe.
‘Zo dat gaat hard, iets van even na tienen leeg stuur?’
‘Eerder kwart voor, kap. Ik denk dat ik de mannen vierkant werk laat maken en alvast luik één laat opengooien.’
Die ouwe knikt, huivert even en zoekt, met zijn handen rond de warme mok, de beschutting van het stuurhuis weer op. Ik roep naar de mannen in het gangboord: ‘Berg de rotzooi maar weer op, we gaan luik één opengooien.’

We moeten ontmeren om ruimte maken voor het puffertje. Ik sta met twee man voorop. Op de brug staan die ouwe en de voorman/loods elkaar het graf in te kijken. Op het achterspring na, is alles los. Die ouwe draait langzaam achteruit, zodat de neus afzwaait. Dan stopt de motor en klinkt er een korte stoot op de fluit. Achterop gooien ze met een flinke zwiep het spring los en sleuren het binnen. Wanneer ik zie dat het spring niet meer in de schroef kan komen, maak ik het gebaar van draaien maar en begint de motor weer toeren te maken. We draaien de Islay Sound op en maken pas op de plaats tot het puffertje, dat die naam eer aandoet, verdwenen is. Op de brug is onenigheid ontstaan tussen die ouwe en de loods. Ze staan druk tegen elkaar te gebaren en zelfs hier voor op de bak, kan ik die ouwe horen vloeken. Dan gebaart die ouwe dat ik naar achter moet komen. Vlug ga ik de trap naar het gangboord af, ren tot voor de brug en kijk vragend omhoog.
‘Die lulhannes wil dat we over stuurboord afmeren omdat dat het dan een wat kortere weg is voor de steekkarren, steekkarren notabene, alsof we goddomme in de middeleeuwen leven! Breng je trossen maar over naar stuurboord, want over bakboord worden we niet gelost.’
Ik loop naar het achterschip en laat ze daar de trossen en wrijfhouten naar stuurboord overbrengen. Voorop laat ik de mannen het zelfde doen en zeg in me zelf: ‘Dat kan leuk worden, met een rechtse schroef over stuurboord aanleggen op een heel kort stukje, dat is vragen om moeilijkheden.’
De kleine betonnen kade van nog geen veertig meter lang, ligt tegen de rots oever, die hier een flauwe halvemaan naar binnen maakt. Aan beide punten van die maan steken gemene rotsen pal onder het oppervlak de Sound in. Net als het lijkt dat we keurig voor de kant zullen schieten, pakt de stroom ons juist op het moment dat die ouwe achteruit moet slaan om af te stoppen en laat de schroef kennismaken met de rotsbodem. Zelfs hier voorop kan ik elke tik van de schroefbladen horen. Die ouwe stopt de motor meteen. Gelukkig hebben de mannen op de kade in de gaten wat er loos is en vangen het hieuwlijntje van het voorspring op, zodat ik, met het vuur uit de bolders, het schip net op tijd kan afstoppen. Ook achterop weten ze een tros aan de wal te krijgen zodat we het schip alsnog netjes tegen de kant krijgen. Ik laat de rest van het afmeren aan de matrozen over en vlieg naar de brug. Hoewel van de twee kemphanen de loods de grootste bek opzet, zie ik aan het licht vooroverbuigen van die ouwe dat hij klaarstaat om de loods met één slag van zijn grote grunniger vuist naar Jesus-Eik te sturen. O, o, dat kan beter niet gebeuren. Ik denk niet dat ons gezag gelukkig wordt van schotse bajeskoffie.
‘Kap wat zal ik in het journaal zetten, was het de stroom of een foutje van de machinekamer?’
Die ouwe schudt even met zijn kop om zijn gedachten te klaren, recht zijn rug en zegt: ‘Laat dat journaal maar even zitten, noteer alleen de tijden van ontmeren en aankomst in het kladjournaal. De rest komt later.’
De loods/voorman, die ook wat kalmeert, zegt: ‘’Stuurman, we beginnen over tien minuten met lossen, winchen jullie zelf of moeten wij dat doen?’
Ik zeg: ‘Of er nu al dan niet gelost gaat worden maakt de kapitein uit,’ en kijk die ouwe aan.
‘Kap?’
‘Eerst de schade vaststellen stuur,’ dan wendt hij zich met samengeknepen ogen naar de loods en zegt fel: ‘Fuck off of my ship!’

