Fietsen is gevaarlijk.
Fietsen tussen het hedendaags verkeer, zeker in de stad, is bloedlink.
Dan heb ik het niet alleen over automobilisten die geen voorrang verlenen, gas bij geven, rücksichtsloos dwars door rood rijden en jou - terwijl je je beide remmen zo hard aanknijpt dat je zowat over je eigen stuur heen duikelt - een hartkwaal bezorgen waar de cardioloog een tropische vakantie aan overhoudt.
Ik heb het ook niet specifiek over brom-idioten met hun al dan niet opgevoerde rijwiel met hulpmotor, die hun bromcertificaat, gezien hun gedrag, hoogst waarschijnlijk gratis bij een Six pack Cola/Heineken hebben gekregen.
Ik heb het evenmin over E-bikers - die je geluidloos achterop komen zetten en er en passant voor zorgen dat de cardioloog ook zijn secretaresse kan meenemen.
Nee, ik heb het over het grootste gevaar van al; Scootmobiel malloten met Max Verstappen neigingen.
Dat soort scheurt overal tussendoor, kent God noch gebod, heeft schijt aan de medemens en kent meer vloeken en scheldwoorden dan de papagaai van Kapitein Roodbaard.
Tot in de supermarkt aan toe, wordt je door dat tuig getiranniseerd en naar het leven gestaan.
Je mag al blij zijn wanneer je er met wat blauwe plekken en schaafwonden aan je enkels vanaf komt.
Wanneer je op het doorgaande fietspad rijdt en er opeens zo’n geval - dat met een druk op de knop van 0 naar 30 accelereert - vanaf het voetgangers gebied voor je neus duikt en roept :’Héé, kijkuit,’ krijg je toch een bak vuil over je heen gestort, niet te kort!
Gister ook weer.
Marjanne en ik zijn op weg om te gaan winkelen in het stadje en worden net voor het voetgangersgebied bijna van de sokken gereden door een vrouwelijke Niki Lauda van middelbare leeftijd op een knalrood vierwielig scootmobiel.
Ik rem net op tijd opzij en roep : ‘Hee racekameel, kijk een beetje uit je doppen!’
Zij stopt en roept: ‘Hóé noem je mij!’
‘Racekameel!’
‘De volgende keer rij ik je meteen omver!’
‘Pas maar op, ik bijt!’
Wanneer we door het winkelcentrum wandelen vraagt Marjanne: ’Hoe kwam je op dat “racekameel”?’
‘Logisch toch? Ze keek niet uit ging veel te hard en had twee flinke bulten.’
Marjanne lacht: ‘Toch moet je oppassen met wat je zegt voor het zelfde geld rijdt ze je echt omver.’
‘Dat zal wel loslopen, maar laten we voor de zekerheid toch maar even langs de fietsenwinkel lopen voor een fietshelm. Niet dat ik echt geloof dat de “twee bulter” wraak zal nemen maar ik word er niet jonger op en hoewel arm en beenbreuken wel weer kunnen genezen, ben ik er niet van overtuigt dat, mocht ik een smakker maken, ik een schedelbreuk overleef zonder kwijlend in een rolstoel te belanden.’
Albert.