Ik mag altijd graag de verhalen van andere ZF-zeilavonturen lezen, dus moet ik ook maar eens wat delen. Zoals de titel het al doet vermoeden wil ik dit op basis van een (voor mij) interessante foto doen en dan het verhaal achter die foto er bij schrijven.
Als kind ging ik met mijn ouders in de winter veel naar de waddeneilanden en we brachten daar ook de kerstdagen door voordat het populair werd. Veelal lagen we met slechts 1 of 2 andere boten in de verder volledig verlaten havens. Heerlijk over de stranden banjeren en in de bossen spelen. Die andere boten waren van mensen als Eerde Beulakker en Gerard Dijkstra. Als kind hing ik aan hun lippen van alle mooie verhalen over verre en koude plekken. Door die verhalen begon ik alles wat los en vast zat te lezen over tochten in het noord en zuidpool gebied, alle overlevingsverhalen, al het afzien, al de uitdagingen, maar vooral alles wat je er voor terug krijgt. Deze passie heeft me nooit meer losgelaten en het virus is er ook bij mijn ouders. Jaren lang zwerven we langs de kusten van Noorwegen, Ijsland, Zweden, Schotland en zo voorts. Eindelijk is het dan zover, 2002, met de ouderlijke boot gaan we voor het eerst naar Spitsbergen. In die dagen was dat voor ons het absolute summum van 'poolreizen' wat binnen handbereik lag voor een 6 weken vakantie. We lopen als eerste de Hornsund aan, maar tot mijn grote spijt is er geen blokje ijs te vinden. Via twee andere stops gaan we door naar Longyearbyen, de 'hoofdstad' van de Svalbard groep. Het dorpje zelf vind ik niet zo heel bijzonder. Net als elke andere 'poolstad' is het er dor, droog en stoffig zonder enige begroeiing behalve mos. Longyearbyen heeft dan ook nog eens dat vrijwel alles daar nieuw is en iedereen die er woont is er maar tijdelijk. Als eerste indruk wel mooi om mee te maken, maar ook een beetje een teleurstelling. Het helpt niet dat er een gigantisch cruiseschip naast ons komt liggen voor een dagje. Enfin, het papierwerk is geregeld, de vergunningen voor enkele beschermde plekken is getekend en we mogen dus gaan en staan waar we willen. We beginnen met een stevige wandeling buiten het stadje. Er is een hoop verlaten mijnbouw en op sommige plekken waan je je zomaar 100 jaar terug in de tijd. Dat is wat we zien willen! Ik probeer me in te denken hoe de mensen hier leefde, woonde en werkten en dan vooral in de koude winters met de ene sneeuwstorm na de andere.
Ik kom een oude kolenkar tegen die nog met paarden getrokken is. Iemand heeft het ding opgekalefatert en het ziet er zowaar uit alsof het nog gebruikt kan worden. Het mooie van de poolgebieden is dat het er zo droog is dat zaken nauwlijks roesten of verotten.
Zonder er echt heel veel aandacht aan te besteden maak ik een foto, ik doe mijn best om de nieuwe zaken er omheen onzichtbaar te houden, maar verder niet veel moeite. Als ik later de fotos terug zie moet ik tweemaal kijken: ik wist niet dat het er zo op stond. De foto is naar mijn mening zo apart dat het overal gemaakt kan zijn. Velen zullen denken dat het in Arizona of Wyoming genomen is en weinigen geloven me als ik zeg dat het toch echt op spitsbergen is.