We overleggen met de machinisten en besluiten om voorzichtig te gaan proefdraaien. Eerst zetten we extra trossen en springen en hangen nog wat autobanden tussen kaai en schip. Dan word de motor gestart en op deadslow vooruit gezet. Niets! Na een paar minuten worden de toeren langzaam opgevoerd meteen zegt de eerste machinist: ‘Er zit een slinger in!’ De eerste blijft bij de schroefas staan en geeft die tweede een seintje om de toeren nog wat op te voeren. Dan, wanneer ook wij de traanplaat onder ons voelen schudden, maakt hij een kappend gebaar, stop! We gaan naar boven en overleggen boven een mok koffie. Dat we zo niet over zee kunnen weten we alle vier maar wat dan? De eerste zegt: ‘We moeten naar de werf, dan kunnen we de reserve schroef er aan hangen.’
Hij heeft het over dat gietijzeren geval dat aan dek tegen de opbouw staat en al zoveel keer met grijze verf is overgeschilderd, dat de bladen bijna twee keer zo dik zijn als toen hij zestien jaar geleden gegoten werd. Ik zeg: ‘Dus dat wordt een sleep naar de werf, dat zal wel Glasgow worden.’ De eerste en zijn maat knikken. ‘Dan kunnen we beter meteen uitlossen, anders moeten we nog een keer naar dit gat.’
Die ouwe, die al een paarminuten niets gezegd heeft, steekzijn hand op en zegt: ‘Nee stuur, ik wil eerst met eigen ogen zien hoe het er voorstaat. Laat ze maar uit lossen maar alleen achter in luik twee. Meester, jullie gooien de voorpiek en dubbele-bodem tank één, zowel bakboord als stuurboord, vol. Ik wil die schroef boven water hebben. Ik loop de wal op en zoek de voorman. Eerst heeft hij allerlei bezwaren maar wanneer ik zeg: ‘Het is dit of we gaan met jouw gerst naar Glasgow, dan moet je maar afwachten wanneer we daar klaar zijn dus zeg het maar?’ Blijkbaar heeft hij deze lading harder nodig dan hij liet blijken, want hij haalt bakzeil en zegt dat zijn mannen er aankomen. Weer aan boord, gooien we de achterste twee secties van luik twee open en daarna luik één weer helemaal dicht.

Met ballasttank één vol en de voorpiek half op weg, ligt de neus al een stuk lager. Ook het uitlossen begint effect te hebben met iedere hijs van twaalfbalen die helemaal bij het machinekamer schot worden weggehaald, gaat het achterschip een fractie de lucht in. Twee van mijn matrozen staan te winchen, terwijl Manuel en ik de trossen slacken en doorhalen. Het begint er op te lijken dat de Noorderlicht Titanic trekjes gaat vertonen. De kont steekt omhoog en de neus is al zover gezakt dat er water in het voorste gangboord komt te staan. Klaar voor onderwater! Ik spring aan de wal en kijk, voor de zoveelste keer, hoever we zijn. De schroefnaaf is nu helemaal bovenwater. Dat moet genoeg zijn. Ik roep naar de voorman, die bij de grote schuifdeuren staat, dat die ze moeten stoppen met lossen. ‘No mister mate, we go on til the end of the shift.’ Nu weet ik wel dat de dockers per shift ingehuurd worden en dat ze, ook als ze eerder weggestuurd worden, de volle mep betaald krijgen maar dat is zíjn pakkie-an. Zonder antwoord te geven en met een vriendelijke grijns op m’n tronie, ga ik aanboord, open de winchkap en zet de motor af. De mannen in het ruim kijken verbaasd omhoog. ‘Sorry guys dit is het voor vandaag.’
Nu nog even de voorman te woord staan. Blazend van woede kom hij de gangway op maar ontmoet daar onze gezagvoerder die, attent geworden door het stoppen van de diesel, komt kijken wat er loos is. De voorman ziet die ouwe en gaat al schreeuwend dwars voor hem staan. Die ouwe negeert dat en veegt de man, met een zwaai van zijn arm opzij. ‘Wat is er loos, stuur?’
‘Kap, de naaf is boven en buiten dat we nu niet al te stabiel meer zijn, wil ik vannacht liever niet in een rechtopstaande kooi pitten.’
‘Mooi, laat het werksloepje maar zakken.’
De voorman, die tussen twee verschansingsspanten uit overeind krabbelt, ziet zijn volk van boord lopen. Hij kijkt schichtig naar die ouwe, beseft dat het einde oefening is en sjokt achter zijn mannen aan de kaai op. Ik zet twee man aan het dichtgooien en laat samen met Manuel het sloepje te water. Manuel laat zich langs de hijsdraad zakken en roeit het bootje naar de stenen trap naast de kaai.

