Doejong schreef :
Wat ik mis in de discussie is wat de Engelsen "sea-kindliness" noemen: een boot die z'n bemanning zo min mogelijk vermoeit op langere trajecten. Voor toerboten met een zwakke bemanning, bijvoorbeeld een koppel waarbij de schipper functioneel solozeiler is, belangrijker dan dynamische stabiliteit bij hoge snelheid.
Een Open 40 is vast heel zeewaardig, maar niet in mijn handen, om maar wat te noemen. De Comanche is vast ook enorm zeewaardig, maar alleen met een volledige bemanning die uit topsporters bestaat. En de Zuidelijke Oceaan kan eigenlijk geen maatstaf zijn. Zelf de meeste vertrekkers komen daar niet, hoogstens kustzeilend langs Zuid-Afrika.
Als je dat hebt gemist heb je het topic niet gelezen, zie mijn laatste post.
Het slag zeilers dat "toerzeilen" als geuzennaam gebruikt wil altijd graag wedstrijdzeilen op armlengte houden omdat de romantiek bubbel fragiel is.
Algemeen gezien willen wedstrijdzeilers precies wat toerzeilers ook willen.
Op de golven klappen kost snelheid.
Reken maar van jetje dat bij het ontwerp van een mini of IMOCA het vermogen van de schipper om fit te blijven een gigantische factor is.
Die gasten gaan gewoon tukken met de gennaker op in 25 knopen wind.
Natuurlijk hebben ze geen comfortabel interieur en zijn ze bereid concessies te doen voor snelheid. Het geluid in zo'n ding is niet te harden omdat het een holle klankkast is, maar een beweging in de golven die ze fysiek zou slopen is ook daar niet acceptabel.
Ik kom niet in de buurt van ervaren. Mijn ervaring reikt tot de Noordzee met guur weer. In planerende bakken, typische ORC schepen van de '00's en jaren 80/90 Scandinavische kuilengravers.
Als ik moest kiezen waar ik 40 knopen mee moest doorstaan ope de oceaan dan ga ik intuïtief toch voor die planeerbak.
Toegegeven, aan de wind in een mooi klassiek Scandinavisch schip kan geweldig en ook heel comfortabel lopen aan de wind, maar met gekke golven kan dat door gebrek aan dynamische stabiliteit ook zo maar een hobbelpaard worden.
Daarnaast is een schip in plané vele malen beter door een autopilot te besturen dan een schip wat water verplaatst.
Onze Pogo (ook alweer een oud ding) was behoorlijk werken met veel wind en groot tuig. Je zou geneigd zijn te reven. De truc was juist het ding in plane te trekken. Dan stuurde je hem met een pink en wou je dat je meer zeil op had.
Wat ik daarmee eigenlijk wil zeggen; pas als je een planerend schip hebt ervaren of bestuurd snap je wat o.a. Erik en ik proberen te zeggen.