CeesS schreef :
De Composail berekening begint met het effect van de uitwendige krachten op het schip, en de krachten die dat oproept in de verschillende onderdelen van tuigage en de mast. Daarna pas wordt de voorspanning in rekening gebracht, dit zijn inwendige krachten, die onafhankelijk zijn van de uitwendige krachten.
In 'Principles of yacht design' is hoofdstuk 11 gewijd aan 'rig construction'. Ze volgen daar simpelweg de 'standard engineering practices as they are used in the Nordic boat standard'.
Zie o.a.
www.sigling.is/lisalib/getfile.aspx?itemid=2469
Als je op die standard Googled, vind je voldoende info. Het deel dat betrekking heeft op rig design, vind je hier :
www.academia.edu/1131263/RIG_C...ONS_OF_THE_SAILBOATS
edit : De TU Berlijn heeft een research zeiljacht, waar met krachtopnemers de statische en dynamische krachten onder echte omstandgheden worden gemeten. De afwijking tussen praktische en theoretische waarden ligt binnen 10 %.
Zie
www.fh-kiel.de/fileadmin/Data/...rabe_HP-Yacht_02.pdf
Hi Ceess,
Hartelijk dank voor de links. Leuk om te lezen!
De maximale uitwendige kracht op de mast wordt inderdaad steeds bekeken vanuit de maximale weerstand van het schip om 'overeind te blijven'. Dat is logisch, meer vat krijgt de wind niet op de boot tenslotte.
Het is overigens wel een erg statische benadering. De werkelijkheid zal behoorlijk grotere krachten laten zien.
De voorspanning van de verstaging kan je benaderen als een inwendige kracht, maar het beïnvloed wel de krachtwerking (zolang de voorspankracht niet wordt overschreden door de krachten tgv de wind).
Echter zowel de Noren als DNV als de Duitsers gaan uit van een lagere voorspanning dan de kracht in de verstaging die door de wind wordt veroorzaakt. Met andere woorden: Ze gaan allemaal uit van losse stagen aan de lijzijde.
"Pretensions in the standing rigging are neglected assuming the shrouds on the leeward side fall slack"
Ook de EEM berekening van de Duitsers gaat uit van voorspankrachten in de stagen die veel kleiner zijn dan de door de windbelasting optredende krachten. In dat geval is de berekening inderdaad ook half-symmetrisch te doen.
Dat is een wel wat simpele manier van berekenen. Wellicht voor een bezwijkfase van de verstaging goed, maar het zal weinig zinvolle informatie geven over het bezwijkmodel van de mast.
Ik was meer op zoek naar een volledige berekening van het hele systeem.
Het lijkt er een beetje op dat men vanuit deze eenvoudige berekeningen de gewoonte heeft ontwikkeld om de verstaging zodanig aan te spannen dat hij bij 30 graden aan de lijzijde los zit.
Dan lijkt mij de 25% regel van Selden mij wel zinvoller. Je moet echter wel weer oppassen voor het feit dat de bevestigingen aan de boot volgens DNV slechts berekend worden op de maximale kracht uit het oprichtend moment van de boot (+ een marge van 25%). Dus als je denk slim te zijn en wat zware stagen koopt en die op 25% voorspant, dan kan dat soms wel eens problemen gaan geven aan de bevestigingen.
In het Duitse verhaal staan overigens ook nog wat verwijzingen naar andere onderzoeken met meer dynamische belastinggevallen.