Die ouwe met de tweede en de eerste machinist zitten in het bootje en bekijken de schroef. Ik hang, stand-by, over de reling.
‘Ja stuur, tornen!’
Samen met een van de mannen daal ik af in de machinekamer. Steek het tornijzer in het vliegwiel en ga er samen met de matroos aan hangen. Langzaam komt er beweging in het spul. We verzetten het tornijzer naar het volgende gat en laten ons lichaamsgewicht het zware werk doen. Dan klinken er vier luide tikken tegen de huid. Dat is de Bahco van de tweede, het betekent stoppen - drie tikken is achteruit en twee is vooruit -.
Na een half uurtje komt er een heel ander signaal door. Ta ta ta rata, ta ta. Het bekende “heeft ze er haar op, of touw” riedeltje. Ik klim de trappen op en zie het bootje onder de kont vandaan komen en naar de trap roeien. Even later komen ze aanboord.
‘Nou kap, wat wordt het, verder uitlossen en slepen?’
Hij laat zich op de messroombank zakken, brult naar het luikje om koffie en zegt: ‘Stuur we gaan het zelf oplossen.’
‘Wat?’ zeg ik ongelovig ‘Gaan we zelf de reserve schroef eraan hangen?’
‘Nee natuurlijk niet dat lukt zonder werfgereedschap nooit. Maar wat we wel kunnen doen is, de tippen met de haakse slijper bewerken en dan voorzichtig op eigenkracht naar Glasgow of Belfast scharrelen.’
Zonder te kijken pakt hij de mok koffie aan en gooit er, nog steeds in het blinde, een sloot melk en een berg suiker in.
‘Kijk, de tippen zijn niet meer dan twaalf centimeter beschadigd, van één is er een reep van een centimeter of tien zowat dubbel gevouwen. Die kunnen we niet meer richten, daarom slijpen we er af wat nodig is. Van de twee anderen slijpen we net zoveel af en proberen ze weer vlak te maken. Gelukkig dat deze schroef van brons is , dat werkt makkelijker dan gietijzer.’

De machinisten én die ouwe, gaan met een zooitje gereedschap in het bootje. Intussen laat ik de haakse slijper aan de luchtslang buitenboord vieren. Ze beginnen met het slechtste blad. Wanneer het niet te repareren stuk er af is en bij geslepen, maken ze van karton een mal van dit blad. Dan tornen we het volgende blad in positie en wordt er vanuit de naaf gemeten en met krijt langs de mal afgetekend In de tussentijd wordt het al donker, dus hangen we wat grote cargolampen buitenboord. Behalve voor een snelle hap eten, komen die ouwe en de machinisten, tot dik na half elf, niet uit het bootje. Ze zien blauw van de kou maar hebben alle drie een grijns van hier tot gunder op hun snuit. De tweede duikt de vetput in en begint met ont-ballasten even later zit ook hij met een mok koffie in de messroom bij te komen van de kou.
‘Stuur, ga jij even naar de stokerij en zeg tegen die oetlul van een voorman dat hij morgenvroeg weer kan beginnen.’
‘Kap, ik denk niet dat die vent ploegendienst draait, hij zal wel thuis achter kaapkont liggen.’
‘O, des te beter, dan bellen ze hem maar wakker.’
Binnen draaien ze een nummer voor me en krijg ik een slaperige voorman aan de lijn. Hij is niet erg enthousiast maar zal proberen om rond zeven uur een gang dockers bij elkaar te krijgen.
‘Nou stuur, heb je die zakkenwasser nog te pakken gekregen?’
‘Ja kap, hij probeert om rond zeven uur een gang aanboord te krijgen.’
‘Mooi. Die zet je toch wel op luik één?’
‘Natuurlijk kap, dat spreekt voor zich.’
Hij wendt zich naar het luikje maar beseft dan dat de kok allang in zijn kooi ligt.
‘Stuurman, jij hebt vanavond nog geen ene flikker uitgevoerd, zorg es als de donder voor een verse pot pleur.’
‘Tja kap, mensen die hun hersens gebruiken, laten de domkoppen voor zich werken. Koffie zei u toch?’
Snel, voor hij ergens mee kan gooien, schiet ik de kombuis in.
Verrek wat glipt daar voor mijn voeten weg, een rat? Nee, geen rat maar een dikke kater die onder het hakblok snel in een doos glipt. Hm, morgen die kanenbraaier eens even aan de tand voelen.

