Het is de tweede helft van September 2015, we zijn net door de Noord West Passage gekomen en het weer in de Beringzee is niet echt om over naar huis te schrijven. We zoeken een veilig heenkomen voor een flinke herfststorm die onze kant op komt. Op de kaart zien we iets wat er uit ziet als een beschutte baai en via de pilot lezen we dat het inderdaad een veilige haven is voor stevige winterstormen. De beslissing valt snel, we zetten koers naar Chernofski Harbor, een baai/fjord aan de westkant van Unalaska Island, hetzelfde eiland waar Dutch Harbor is. Op de kaart staan er indicaties van vervallen kades. In de pilot lezen we dat er in 1923 een schapen ranch neergezet is en dat Chernofski in de tweede wereld oorlog enkele landingsbanen en haven faciliteiten hadden voor de ondersteuning van de oorlog in de Stille Oceaan. Dit zijn prachtige mogelijkheden voor 'Urban exploring', ik vind het altijd mooi om tussen die oude vervallen zooi te lopen en me voor te stellen hoe het leven daar was voor de moderne tijd.
We varen de 'haven' binnen en zien alle vervallen gebouwen van wat we denken dat de schapen ranch moet zijn geweest. We zien ingestorte daken, gebroken meerpalen, een gezonken boot, roestige golfplaten op alle andere gebouwen, vele missende planken en al het andere wat je mag verwachten van iets wat al tientallen jaren niet meer in gebruik is. Als we de hoek om gaan zien we een grote vervallen kade met enkele ingestorte loodsen, dat zal de marine basis zijn geweest. We gaan vlakbij de oude marine basis voor anker want dat lijkt de meest beschutte plek met de windrichting die we verwachten. Ons anker zit nauwlijks in de bodem als we de marifoon horen kraken. Het is de 'caretaker' van Chernofski Ranch. Of we het leuk vinden om even een kopje thee te komen drinken met hem. Hij heeft al een maand geen andere mensen gezien. Uiteraard gaan we daar op in en we vragen hem of hij nog dingen nodig heeft die we wellicht aanboord hebben. Wij komen ook net uit de NWP vandaan en zijn al 3 maanden niet in een fatsoenlijke winkel geweest, dus ook onze voorraden zijn beperkt. Toch kunnen we koffie en chocola voor hem meenemen. We gaan aan land bij de oude boerderij en we kunnen ons niet voorstellen waarom er een 'care taker' is voor al die vervallen zooi. Geen enkel gebouw heeft nog een dak en vele stukken zijn ingestort. Eenmaal door de ranch lopend zien we dat het woonhuis in nog een best redelijke conditie is. Daar woont Art, zijn achternaam is me na al deze jaren nog steeds niet bekend. Art is een klein mannetje, nog geen 1.50m hoog, hij ziet eruit alsof hij begin of midden 50 is en aan zijn pas te zien heft hij altijd haast. In een van de bijgebouwen horen we een benzine generator draaien en we zien een klein 4x4 quad bike staan waar twee wielen vanaf zijn. We gaan naar binnen en zien een enorme bende. De ooit wit geschilderde multiplex wanden zijn helemaal zwart uitgeslagen door de rook wat uit het roestende kolenfornuis lekt, het gips plafond hangt in bogen naar beneden en de vlekken op het plafond die zichtbaar zijn door de zwarte aanslag laten zien dat het dak heel regelmatig lekt. We drinken thee en Art begint te vragen en te vertellen, we wisselen levensverhalen uit en dan blijkt dat Art al 67 is en hier sinds zijn 17e woont. Hij is ooit als care taker begonnen toen de Aleut Company failliet ging en het duurde enkele jaren voor er iemand anders in geinteresseerd was om de schapen farm voort te zetten. Op dat moment waren er 5000 schapen en alles werd gedaan met semi wilde paarden. De Aleut company had 20 wilde Mustangs uit Wyoming overgebracht en daar werd het schapen herden mee gedaan. In 1979 heeft het echtpaar Cora en Milt Holmes de boerderij overgenomen en Art is bij hun in dienst gegaan. Dat dienst verband heeft hij aangehouden tot Milt ziek werd en terug verhuisd is naar Dutch Harbor eind jaren 90. Cora bleef eigenaar van de boerderij, maar Art nam de zaken waar. Enkele jaren later heeft hij de kudde van Cora gekocht en mocht hij van de gebouwen gebruik maken om een bestaan voort te zetten. Hij woont daar sinds 1999 in zijn eendje. Tegen de tijd dat wij bij hem op bezoek komen in 2015 gaat hij in de winters terug naar 'huis' bij zijn broers en zusters in Idaho. Maar hij is nog steeds 8 maanden per jaar op de boerderij. We kunnen nauwelijks geloven wat hij allemaal verteld. De vervallen zooi is onbeschrijfelijk en hij weet daar de dag door te komen en wat centen bij elkaar te brengen.
