2. Buitengaats
Op woensdag kom ik om 10.00 aan bij het huis van de schipper en de schipperse. De schipperse heeft nachtdienst gehad en is geheel ‘gaar, well done en bien cuisiné’. We laden de auto’s om en in, halen de andere opstapper op, doen ‘een bakkie’ en gaan op weg naar Hellevoetsluis.
Op de boot doet de schipper heel netjes een voorlichting voor de opstappers over de gang van zaken aan boord met de reddingsmiddelen, de MOB procedure en de reddingsvest routine.
Daarnaast krijgen we een voorlichting over de radar en de Open CPN plotter en de gps. Tot slot legt hij uit hoe de boot met een rood en een groen knopje kan worden bestuurd vanuit de salon.
Mijn eerste oversteek in een zeilboot gaat het worden…
Wat ik wel wil gedurende deze tocht: zelf sturen zonder stuurautomaat en dan nergens anders om dan de ervaring ooit eens een 14m lang en 7m breed jacht te hebben bestuurd.
De schipper geeft aan dat hij meestal binnen zit en de boot zoveel mogelijk op de stuurautomaat stuurt. Ik kan daar niet in meevoelen… Je vaart toch met een zeilboot om de wind door je haar te laten waaien? Binnen zitten op een zeilboot? Dat is gewoon een straf!
En ook: zoveel mogelijk zeilen en zo min mogelijk ‘motoren’. Dat past meer in mijn traditionele manier van zeilen omdat ik op mijn eigen boot een elektrische buitenboordmotor heb en dus niet ‘bij de pomp’ de tank even kan volgooien. Ik ‘tank’ zonne-energie en heb dus een ander energiemanagement dan de doorsnee zeiler.
De schipper geeft al aan dat hij ongedurig is en dat hij snel (onder de 3knts) op de motor overgaat. Bummer, dat is toch geen zeilen! Nou goed, hij is ook nog geen pensionado en ik wel en hij heeft nog de stok achter de deur dat hij weer op zijn werk moet zijn… Ik niet
De stootwillen moeten op ‘sluis hoogte’ en we liggen te wachten voor de Goeree sluis om naar buiten te worden geschut.
Eenmaal ‘buiten’ de hoofden van de sluis wordt het grootzeil gehesen en de genua uitgerold en gaan we echt zeilen. De schipper waarschuwt nog eens dat hij wel snel de motor zal starten, ‘want dit gaat eigenlijk te langzaam…’
Hm, hij heeft een ‘bolle jan’ die hij ‘screacher’ noemt en die is nog nooit echt gebruikt. Dit gegeven houd ik achter de hand om het ‘motoren’ nog uit te kunnen stellen.
De schipperse heeft thuis een ovenschotel samengesteld. Na een tijdje in de oven wordt deze geserveerd en ik zeg je; zo lekker eet je niet vaak!
Ze heeft nachtdienst gehad en dat heeft erin gehakt en wil nu toch wel naar bed. De rest van de be’man’ning geeft daarvoor heel ridderlijk hun toestemming en ze kruipt ‘tussen de klamme lappen’.
Na een aantal uren varen met 5 tot 6 knopen (ik zou helemaal uit m’n dak gaan als ik die snelheid haalde met m’n €Xr!) komen we aan bij ‘de parkeerplaats voor zeeschepen’. De schipper geeft nogmaals aan dat hij verwacht na die ‘parkeerplaats’ onvoldoende wind te hebben om nog fatsoenlijk te kunnen zeilen.
De wind is teruggevallen naar 3-4Bft en is iets ‘achterlijker dan dwars’ – wat ik een hele grappige uitdrukking vind –. Ik speel m’n kaart uit…
“je hebt toch een ‘bolle jan’ die je nog niet hebt gebruikt, is dit niet een mooie gelegenheid om daarmee eens iets te proberen?”
“Ja, geef jij hem even aan door het luik? Oh ja, kijk uit voor de boutjes van het luik, als het zeil daaraan vast haakt scheurt het”.
In de bakboord romp is een berging waar het zeil ligt. Het is op een furler gerold en kan met het top oog door het luik worden gestoken. Het wordt met de val door het luik uit de berging getrokken en de roltrommel wordt op iets wat op een kleuver lijkt vastgemaakt. Na het aanbrengen van de schoten laten we het zeil uitrollen en staat het uiteindelijk bol in de wind.