Het is nog pikkedonker wanneer even na zevenen de eerste hijsen op de wal worden gezet en met steekkarren worden afgevoerd. Ik blijf er bij tot halfacht en taai af naar de messroom. De tweede machinist zit al aan een flinke uitsmijter en vraagt met volle mond: ‘Hoe zit het met ballasten, moet ik de voorpiek weer volgooien of wat?’
‘Nee, wacht nog maar effe met die voorpiek tot de kop weer wat hoger ligt dan de kont. Je kunt wel vanaf halftien zachiesan met de dubbele bodem beginnen.’
Na het ontbijt zet ik eerst de matrozen aan het werk en loop dan de kombuis in.
‘Chef, hebben we een stowaway aanboord?’
‘Hè, wat?’
‘Een blinde passagier, ofwel iemand die niet op de monsterrol staat.’
‘Verrek, hoe moet ik dat weten?’
‘Nou, gisteravond zag ik toch echt een kat snel in die doos onder het hakblok glippen. En trek nu niet zo’n onschuldig smoel want dan zie ik me genoodzaakt om met een uitbeenmes in die doos te gaan prikken.’
Ik pak een gemeen uitziend mes uit het rek en doe alsof ik het dwars door de doos wil stoten. Meteen hangt de kanenbraaier aan mijn arm en roept: ‘Niet doen stuur, niet doen! Mario is een hartstikke lief dier, hij doet niemand kwaad!’
‘Mario? Oké maar hoe komt Mario hier aanboord?’
‘Nou stuur, in Mistley zat ie opeens pal voor me neus te mauwen alsof tie honger had dus heb ik hem wat vlees gevoerd en gezegd dat ie meteen weer most opsodemieteren maar het mormel is niet weg te rammen en ast ie me ankijkt met die grote onschuldige ogen vannum, dan ben ik verkocht.’
‘Juist maar hoe kom je erbij om hem Mario te noemen?’
‘Dat zit zo. Bij ons om de hoek zit een Italiaans vreettentje en de eigenaar heeft net zulk strak achterovergekamd zwart haar as mijn vriendje hier en heet Mario, vandaar. Wil je hem zien?’
‘Nee, ik wil zelfs niet weten dat we een kat aanboord hebben. Besef je wel dat de Britten de strengste quarantainewetten van heel Europa hebben en dat we, als hij gezien wordt, daar de grootste heisa mee kunnen krijgen?’
‘Niks an het handje stuur, Mario komt uit Mistley. Hij is net zo Engels as de Big Ben.’
‘O, das mooi, dus hij heeft een paspoort, met foto en al, om dat te bewijzen?’
‘Nou nee, dat natuurlijk niet... maar hij is echt heel lief kijk maar!’
Hij bukt zich, steekt zijn handen in de doos en komt overeind met een volgevreten zwarte kater op zijn arm. Het beest kijkt me even aan met een blik van “wij kennen elkaar al” en likt aan zijn voorpoot. Ik steek een hand uit. Mario snuffelt er even aan en geeft er zelfs een beleefd likje op. Wanneer ik hem tussen zijn oren kroel begint hij luid te spinnen en kijkt me met half gesloten ogen verliefd aan. Ik richt me op en zeg streng: ‘Ja, het is een lief dier maar toch moet hij, om rottigheid te voorkomen, van boord.’
Maar je kan hem hier niet van boord zetten, de dockers hier hebben hem al gezien en weten dat hij bij ons hoort.’
Of dat nu echt zo is, of dat die kanenbraaier opeens slimmer is dan ik dacht? Ik weet het niet maar hier, waar iedereen met iedereen lult, kunnen we beter geen kat op de wal zetten.
‘Goed chef, we zetten hem er straks bij de werf af. Daar zwerven er wel meer rond en valt het ook niet zo op, maar zorg er wel voor dat die ouwe er niet achter komt. Die haat katten en is instaat om hem met een sluiting om zijn nek naar Neptunus te sturen.’