We horen de verhalen met stijgende verbazing aan, en later leren we dat Cora heel wat boeken en artikelen geschreven heeft over het leven op de boerderij. Ik maak al vrij snel op dat Art twee linkerhanden heeft en moeite heeft om de technische zaken gaande te houden. Zo slacht hij schapen, maar hij moet het vlees in vriezers goed houden voor hij het naar de 'stad' kan brengen. Er staan 6 grote bovenlader vrieskisten in een bijgebouwtje en dat is ok waar het generator geluid vandaan komt. Hij verteld me dat zijn generators het niet lekker doen en of ik wellicht wat advies kan geven om te helpen, hij is momenteel met zijn laatste nog werkende generator bezig en als die het opgeeft dan is al zijn vleeswaar verloren en verliest hij een jaar inkomen. Het zijn van die kleine draagbare honda generatoren. De 2 grote 1 cilinder diesel generators die ook in het generator hok staan doen het al 30 jaar niet meer, maar er staat ook een draagbare diesel generator en 5 draagbare benzine generatortjes. Slechts 1 werkt er nog.
Ik besluit de volgende ochtend terug te gaan met mijn gereedschapskoffer om te kijken wat ik kan doen om hem te helpen. Ik loop ze allemaal na en ik krijg er drie weer goed aan het werk. Twee hebben onderdelen nodig en de derde heeft zodanig veel roest dat ik er niet veel heil meer in zie. Hij is als een kind zo blij. Hij heeft ook twee quad bikes waarvan er eentje slecht loopt en de andere helemaal niet meer. Ik maak de bougies schoon, maak de carburateur schoon, spoel de brandstofleidingen uit, maakt de bougiekabels schoon en maak de accupolen en kabels weer oxide vrij. De slecht lopende loopt nu weer als een zonnetje, de tweede wil slecht starten, lijkt een slechte accu te zijn. We hebben nog een klein accutje aan boord staan die we kunnen missen en ik probeer deze in te bouwen. Hij is wat aan de grote kant, maar met het maken van twee nieuwe kabels kan de accu aan de bagagedrager vastgemaakt worden. Ook deze loopt weer als een zonnetje. Op zijn leeftijd werden de wilde mustangs hem te veel en het jaar ervoor vond hij de twee quadbikes op de schroothoop in Dutch Harbor. Een vriend van hem heeft ze weer werkend gemaakt en met zijn visboot naar de boerderij gebracht. De Mustangs zijn vrijgelaten op het eiland om van hun pensioen te genieten. Zo nu en dan komen er een paar merries naar de boerderij voor wat menselijke aandacht en wat haver, maar de meeste paarden komen niet meer terug en rennen vrij over het eiland.