We gaan van 4 naar 4½ knoop, de schipper ziet nog even af van varen op de motor en we blijven dus zeilen. YES!
“Controleer jij de zeiltrim nog even…”
De woolies in de halshoek liggen nagenoeg vlak en de tell tales aan het achterlijk waaien in het midden recht naar achteren, bovenaan iets omhoog en onderaan iets omlaag. Tussen een batterij aan reeflijnen en schoten is er geen een gemerkt met ‘zeiltwist’ en de traveller staat al helemaal aan bakboord en de giek komt met het grootschoot verder naar voren uit, dus de twist verbeteren zit er ook niet in.
“Die zeiltrim is niet veel aan te doen”
zeg ik tegen de schipper. Ik denk aan 44 jaar geleden en bouw Nynke in het Gronings na:
“Nait soezen, die staen ja goud!”
Tegen de tijd dat de zon onder gaat treedt de avondwindstilte in. We strijken de zeilen, bergen ze op en gaan over op motorvaart. We varen op alleen de bakboord motor. Voorlopig geen zeilen meer… Jammer.
Na zonsondergang wordt ik in de salon uitgenodigd. Het is nog lekker weer buiten en ik ga met lichte tegenzin naar binnen. De schipper probeert roergangers te enthousiasmeren door de twee opstappers uit te leggen hoe de stuurautomaat op de commando’s reageert, welke waypoints hij in Open CPN heeft in gevoerd, welke tijdschema’s en snelheden hij heeft gepland en hoe de reflecties op het beeldscherm van de radar te interpreteren.
De schipper dimt de verlichting in de salon om het nachtzicht niet te bederven. De zeewind is zo warm en vochtig dat deze condenseert op de ruiten en de schipper en mijn collega opstapper gaan af en toe naar buiten om de condens van de ruit te vegen. De condens is snel weer terug en we varen eigenlijk op de instrumenten. Ik vind dat niets… niet dat ik die instrumenten niet vertrouw, ik vertrouw mijn eigen ogen gewoon meer ondanks dat de lage lichtsterkte mijn pupillen verwijdt en ik nu permanent mijn leesbril op moet zetten voor scherp zicht. De schipper wil hiervoor de lichtsterkte van de monitor weer iets opregelen. Hij gebruikt hiervoor een sneltoets combinatie die ik niet ken, het scherm wordt even zwart en komt daarna weer terug, maar nu 90 graden gedraaid! We zitten naar de Open CPN plotter te kijken alsof we op een drooggevallen kielzeiljacht zitten. De schipper vraagt of ik weet wat hieraan te doen. Dat weet ik niet, ik weet alleen dat dit is gedaan om computers aan te passen aan de Xerox filosofie van ‘what you see is what you get’ voor kantoren waar je de lengte van het papier vertikaal hebt en niet horizontaal zoals het zich presenteert op een 3:4 monitor zoals deze. Dat boeit de schipper voor geen meter in deze situatie.
Nu de schipper met mijn collega opstapper bezig zijn de situatie te herstellen, ga ik over in ‘anesthesie modus’ en probeer alle mogelijke informatie te krijgen over de navigatie via koers, windsnelheid, radar, log, gluren door nog niet beslagen delen van de ruit. Ik zit in een soort 'monitoring loop' van radar echo, lichtjes van schepen, de wassende are van de maan, kompaskoers en snelheid en probeer anomalieën te ontdekken die aangeven dat we afwijken van het gebruikelijke.
De schipper is koortsachtig bezig te plotter weer terug te brengen naar een normaal beeld door een reboot uit te voeren. Dat helpt niet en hij vindt uit dat de muis in elk geval weer normaal reageert als je die ook een kwartslag draait. We kijken nog steeds naar Open CPN als een kip naar een vette worm.
Door de condens op de ramen is de maan als een gele lichtvlek zichtbaar over de bakboord boeg. Mooi, zolang dat maar zo blijft, varen we nog steeds de geplande koers.
De schipper besluit zijn nood-plotter op een tablet in te zetten, zodat hij tijd heeft om het beeldscherm weer in de goede stand te brengen. Een goed plan. Het inschakelen van de voeding van de tablet vraagt echter zoveel extra stroom dat de zekeringen van de navigatiehoek er ‘uitvliegen’. Nu neemt de ongerustheid toe tot milde paniek en ik denk aan de Earring:
“Help I'm steppin' into the twilight zone
The place is a madhouse
Feels like being cloned”
“Han, de zekeringen zijn gesprongen, weet jij wat te doen?”