We zijn leeg en varen in ballast tussen de eilanden door. We draaien nog geen halve kracht en wanneer ik ruim voor mijn wacht even de machinekamer induik, is die eerste bezig met, een schroevendraaier als stethoscoop, aan het stuwlager te luisteren. Hij komt overeind, ziet mij en geeft aan dat ik even wachten moet. Hij loopt een rondje om de motor, voelt hier en daar en controleert de koelwater en uitlaattemperaturen. Hij knikt tevreden en roept, boven de herrie uit: ‘Zeg maar tegen die ouwe dat het nog steeds goed gaat en ik nu naar halve kracht wil.’
Op weg naar boven kom ik de tweede tegen. Snel geef ik door wat die eerste zei en ga door naar de brug.
‘Kap in de vetput gaat het goed. Zo goed zelfs dat die eerste nu halve kracht wil proberen.’
Die ouwe knikt tevreden, geeft een paar slingers aan de telegraaf en zet hem op halve kracht. Van beneden wordt het signaal herhaald en meteen nemen de toeren toe. Die ouwe geeft de wacht over en gaat schaften. Tegen halféén staat hij alweer voor mijn neus.
‘Stuur, die fietsenmaker wil nu een half uur vollekracht draaien en als dat goed gaat...!’
‘Hoeven we niet naar de werf,’ maak ik de zin voor hem af.
‘Zo is dat zeun,’ zegt hij met een tevreden grijns op zijn ongeschoren bakkes. Hij geeft weer een hijs aan de telegraaf, waarop het motorgeluid dieper wordt en toeneemt.
Na het halve uur komt hij weer, breed lachend boven, gaat de kaartenkamer in en start de middengolfzender op. Hij roept over zijn schouder: ‘Even met kantoor bellen om te horen of de oude orders nog doorgaan.’
Tussen de bedrijven door krijg ik het een en ander mee. Het kantoor is blij dat er geen dure sleepreis en reparatie nodig is. We kunnen een lading piepers halen in het noorden van Ierland, in een of ander klein gat in het boerenland. De loods moeten we oppikken in Lough Foyle, in Ulster bij Londonderry. Vandaar moeten we rond naar de volgende baai, net voorbij de grens met de Ierse Republiek.
‘Zo stuurman, ik neem hem wel even over, zoek jij de kaarten er maar bij.’
Intussen kijkt hij op de kaartentafel, zet een nieuwe koers uit en loopt naar de autopilot. Ik zoek er wat kaarten bij en ruim er een paar op.
‘Dat is het kap, voor het laatste stuk zijn er geen kaarten, daar moeten we op de loods vertrouwen.’
Die ouwe snuift: ‘Loods? Praat me niet van loodsen. Daar heb ik mijn buik van vol! Nou stuurman het is jouw wacht, ik ga nog even naar het lek luisteren.’
‘Goeie rust kap.’

Onder het noteren van peilingen valt mijn oog op de datum. Verrek dat is waar ook, morgen is het Kerstmis. Nou, van zingen onder de boom zal er vanavond niet veel komen. Net zo min als een stalletje met Jesus, Josef, Maria en de rest van het beestenspul. Ach ja, dan had ik maar, zoals mijn oude bootsman zei, een vak moeten leren. Iets van postbode of schoolmelkbezorger. Wanneer die ouwe me ’s avonds om zes uur komt aflossen, is het pikkedonker, waait het een stukkie of zeven, zijn we tussen de eilanden uit, hebben we de volle aanloop van de Atlantic op de kop en begint het nog te sneeuwen op de koop toe.
‘Nou kap, dat wordt een leuke kerstavond, gaat u nog naar het kerstconcert in de Martinikerk?’
Hij kijkt me even vuil aan en zegt: ‘Dat doe ik nog liever dan tegen die rotkop van jou aankijken.’
Wetende hoe die ouwe tegen het geloof en de kerk aankijkt, is dit wel een héél sterke uitspraak.
‘Ieder zijn meug. Goeie wacht kap.’
‘Ja, de rust.’

