“Zeebeest” gaat de hort op 11.
Het zonnetje wil er niet echt doorkomen. Integendeel, wanneer we Castle Point naderen, is het zelfs behoorlijk heiig geworden. We zetten voor de zekerheid alvast de radar op Stand-by.
De ruïnes van Dunstanburgh Castle.
13:45 Castle Point dwars 1’ BB. Bewolkt. SSW 3-4. Deining. Matig zicht.
Omdat we ons een beetje flauw voelen, warmt Marjanne wat stamppot bietjes met rauwe ui en gebakken spekjes op, lekkerrrr!
14:25 Newton lt. bo. 0,5’BB.
15:10 N Sunderland lt. bo. 0,25’ BB.
Het zicht houdt niet over maar het valt niet verder dicht, zodat we het voorlopig zonder de “meeuwenmepper” afkunnen.
15:35 Shoreston lt. bo. 0,25’ BB.
Het gaat lekker zo Martje, nog een half uurtje naar de ankerplek. Geef me mijn lifeline maar even aan, dan ga ik de spijker gereedmaken.
Met een ruime bocht rond ik de onderwater liggende riffen en vaar de The Kettle binnen. Voorzichtig de zaak verkennend, scharrelen we op gevoel en echolood naar het eind, vlak voor waar de brandig aangeeft dat ook hier riffen zitten. In feite zijn er hier twee openingen, tegenover elkaar, waar altijd genoeg water staat om in en uit te varen. Voor de rest wordt The Kettle beschut door riffen, die gedurende twee uur rond hoogwater onderwater staan en de zee vrij spel heeft.
16:10 Komen ten anker in 4,5 m. water, steken 35 m. ketting.
Het kasteeltje met kappelletje. Hier wonen van voor tot najaar - onder zeer primitieve omstandigheden - vijf vogelwachters m/v.
Beneden de “landing”, boven de onbemande vuurtoren en op de voorgrond de moorings voor de bootjes die de toeristenkuddes hier aanvoeren. Trouwens niet nu, er staat te veel deining om veilig aan te leggen bij de landing.
Tegenover het eiland ligt een – op grote zeehonden en zeevogels na – onbewoond eilandje, dat op het groene gedeelte na, per dag minstens twee uur onderwater verdwijnt.
Nu, met laagwater, valt het nog wel mee met de deining maar straks kan dat wel eens gaan tegenvallen. Het rif waar de zeehonden liggen, verdwijnt hier met HW ook al zo goed als geheel onderwater.
Het water stijgt en waar net nog de zeehondenlagen, staat nu al wit water.
Vrijd. 18-05-,12. NE 5-6. Regenachtig.
Geankerd bij Farne Islands. 55°37,12’N. 01°39,15’E.
Lagen vannacht tijdens hoogwater (on)behoorlijk te slingeren. Omdat het buiten nat en voor de tijd van het jaar veel te koud is, zijn we heel blij met de heteluchtkachel. We gaan vandaag nergens heen, dus hebben we een luie dag. Marjanne zit beneden wat films te bekijken en ik zit met een dik boek in de stuurhut.
De toeristenboten komen af en toe wel langsvaren maar leggen niet aan bij de landing. Gelijk hebben ze, want ondanks de dikke autobanden in de zij, zouden ze veel te grote smakkers tegen het beton maken. Ook wij laten Loodje rustig achter de kont hangen. Proberen te landen zou, onder deze omstandigheden, wel eens een geslaagde zelfmoordpoging kunnen opleveren. ‘Jammer dan Martje, ik zal thuis wel een leuk vogelboekje met plaatjes voor je kopen, hoef je helemaal niets te missen. Zeg, als ik nog een bak pleur zet, maak jij dan wat broodjes haring in mosterd-roomsaus?’
Met pal laagwater liggen de grote vette zeehonden, die die daarstraks op en door elkaar op het strandje half in het water lagen, een stuk boven de waterlijn. Ik neem er een foto van maar door de regen en hun schutkleur zie je op de foto alleen wat lichtere vlekken tegen de rots.