“Ja, laatst ingeschakelde apparaat eraf halen en de zekeringen vervangen.”
De schipper heeft het goed voor elkaar en komt met de doos met reserve zekeringen aangelopen en gaat vervangen.
Vrij snel is er weer gedempt licht bij de navigatietafel en de radar doet het nog en geeft geen ramkoers aan op een echo. De ramen zijn nu geheel beslagen aan de buitenkant. De melding dat ik niet meer naar buiten kan kijken komt totaal niet aan bij de schipper, die bezig is om de Open CPN plotter weer aan het werk te krijgen. Mijn haren in mijn nek kriebelen… Dit is ‘loss of situational awareness’ zoals dat in de CRM heet! ‘No one is flying the airplane’ en behalve ik is ‘no one looking out the window’!
Door het beslagen raam zie ik de vlek van de maan langzaam naar stuurboord gaan en uiteindelijk buiten de ramen verdwijnen om weer over bakboord terug te komen. Mijn eerste gedachte is dat de stuurautomaat wel een heel grote koerscorrectie aan het doorvoeren is… De ramen zijn inmiddels geheel beslagen en ik meld de schipper en mijn collega opstapper dat ik naar buiten ga om op de uitkijk wacht te houden. Er komt geen reactie, ze zijn veel te druk met de problemen…
Buiten gekomen ga ik op de stoel van de roerganger zitten en speur om me heen naar dingen die een potentieel gevaar zouden kunnen vormen. De zee is leeg en ik zie zelfs geen lichtjes. Ik zie wel de maan die nog steeds naar stuurboord verschuift en blijft verschuiven. Ik denk aan een passage in de verhalen van Albert waarbij de roerganger na verloop van tijd meldt dat hij nu bezig is ‘de maan aan stuurboord in te halen’. Verdomme, we varen rondjes op één motor en de stuurautomaat doet niets!
“Help I'm steppin' into the twilight zone
The place is a madhouse
Feels like being cloned
My beacon's been moved
Under moon and star
Where am I to go
Now that I've gone too far"
Op het moment dat de maan voor de tweede keer langskomt stapt de schipper uit de salon en komt opgelucht melden dat de Open CPN plotter weer werkt. Hij geeft aan dat ik dat niet weer moet doen, zomaar naar buiten verdwijnen als ze in de problemen zitten.
“Mooi, dat het weer werkt, we hebben al twee rondjes gemaakt!”
Zeg ik en ik zie het ultieme ongeloof op zijn gezicht plaats maken voor afschuw en hij vliegt naar binnen om op het kompas te kijken waar we nu naartoe varen. Hij komt weer naar buiten…
“We moeten omdraaien we varen nu de verkeerde kant op. Kun je een kompaskoers varen?”
“Ja hoor, geen probleem.”
K*t, het kompaslichtje is kapot en ik krijg een rood voorhoofdslampje voor het kompas om te kunnen zien welke koers ik vaar.
“Ga 320 varen!”
“Aye, aye Cap!”
Ik stuur naar 320 en zie de maan boven het midden van de giek komen te staan. F*ck dat kompas,
"I’m stepping out the twilight zone and
got the moon and stars
as my beacons back.”
Dit kan ik volhouden tot Engeland als dat moet, hier beslaan geen ramen en ik heb goed zicht. Alles wat ik nodig heb is een koerscorrectie als de maan langzaam ondergaat. Jullie zullen nu wel een vermoeden hebben hoe ik over elektronische navigatie denk…
Alweer krijg ik m’n zin: ik heb de boot gevaren zonder navigatie of stuurautomaat, gewoon op mijn eigen zintuigen! En het is ook niet zo maar een roeibootje… het is een zeilcatamaran van 14 bij 7 meter! Ik ben zo trots als een aap met 7 jeweetwels!
De schipper meldt dat de storing met de stuurautomaat is verholpen en dat ik wel in de salon kan komen. Eigenlijk jammer, ik had nog best een hele tijd aan het roer willen zitten…
In de salon wordt ik ontvangen met een ‘High Five’. Tijdens de evaluatie geef ik aan dat we een klassiek geval van ‘loss of situational awareness’ hebben meegemaakt met ‘no one is flying the airplane’.
Volgende keer: Brand.
Groeten, Peper.