De stem van de kok maakt me wakker. ‘Stuur kom er uit je móet even komen kijken.’
‘Huh, wattuh, waar naar?’
Mijn oog valt op mijn wekker. Het is nog geen tien uur.
‘In de kombuis,’ roept hij en is alweer verdwenen.’
Goddomme, wat zijn dat voor manieren? Je port iemand alleen voor zijn wacht of voor het vreten en in het uiterste geval als die prauw afzuipt of in de hens staat maar niet om te “komen kijken in de kombuis”.
Omdat ik nu toch klaar wakker én een tikkie nieuwsgierig ben naar wat die malloot van een kanenbraaier nu weer heeft uitgevreten, zwaai ik mijn benen over mijn kooirand en kleed me aan. In de kombuis staat die ouwe met zijn rug naar me toe, met een doos in zijn grote klauwen. Ik kijk onder het hakblok. Geen doos! O jee, hij heeft Mario ontdekt, dat wordt “kat overboord” zónder reddingsactie.
Die ouwe draait zich om en zegt: ‘Zo, stuurman jij dacht zeker dat ik niet wist wat er zich afspeelt op mijn schip? Nou dan heb ik een verassing voor je. Zeg maar bye bye Mario... en welcome Maria. Of het een onbevlekte ontvangenis was? Geen fuck idee, daar was ik niet bij, maar ze heeft daarnet wel een kerstkindje met drie reserves op de wereld geschopt.’
Hij zet de doos op het hakblok. En terwijl buiten de koude wind giert en de sneeuw horizontaal langs de patrijspoorten jaagt, kijken binnen, in de warme kombuis, drie geharde stoere zeelieden vertederd neer op een luid spinnende Maria, met vier, met hun voorpootjes knedende, blinde katjes aan haar tepels.




Albert
Laatst bewerkt: 24 dec 2017 21:41 door Albert 45.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Albert verhalen. 24 dec 2017 12:45 #901631

  • Jutter
  • Jutter's Profielfoto
  • aanwezig
  • Gebruiker
  • Berichten: 6112
Heerlijk verhaal, goede Kerst daar!
Dansen aan zee. Aan de kust, de Zeeuwse kust. Met een Schouw, LM 23 comfort,
Fellowship 27, Rana 17 Fisk, Drascombe longboat cruiser, Beekman Alfa Fish 540, Super Daimio, LM 30, Beneteau Antares 760.
www.wvarne.nl/, www.vnzblankenberge.be/, www.vbc-deurloo.nl
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Albert verhalen. 24 dec 2017 12:49 #901633

  • Waterblok
  • Waterblok's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 5262
Mooi verhaal, fijne kerst Albert!
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Albert verhalen. 24 dec 2017 13:04 #901638

  • jerry
  • jerry's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 6995
Albert, bedankt. Ik wens jou en Marjanne mooie kerstdagen en een gelukkig nieuwjaar.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Albert verhalen. 24 dec 2017 13:17 #901642

  • Peper
  • Peper's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 3647
Gelukkig, Albert 'doet het weer'!
Ik heb je gemist... Nu is alles weer in orde.
Groeten, Peper.
Volg mijn adviezen en raadgevingen NOOIT op!
Ik ben een 'misfit', een 'square peg in a round hole' en een 'wereldverbeteraar' van de ergste soort:
Eentje met een zeilboot en een elektrische buitenboordmotor.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Albert verhalen. 24 dec 2017 13:35 #901645

  • groom
  • groom's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 10134
Mooi kerst verhaal. B)
12 cm van de schroef af. Wat voor afmeting had de schroef dat je er dan nog zo "goed" mee kon varen?
Vanaf hier natuurlijk ook een hele fijne kerst en een goed een gezond 2018.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Albert verhalen. 24 dec 2017 13:41 #901646

  • b100
  • b100's Profielfoto
  • aanwezig
  • Gebruiker
  • Berichten: 7165
wat een heerlijk kerstverhaal albert, fijne dagen en groeten aan marianne.
voor elke oplossing is er een probleem
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Albert verhalen. 24 dec 2017 13:43 #901648

Sluit me aan bij de rest, wat een genot om te lezen weer! :)
Ontwerper van de RoosMux, en andere apparaatjes.
www.viax.nl

It's been said that a boat is a vessel continually looking for ways to sink itself..
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Albert verhalen. 24 dec 2017 15:02 #901676

  • JeePee
  • JeePee's Profielfoto
  • Offline
  • Gebruiker
  • Berichten: 7381
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
Tijd voor maken pagina: 0.972 seconden
Gemaakt door Kunena
   
   
   
   
© Zeilersforum.nl