Het is zondag en ik wilde weer langs komen om te helpen. Ik loop het ranch house binnen en ik zie Art aan de marifoon zitten. Er is een koeien ranch op het naast gelegen eiland en hij heeft iedere zondag 3 uurtjes marifoon contact met de vrouw die op die ranch werkt en woont. Ze doen samen bijbel studie en zij hebben daar internet en hij krijgt zijn emails en dergelijke via de marifoon voorgelezen. hij dikteert antwoorden die dan weer verstuurd worden. We vallen echt van de ene verbazing in de andere van de primitiefheid. Art heeft geen idee wat er allemaal in de wereld gebeurt, hij is nooit naar school geweest, luistert niet naar radio, leest geen boeken of kranten en internet krijgt hij niet. Hij is echt volledig onwetend van alles in de wereld. Ik zei dat ik later wel terug kwam om nog wat klusjes te doen. Het antwoord was duidelijk: op zondag mag er niet gewerkt worden, maar we waren welkom om later terug te komen voor thee en pannenkoeken.
Onze tijd begint ook te dringen, we hebben nog 1200 mijl te varen in de golf van Alaska en de beringzee en het is al eind September, we willen afscheid nemen van Art, maar hij vraagt nog om 1 gunst. Vanmiddag komt er een vliegtuigje om hem op te halen en al het vlees moet 18km verderop naar een zandstrand gebracht worden waar het vliegtuigje kan landen met laagwater. Hij heeft hulp nodig om de tweede quadbike te besturen. Dat lijkt me prachtig dus ik geef gelijk in om nog een dagje langer te blijven. We laden 500kg bevroren vlees op de aanhangertjes en in de kratten op de bagage dragers. Dan beginnen we aan de trek naar het strand, meer als een uur rijden weg. We rijden over de bergachtige toendra, door riviertjes, over rots partijen en door hoog gras waar je niets kunt zien. Ik moet al mijn rijkunsten aanspreken om te zorgen dat al het vlees in het karretje blijft, maar we komen heelhuids aan. Daar wachten we en wachten we. We hebben geen mogelijkheid om contact met de piloot of de thuisbasis op te nemen. Het water is laag en na een poosje begint het weer omhoog te komen. We staan al 3 uur te wachten, Art word ongeduldig maar er is weinig wat we kunnen doen. Nog een uur later staat het water te hoog en kan het vliegtuig niet meer landen. We starten de bikes weer op en doen dezelfde weg weer naar huis om het vlees weer in de vriezers te krijgen. De dag erna gaan Art, zijn vlees, 50 schapen huiden en zijn schapenhond aan boord van Bagheera en we varen gezamelijk de 70 mijl naar Dutch Harbor. Daar blijven we nog enkele dagen liggen en hij gebruikt de boot als hotel. Om de paar uur komen er mensen langs die het vlees kopen of de schapenvachten gaan verwerken.
Ieder jaar dat we in de buurt van Chernofski komen gaan we bij Art op bezoek om hem te helpen. We sturen hem altijd een emailtje om te vragen of we iets voor hem mee kunnen nemen. Inmiddels zijn we al 7 keer bij hem op bezoek geweest en altijd is er wel wat te helpen of wat moois te doen waar wij van kunnen leren. Zo zijn we enkele dagen bezig om met de quad bikes schapen van over het hele eiland bij elkaar te drijven en ze richting de ranch te herden. De prikkeldraad hekken die daarvoor bedoeld waren zijn allang vervallen en dat maakt het allemaal wel een stuk moeilijker. Soms moeten we met dik 60 km/h over de toendra stuiteren om weg renende schapen af te snijden, maar man wat is dat mooi om te doen!
Ik heb zelfs een half uurtje op een wilde Mustang zonder zadel kunnen rijden, wat is dat een ervaring zeg!
Over de jaren die volgen komen we steeds vaker mensen tegen die Art kennen en hem helpen wanneer ze maar kunnen. Veelal visserlui die in de Beringzee vissen en die zo nu en dan bij hem in de baai ten anker gaan om slecht weer uit te zitten. Het is inmiddels alweer 3 jaar geleden dat we bij hem langs zijn geweest, maar hopelijk zijn we er komende zomer weer.
Echt waar, deze gebouwen zijn nog dagelijks in gebruik!