Geef de apies een pisang.
Wanneer we, vijf man sterk, na achten de gangway aflopen, is het al pikkedonker. Eigenlijk had ik niet veel trek in stappen, zeker niet hier in Port Talbot, waar het een tering end lopen is naar de stad maar ik heb me door de anderen laten omlullen, dus loop ik braaf mee.
Verderop, bij die fruitjager, wordt nog gewerkt, schip en kade baden in een zee van licht. In de romp van het grote, witte, koelschip staat, op bijna gelijke hoogte met de kaai, een deur open en uit die deur steekt een soort horizontale geval waar onder een soort van vleeshaken aan een ketting achter elkaar naar buiten komen en aan het eind rond gaan en weer in het koelruim verdwijnen.
Aan de uitgaande haken hangen stammen bananen die, voor de haken op thuisreis gaan, door dockers van de haak worden geplukt en op mankracht het laatste stukje naar een stel koelwagons afleggen.
De kok knikt in de richting waar ons schip ergens in het duister ligt en zegt: ‘Kijk, bananen, zouden die stammen niet te zwaar zijn voor die lui?’
Ik knik: ‘Zie die arme sodemieters zwoegen, vind je ook niet dat ze best wel wat hulp kunnen gebruiken?’
‘Ja zeker, ik zou niet willen dat ze er dood bij neervallen.’
Ik stap in de rij, pluk een stam van de haak, loop er mee naar een wagon en laat hem van mijn schouder rollen. Mijn maats stappen ook naar voren en even later is de rij dockers versterkt met vijf vrijwilligers.
Ik loop alweer onder een volgende stam en zie een paar dockers kijken met een blik van, wie zijn die gasten?
Ik zeg: ‘Niets aan de hand lui, wij zijn van die boot verderop en zijn zo aardig om jullie, uit pure menslievendheid, een handje te helpen.’
Ik krijg een knipoog en een big smile.
‘Blijf niet te lang hangen, de big wigs zijn even a cupper halen maar komen zo dadelijk weer terug.’
Ik sein mijn maats in en één voor één stappen we uit de rij en lopen met een stam pisangs op de schouder naar ons schip. We hangen de bananen in de koeling en gaan alsnog de wal op.
Omdat we geen vrije voeding hebben maar het moeten doen met een vast bedrag per man per dag, is alles wat we er bij kunnen “organiseren” mooi meegenomen.
Gerrie, een Rotterdammer is daar heel sterk in.
Hij kwam laats, rillend van de kou, uit een vriespakhuis sluipen met een doos kippen. We hebben hem er maar niet mee terug gestuurd…
Albert