We duiken bijtijds, het is nog niet eens echt donker, de kooi in. Ik word wakker doordat “Zeebeest” flinke halen begint te maken. Het zijn, nu de forse deining en de stroom haaks op elkaar staan, felle bewegingen, die naarmate de omliggende riffen steeds meer onderwater verdwijnen steeds heftiger worden. Ik ga boven kijken maar het is te donker om wat anders dan de schuimkoppen op de rollers te kunnen zien oplichten in het schijnsel van het ankerlicht. De AIS geeft aan dat we keurig binnen de veertig meter cirkel blijven liggen maar dat laatste wist ik al aan de rukken die niet overgaan in het zachte schokken en trillen van een krabbend anker. Ik ril even, ga weer naar beneden en kruip, lekker warm en veilig, achter kaap kont. Net voor ik weer inslaap, maakt “Zeebeest” een beste schuiver over stuurboord, komt terug en smakt, met een krachtige zwaai, Marjanne ’s lichaam boven op het mijne. ‘Sorry liefje maar ik doe niet aan seks zonder voorspel.’ Ze stamelt slaapdronken: ‘Hè, wat gebeurt er en uh, waar heb je het over?’ ‘Niets schat, het zeetje is een beetje ruw dat is alles ga maar weer lekker slapen. Nou van slapen komt de eerste anderhalf uur niets, pas wanneer de riffen weer bovenwater komen, word het wat rustiger in The Kettle en kunnen we weer pitten.
Za. 19-05-,12.
Gister konden we het vogelreservaat niet bezoeken en ook nu zit het er, zelfs bij laagwater nog niet in. Tegen de middag heb ik er genoeg van. ‘Martje wat doen we, nog een nachtje overliggen en hopen dat er morgen minder swell staat, of gaan nu we ankerop en kachelen in twee uurtjes naar Holy Island?’ Marjanne, die zich al de hele reis verheugde op een bezoek aan de papegaaiduikers en alle andere zeevogels die hier nestelen, slaakt een zucht. ‘We komen toch ooit nog wel eens deze kant uit?’ ‘Ja schat, ijs en weder dienende, gaan we beslist nog een keer naar de Farne Islands.’ ‘Goed laten we maar naar Holy Island gaan.’
12:10 Anker op Half bew. NE 5. Ongemakkelijk zeetje.
Buiten The Kettle moeten we nog eerst een goeie mijl west op om het Zwedman rif te omzeilen. Zowat recht vooruit ligt op de vaste wal Bamburgh Castle.
13:40 Ridge lt. bo.
Meteen, na deze oost kardinaal, beginnen de ondieptes en is het zaak om, ondanks forse dwars stromingen, goed in de geul te blijven. Op een koers van 260° probeert Marjanne de twee grote stenen bakens op Old Law rif in lijn te houden. Eerst hou ik haar nog scherp inde gaten maar het is niet de eerste keer dat ze op stroom vaart en blijft keurig midden in het straatje.
Bij de groene Triton boei gaan we vijftig graden SB uit en nemen nu een lichtopstand en een toren in lijn. Pas wanneer we de Stone Ridge rif, die voor het grootste deel net onderwater zit, gepasseerd zijn , komen we SB uit naar de ankerplaats.
14:05 Komen, net buiten de baai die met laagwater droogvalt, ten anker in 12 m. water. Steken 40 m. ketting.
De zuidwestpunt.
Het dorp en een van de kreeften\krabbenvissers.
En de zuidoostpunt met Lindisfarne Castle.
Het beetje deining dat hier staat laat “Zeebeest” zachtjes wiegen, een wereld van verschil met die heksenketel bij Farne Islands. Ik zit even lekker ontspannen in de kuip om me heen te kijken. Het stikt hier van de zeehonden die vlak bij de boot opduiken en naar ons turen maar wanneer ik de camera pak meteen weer wegduiken.
Zoals deze!